Donderdag 4 september 2008 's Avonds vertrokken we om de volgende dag via Londen tegen 5 uur in de morgen aan te komen in Kolkata, de nieuwe oude naam van Calcutta. Vrijdag 5 september 2008 Door het uurverschil van 3u30 tegenover België en de weinige uurtjes slaap, gingen we eerst een halfuurtje buiten zitten om te wennen aan de drukkende en vochtige hitte. Ondertussen kon ik op het gemak de meeste taxichauffeurs van ons afslaan en het eerste sigaretje op Indische grond roken. De taxidrivers hadden ons al verteld dat er geen bussen waren aan de luchthaven... ja, ja... Ze hadden wel een klein beetje gelijk: je moet bij het buitenkomen de grote parking oversteken, dan eventjes links en dan rechts onder een brug doorlopen tot je aan een grote baan komt. Daar stoppen alle bussen naar het centrum. Twee vriendelijke madammekes hadden ons tot daar begeleid - in gebarentaal. We deden er met de bus 45 minuten over tot we bijna aan B.B.D. Bag afstapten, op aanraden van een andere mevrouw die ons in goed Engels uitlegde dat we in plaats van te voet (wat mijn plan was - te ver zei zij) beter de metro namen tot aan Park Street, onze eindbestemming. We hadden elk 9 rupees betaald voor de busrit, een stuk minder dan de 250 die taxis vragen. O ja, de metro kostte ons ook nog eens 4 rupees per persoon. We moesten 20 minuten wandelen tot aan het Archbishop's House (Park Street, 32) waar we een afspraak hadden. Father Mohandas zou pas tegen 10 uur komen en dus hadden we nog anderhalf uur de tijd om ons te vervelen en verder te acclimatiseren. De vriendelijke Father viel uit de lucht maar was heel enthousiast toen hij ons verhaal en onze bedoeling hoorde. We mochten met zijn chauffeur en zijn secretaris gratis mee (in de wagen van de aartsbisschop) naar Baruipur, het stadje 30 kilometer onder Kolkata waar we uiteindelijk moesten zijn. In de gietende regen maakten we al een eerste keer kennis met het roekeloze rijgedrag van de Indiërs die toeteren voor de minste beweging en zich met ware doodsverachting in en langs ieder gaatje wurmen. De 4x4 deed er bijna een uur over.

Het was halftwaalf toen we het domein van het PUS (Palli Unnayan Samiti) in Baruipur opreden en we begroet werden door Father Soosaiappan en zijn hele team. Eerst werden we door een bediende de wel twee meter van de auto tot het gebouw begeleid met een paraplu. Father stelde zijn hele team (leken en Zusters) aan ons voor en we kregen... jawel, een applaus - en een stip tiussen de wenkbrauwen. Mitta, het sponsorkind van Ilse was nog niet gearriveerd en in het bureau van Father dronken we thee, aten we Tucskes en wisselden we eerst wat algemeenheden en informatie uit. Father legde ons uit wat ze allemaal deden voor kun kinderen en hoe ze die selecteerden. Meestal waren het meisjes uit ontwrichtte gezinnen waarvan de vader het afgetrapt was of gestorven was en het meisje dat verder studeerde was de enige mogelijkheid om te kunnen zorgen voor de rest van het gezin. De Zuster haalde er Rozanara Khatun bij, het sponsorkind dat Mitta vervangt omdat die laatste ondertussen haar studies had stopgezet, getrouwd was en een kindje had. Het werd een wat onwennig gesprek met een meisje van 12 jaar dat geen woord Engels sprak. Beide partijen wisten niet goed wat te vragen of te zeggen zodat we, na enkele foto's, Rozanara maar naar huis stuurden om weer voor haar familie te gaan zorgen - de school was immers dan al gedaan voor die dag. Ilse gaf haar vlug nog een zelfgemaakte sleutelhangervis.

We gingen naar onze kamer in een bijgebouw en konden ons eerst wat opfrissen. Het was een Spartaanse kamer met betonnen vloeren en muren, met een propere badkamer, een tafeltje, een stoel en één bed. Kort daarop kwamen ze een tweede - even hard -bed installeren en kregen wee lakens, handdoeken en een muskietennet. Dan was het al tijd voor de lunch die een heel typisch Indisch maal was: rijst met zeer lekkere gebakken vis, malse stukjes kip aan het been en verschillende groenten. We mochten zelfs met onze vingers eten.... De groene banaan of appel als dessert smaakten ons ook. Het is daar ook de gewoonte dat je voor de maaltijd eerst je handen gaat wassen. Net zoals het bij ons vijftig jaar geleden de mode was. 
We namen een verplichte platte rust en hadden tegen 3 uur afgesproken in Father's bureau. Tegen die tijd zou Mitta al wel gearriveerd zijn, hoopten zij en wij. En inderdaad, ze had samen met haar broer de trein genomen maar door de drukte en het slechte weer had ze het niet geriskeerd haar babytje mee te brengen. Jammer natuurlijk. We dronken natuurlijk weer thee en kregen heerlijke cake te eten (ze willen ons hier vetmesten blijkbaar). We stonden er als twee onnozelaars bij toen ze ons een Hawaiiaanse slinger van jasmijnbloemen omhingen. Dan gaf Ilse het cadeautje dat Catherine thuis geprepareerd had: een setje met zeepjes, deo, bodygel en shampoo. Het was duidelijk dat ze daar niet echt snapten waarvoor het allemaal diende maar Ilse kon het heel plastisch demonstreren. Het was nogmaals een vreemd gesprek via tolken omdat noch Mitta noch haar broer Engels spraken. Na een half uurtje namen we dan afscheid met de afspraak ze de volgende dag in haar geboortehuis te gaan opzoeken. Leuk vooruitzicht. r
Het was dan nog maar 16 uur en veel te vroeg om ons op onze kamer terug te trekken zodat ik aan Father vertelde dat we nog een wandelingske gingen doen in het stadje. Het was alsof hij het in Keulen hoorde donderen: "Wandelen ? Alleen ? In een stad die je niet kent? Zal je je weg terugvinden? Wil je mijn GSM mee ?" Ik probeerde hem gerust te stellen dat ik wel al wat ervaring heb in vreemde landen en dat het wel zou lukken. Toch deed hij nog een laatste poging en stelde voor dat iemand ons zou begeleiden. Ah neen hé, duizend maal liever alleen. Veel was er niet te zien en we zaten nog een tweetal kilometer van het eigenlijke centrum zodat we zeker geen hotels zagen, zelfs geen restaurants. Alleen heel veel kleine winkeltjes waar we uiteindelijk alleen maar een fles Sprite kochten om die op onze kamer soldaat te maken. We hadden met Father nog maar weinig afspraken gemaakt zodat we zelfs niet wisten of we daar nog zouden kunnen/mogen eten of dat we zelf maar voor iets moesten zorgen. Dat is nu ook weer iets dat je moeilijk kunt gaan vragen "Krijgen we hier nog eten of hoe zit het ?" Met een slim trukje "Kunnen we vanavond nog eens naar onze mail kijken of moeten we wachten tot morgen ?" kregen we van Father die juist aan het douchen was, het antwoord waarop we hoopten. "Binnen een half uurtje gaan we eten, dus misschien beter morgen Internet." De kip met noedels smaakte weeral maar ondertussen werd het duidelijk dat we hier niet één maar meerdere nachten zouden moeten blijven. Father was alles al aan het regelen voor ons. We doen morgen dit en dat, overmorgen gaan we naar daar en naar daar, en de dag erop doen we nog iets anders.... Als zelfstandige trekker die nog nooit van zijn leven iets georganiseerd had gedaan en nog nooit een gids had genomen, klonk me dit een beetje als gevangenisachtige toestanden. Bon, we zien wel. Maar ik knijp stilaan wel mijn billen samen om zelf nog iets te mogen beslissen. Oud genoeg ben ik daarvoor zeker, wel 3 jaar ouder dan onze Father die me affronterend zei "You show your age" We dronken nog een theetje op onze kamer en gingen vroeg slapen. Het was een lange en emotionele dag geweest.
Zaterdag 6 september 2008 Na het ontbijt met chapathi's en groenten om 8 uur konden we elk nog een half uurtje mailen en waren we, op last van Hogerhand, verplicht ons weer bezig te houden tot elf uur want dan stond er, jawel, weeral eten op het programma. Als we zo bezig bezig blijven zullen we wel niet moe en vermagerd thuiskomen.... l Een zogezegde lichte lunch met weeral vis, kip en rijst (maar alles telkens anders klaargemaakt) en dan waren we klaar om met Father en zijn chauffeur naar Mitta's dorpje te rijden. Een uurtje ver, geheel op het platteland, langs onooglijke baantjes kwamen we uiteindelijk in het gehucht aan. Mitta was nog een boodschap gaan doen en dus reden we (te voet gaan doen die Indiërs blijkbaar niet) honderd meter ver tot aan het sociaal centrum van het stadje. Daar vulde Father het controleboek in - zonder dat hij iets gecontroleerd had - en dronken we een glaasje kokos. En dan eindelijk Mitta met haar kindje. De hele familie was opgedaagd om die blanke weldoeners te komen begroeten. In hun armzalige huisje kregen we thee en sweets, typisch Indische gebakjes die ze speciaal voor ons waren gaan kopen. Miita's kindje, Molika, was eerst een beetje bang van ons maar na een kwartiertje bleitte ze toch al niet meer als Ilse een beetje te dicht kwam. Ik liet Ilse efkens alleen om een sigaretje te gaan roken en hoorde dan dat de moeder al wenend in Ilses armen was gevallen en een hele litanie had afgestoken waarvan natuurlijk niets te begrijpen viel. Father vertelde me dat de moeder haar dank had uitgesproken voor het sponsoren en dat ze hoopte dat Ilse dat zou blijven doen voor Mitta's kindje omdat ze te arm waren om de school (verplaatsing, uniform, boeken...) te betalen. Ik gaf de moeder dan maar het grootste rupeebriefje dat ik zitten had.   
Ik had 's morgens het woord Diamond Harbour laten vallen, een kuststadje aan de Gulf of Bengalen waar het nog aangenaam zou zijn om te wandelen, te zonnen en rond te kuieren tussen de vissers, de restaurants en de shopkes. Natuurlijk moesten we mee met hun auto tot daar en na héél lang aandringen 'kregen' Ilse en ik een uurtje alleen om wat rond te lopen. Father en zijn chauffeur bleven ondertussen wachten in de auto maar toch had hij al een nieuw hemd gekocht tegen dat we terug waren. De beach ligt waarschijnlijk nog een stukje verder want we vonden alleen winkeltjes. Ilse pastte sandalen en kocht rode voorhoofdstippen om uit te delen thuis. We stopten nog aan een standbeeld voor Rabindranath Tagore, de Nobelprijswinnaar Literatuur 1913. Ik weet het, jaja, ik ben maar een klein (letterlijk en figuurlijk) schrijvelaarke naast die machtige man 
Onderweg zagen we verschillende stoeten van beschilderde moslims die het begin de Ramadan vierden.  Uurtje auto voor we arriveerden in het dorp waar Father de Mis moest opdragen. We moesten mee naar het huis waar hij zich wat opfriste en omkleedde en werden dan begeleid naar de kerk waar we tot onze grote verbazing en ongemak moesten plaatsnemen op twee plastieken stoeltjes net naast het altaar. Daar zaten we natuurlijk meer dan een uur te kijk voor die 200 katholieke Indiërs die op de grond zaten in de kerk. Op het einde van de plechtigheid zagen we Father een uitleg doen over zijn verre bezoekers en werd er nog een liedje gezongen ter onzer ere. We voelden er ons meer ongemakkelijk dan vereerd bij. Ilse had er ondertussen als gewezen misdienaar geen probleem mee om de mis te volgen maar ik moest de andere mannen goed in het oog houden om te weten wanneer ik moest staan, zitten of knielen. Concentratiewerk. Father wilde ons na de mis terug meenemen naar hetzelfde huis maar nu hield ik voet bij stek: Nee, we blijven hier buiten aan de kerk staan... Ilse had geen vingers genoeg om al die kindjes bij haar te houden en ze lieten haar maar los toen ik een foto nam en ze allemaal samen kwamen dringen om zichzelf te zien... 
Nog een uurtje auto terug naar onze logeerplaats en na een korte stop (bij een beershop - klein woordje uitleg: bier wordt daar aalleen verkocht door mensen met een dure licensie - zelfs restaurants en supermarkten hebben die niet. In iedere stad vind je wel een of meerdere alcoholwinkels met sterke drank en fris bier) konden we ons gaan verfrissen na deze weeral lange en, ik val in herhaling, emotionele dag voor Ilse. We waren bij Father geïnviteerd voor een aperitief tegen 9u30, wel wat laat als je scheel van de honger ziet. Eventjes klinken met de whisky van Father en, hoewel ik natuurlijk nog dorst en goesting had, sloeg ik een tweede pint af zodat we konden gaan eten en slapen.

Het avondeten was een beetje het zelfde als vanmiddag maar weer met andere sausjes en nu met suikerboontjes. Lekker. Zondag 7 september 2008 Na het ontbijt met puri en omelette vertrokken we tegen 8u30 met Father & Sister naar Kolkata. Na drie kwartier zetten we Father af aan het gebouw waar hij een vergadering had en reden we naar Mother's House 
Het mooie huis waar de in Albanië (Skopje, nu Macedonië) geboren Mother Teresa het grootste deel van haar leven bad en werkte is nu een serene toeristentrekker maar vooral nog een plaats waar stilte heerst. Je hoeft geen entrée te betalen en er wordt zelfs geen donatie gevraagd bij het vertrek. Alleen bij het graf mag je foto's nemen (maar niet van de geestelijken die komen bidden of een mis bijwonen). Boven vind je haar zeer sober slaap- en werkvertrek en de zaal waar ze altijd ging bidden. Je ziet daar ook een beeld in de pose waarin ze altijd zat te bidden.
 
Onze Sister ging eens praten met een van de Zusters daar en tien minuten later hadden we een korte ontmoeting met Mother Teresa's opvolgster die toevallig in een van de tientallen opvanghuizen bezig was. Onder begeleiding van nog een andere Zuster bezochten we de verschillende ruimtes waar de kleinste kinderen opgevangen werden, een zaal met mentaal achtergestelden en een grote ruimte voor de talrijke wezen in het centrum. Indrukwekkend en om stil te worden als je eventjes stilstaat bij het leed maar anderzijds sta je toch vol bewondering voor het goede werk dat die Congregatie daar doet en de ondanks alles toch lachende kindjes. Sister hoorde daar dat een bekende van haar 's nachts gestorven was. Zij ging het lijk van haar Zuster groeten maar wij bedankten vriendelijk en beleefd voor dit intieme moment. Bij het buitengaan kregen we nog enkele gratis scapulieren mee. Door het drukke verkeer was het een tijdje rijden in het centrum tot aan de Howrah Bridge die het oude met het nieuwe Kolkata verbindt. De oude brug dateert uit 1874, staat er nog en wordt druk gebruikt. De nieuwe is een technologisch sterk staaltje (450 meter zonder pilaren in het water) en dateert van 1943. Vanwege de spitstechnolgie is de brug verboden te fotograferen - op straffe van boete door de politie. Onze driver was daar heel erg bang voor en droeg ons op ons fototoestel te verbergen tot hij vertraagde en NOW zei. Vlug vlug een fotootje en toestel weer weg.
http://en.wikipedia.org/wiki/Howrah_Bridge Van de nieuwe brug naar de oude reden we een half uur door een verschrikkelijk drukke wijk waar de chauffeur zelfs een paar keer zijn weg kwijtraakte. 
Een brug gaan bekijken staat niet hoog op ons prioriteitenlijstje maar als goede gasten maakten we natuurlijk geen opmerkingen. We reden terug langs de Maidan (het 3 kilometer lange stadspark) tot aan het meest indrukwekkende gebouw van Kolkata Victoria Memorial

Ik betaalde de entree van 150 rupees (= € 2,50 per persoon) en ook de 10 rupees voor Sister, vrijgevig als ik ben. Het herdenkingsgebouw voor de eerste Koningin van India ligt in een goed onderhouden park met veel vijvers en ziet er schitterend uit, volledig in marmer en wordt daardoor soms wel eens vergeleken met de Taj Mahal. Onterecht, vind ik. Op de top van het gebouw staat een 6 meter hoge engel die meedraait met de zon, vreemd. De verschillende zalen binnen konden ons maar matig interesseren, vooral veel plaatselijke geschiedenis en enkele zalen met wapens en 19de eeuwse landschaps- en portretschilderijen. We bleven er niet meer dan een half uurtje. Buiten kon ik het niet laten mee te poseren bij een groep Indiërs (zie het zwarte T-shirt links achteraan op de rechtse foto hieronder) http://www.victoriamemorial-cal.org/  
O ja, ik stond regelmatig naar boven te gapen tot de Zuster me vroeg wat ik daar zag. Roofvogels, antwoordde ik, die zie je bij ons alleen in de zoo. Later vertelde ze Father dat ik nog nooit arenden in het echt gezien had en lachen dat ze deden. Door het park was het slechts vijf minuutjes wandelen tot aan de St. Paul's Cathedral waar we jammer genoeg op het verkeerde moment toekwamen (open van 9 tot 12 en van 15 tot 18) zodat we alleen van de gotische stijl van de buitenkant konden genieten. Het lijkt een beetje of we in Frankrijk zitten... Zelfs Sister's smeekbeden konden de bewakers niet overtuigen om ons binnen te laten. http://en.wikipedia.org/wiki/St._Paul's_Cathedral,_Kolkata 
Tijd om te gaan eten dan maar. De chauffeur had geen honger dus gingen we maar met ons drieën eten in een klein plaatselijk maar goed draaiend restaurantje. Onze dosa masala's met cheese stonden in vijf minuten op tafel en het duurde niet langer voor ze binnengespeeld waren. Voor de drie heel lekkere maaltijden mét tea betaalde ik de ongelooflijke som van 96 rupees (ongeveer € 1,5).
We gingen Father oppikken, de chauffeur vond met veel moeite in al die éénrichtingsstraten zijn weg naar Sudder Street, het hart van de backpackerswijk en ook de plaats met de meeste Guesthouses. Net toen we daar uitstapten begon het natuurlijk weer te onweren. Ik liet Ilse, Father & Sister schuilen op een trapje van een guesthouse en ging, onder de paraplu van de chauffeur, logement zoeken. Enkele hotelletjes vol, enkele die er me te duur uitzagen maar na 10 minuten kon ik met opgestoken duim teruggaan naar ons gezelschap. Het afscheid daar op dat onhandige trapje was een beetje in mineur - beter zou geweest zijn nog ergens een theetje te kunnen drinken - zodat het afscheidnemen kort werd. Ik bedankte hen heel hartelijk voor de gastvrijheid, de accomodatie, het eten en het vervoer en zij zeiden dat ze voor ons zouden bidden. Met verse en droge kleren aan - het was ondertussen al gestopt met regenen - gingen we op pad om onze buurt te verkennen. We riskeerden ons niet al te ver en in dit anderhalf uur vonden we al enkele basisvoorzieningen: een supermarkt en enkele restaurantjes. We wandelden eventjes langs een kleine rommelmarkt, Ilse zag een paar schoenen die haar interesseerden en we gingen inkopen doen: brood, konfituur, chips, water om onze tanden te poetsen, een reep chocolade, een fles Appy Fizz (niet-alcoholisch appelsap met spuit). Op de hoek van onze straat schafte ik me twee exemplaren aan van het plaatselijk bier (flutjesbier zo bleek een half uurtje later) en we konden gaan aperitieven op onze kamer. Tijd om een douche te nemen, het dagboek bij te werken, wat te lezen en te luisteren naar onze Ipod (ik had een handig setje Ipodboxen mee, gewoon de stekker insteken en je hebt de hele avond je eigen muziek) - de TV ging zelfs nooit aan. We gingen eten in een zijstraat van Mirza Ghalib (tien minuutjes ver) in een restaurantje genaamd Bangla Desh waar we voor Ilse een maaltijd met groenten (én zonder het altijd té pikante vlees voor haar darmen) en voor mij een soort gehaktkebab (iets van Haryani ?) vroegen. Met tweemaal rijst en thee erbij lagen we nog aan geen één € (welgeteld 61 rupees). Een plaatselijk en druk restaurantje maar wij vonden het niet zo heel lekker zodat we besloten voor morgenavond naar iets anders uit te kijken. Tijd voor nog een korte avondwandeling en vroeg gaan slapen voor onze eerste dag alleen morgen. Maandag 8 september 2008 Het soort dikke chapathi's die we gekocht hadden voor ontbijt waren eigenlijk pizzabroodjes maar smaakten toch heerlijk met de van thuis meegebrachte (maar ze hebben dat natuurlijk ook in Kolkata) La Vache Qui Rit. We vertrokken langs de immens drukke Chowringhee Street en stapten met onze vuile sandalen en slippers het uiterst chique Oberoi binnen. Ongeveer zevenendertig portiers en lakeien begroetten ons. We keken eventjes rond, verwaterden aan het grote zwembad maar kwamen terug op de grond met onze ondertussen weeral vuile voetjes toen we de prijzen vroegen. Tussen de 19.000 en 24.000 rupees (€ 295 en € 375) per kamer per nacht. In ons guesthouse kunnen we daar anderhalve maand voor slapen. Toch eens de moeite om het legendarische Grand Hotel van vroeger te bezoeken. 
Hooghly Ghats De rivier de Hoogly is een zijarm van de Ganges en wordt dus ook beschouwd als heilig. Tussen de Maidan (en het cricketstadium) liggen enkele Ghats (trappen die naar de rivier lopen) waar de Indiërs zich wassen en baden in het Heilige Water. Soms zouden ze ook nog wel eens gebruikt worden als Burning Ghats, waar de lijken dus ceremonieel verbrand zouden worden. Na lang zoeken (én een stuk verkeerd lopen, sorry) vonden we de ghats maar meer dan een beetje was- en baadbedrijvigheid was er niet. We gingen weer centrumtoe en belandden op Dalhousie Square, het eigenlijke centrum van de stad maar het was daar zodanig druk en lawaaierig dat we het niet de moeite vonden er lang te blijven. We aten enkele straathapjes (een soort appelflappen) en vonden met veel moeite een bank om nog eens war euros te wisselen. Kwart na twaalf namen we, moegestapt en wegens véél te warm, dan maar een taxi naar South Park Cemetery dat op het einde van de ons bekende Park Street ligt. Je moet er een gastenboek invullen maar de entree is gratis. Op het meer dan 150 jaar oude kerkhof liggen vooral Engelse kolonialisten onder schitterende maar verweerde graftombes. Zelfs piramiden en obelisken zijn er te zien. We bleven er maar een klein halfuurtje, zo groot is het nu ook weer niet.

We kenden onze weg en stapten te voet richting hotel. Eventjes halt gehouden in Flury's (volgens de Lonely Planet een Art Décocafé met Belgian Mocha Coffee) maar wij vonden er niks aan. Eventjes verderop aan de overkant vind je Trincas, de bar waar Freddie Mercury (jawel, eigenlijk een halve Indiër) als kind nog zou opgediend hebben. Vier garçons in smoking stonden ons op te wachten in de ijskoude airco bar waar niemand anders zat. Wij vlug weer naar buiten dus. De enorme regenbui duurde maar een kwartiertje en we schuilden tot het bijna gedaan was. Eventjes stoppen aan ons hotel voor een plasje en een theetje en dan naar de befaamde New Market Geopend in 1874, maar in 1903 officieel de Sir Stuart Hogg Market genaamd, is dit mooie gebouw nu de huisvesting voor honderden winkeltjes. Op het gemak shoppen zit er niet in en dat komt door de lastige mannen die je de hele tijd (zelfs van op straat al) begeleiden "You want this, you want that..." Antwoorden helpt niet, negeren ook niet. Ze blijven maar als strontvliegen rond je heen hangen. We vonden het om een onuitlegbare reden ook geen aangenamen markt om in rond te lopen. Misschien iets te chique winkeltjes ? Misschien te proper ? Tussen haakjes, voor de literatuurliefhebbers nog dit: in Mirza Galib staat het geboortehuis van de Engelse romancier Willam Makepeace Thackeray, auteur van o.a. het verfilmde Vanity Fair. http://nl.wikipedia.org/wiki/William_Makepeace_Thackeray En in Sudder Street 10 schreef Nobelprijswinnaar Tagore een van zijn bekendste gedichten The awakening of the fountain
O, how did the sun's ray Into my heart find its way? This dawn, how could birdsong pierce my heart's dark den? After all this time, why does the heart suddenly stir again? We gingen eten in Fresh & Juicy in Sudder Street Ilse at een omelette met champignon en kip en ik vroeg een fish curry met rijst. Het waren twee heerlijke gerechten en het kostte ons slechts 61 rupees (nog geen euro) Ze hebben ook veel keuze aan ontbijt, morgen weten we dus waar gegaan.

Ilse was gisteren al schoenen gaan passen in een winkeltje in een zijstraat van Mirza Ghalib en had nog geen mooiere gezien ondertussen. Wij terug dus.Adil en zijn broer Raj waren zeer gecharmeerd door Ilse en vroegen of we morgenavond bij hen tegen zes uur gingen eten. N zonsondergang dus voor hun ramadan (zij zeggen ramazan). Dinsdag 9 september 2008 Ilse had gisteren al zitten verwateren naar haar ontbijt zodat we niet al te lang wachtten om naar onze Fresh & Juicy te gaan. De pancakes met chocolade en banaan zagen er heel anders uit dan verwacht maar smaakten lekker. Ik beperkte met tot 2 toasten met cheese. Met een Strawberry Milkshake en een thee waren we gewapend voor de dag. O ja, eerst nog vlug veranderen van hotel en dan met een taxi (70 rupees) op weg richting
Zoo Nog meer dan een kilometer ten zuiden van de Maidan en dus zeker veel te ver om te voet te gaan. Omdat we in het slechte seizoen (einde van de moesson) zaten om naar het Nationaal Park én Unesco Werelderfgoed de Sunderbans te gaan om daar héél misschien een Bengaalse tijger in het echt te zien, stelden we ons maar tevreden met deze ersatzoplossing: een zoo. Flauwe bedoening die Zoo. Heel vervallen gebouwen, weinig uitleg maar misschien waren we er op het slechtste moment van de dag: het moment waarop alle dieren binnenzitten/binnenliggen. Na lang zoeken vonden we enkele luie krokodillen en één opmerkelijke kruising tussen een Bengaalse en een witte tijger. Indrukwekkend beest maar niets om bang voor te zijn, zo'n luiaard. Soit, in minder dan een half uur hadden we de hele Zoo al gedaan... Geen must dus.
De drukke straat oversteken was geen gemakkelijk opgave maar het lukte ons toch om dan door een grote poort binnen te gaan in de National Library Waar: in wijk Alipore, een kilometer ten zuiden van de Maidan. Vraag best aan een driver je naar de Zoo te voeren, die is beter gekend. Na een bezoekersregister te hebben ingevuld, stapten we tot aan de hoofdingang waar er een hele discussie losbarstte tussen een man een vrouw - of we onze rugzak mee binnen mochten nemen of niet en of we sowieso binnen mochten ..... Uiteindelijk mochten we binnen maar mochten we geen foto's nemen. We waren terecht gekomen in de oeroude leeszaal met van die antieke leeslampjes maar verder was de zaal helemaal verlaten. Toch had het zijn charme zodat ik blij was dat Ilse met haar GSM een fotootje kon schieten van deze lege zaal zonder boeken die vroeger een balzaal was !!! De nieuwe leeszaal vonden we niet en in de kantine (Canteen zoals voor een voetbalploeg) mochten we niks drinken zonder ook te eten. Laat maar dan. http://www.nlindia.org/ 
In een theehuisje net buiten de bib dachten we tja, een theetje te kunnen drinken. Pech, alleen maar frisdranken. Een fles water en een slechte cola gingen er toch vlot in. We wilden een loopriksja nemen maar zagen er geen op die heel drukke straat. Calcutta is de enige plaats ter wereld waar je nog zo'n loopriksja's vindt. Wij hadden wat medelijden met die arme stakkers en wilden hen een serieuze fooi geven na een kort ritje. Dan maar weer een gewone taxi genomen. Na twee, drie gele Ambassadors te hebben laten stoppen vonden we er een die ons tegen een betaalbare prijs (60 rps) naar onze volgende bestemming wilde brengen. Kalighat We werden al onmiddellijk nadat we uit de taxi waren gestapt een gids opgedrongen. Niet te vermijden: hij stopte ons een bundeltje rode bloemen én twee ringen in de hand en zei dat we dit zeker moesten meenemen naar binnen. Ik weigerde maar het zou ons maar 20 rps per persoon kosten. Tja, dan toch maar. Hij speelde gids - zeer tegen mijn zin - en nam ons door eeen wirwar van steegjes mee naar het heilige centrum van de meer dan 200 jaar oude Hindutempel. Daar was het aanschuiven om een glimp te kunnen zien van de immens lelijke Kaligodin (uitpuilende ogen, uitgestoken tong...) en weg waren we naar de volgende bezienswaardigheid: een eeuwenoude boom die diende om het geluk af te dwingen voor vrouwen met hun pasgeboren kinderen. Weer door enkele steegjes, langs een lingam en een yoni, naar de befaamde Ghat: de heilige waterplaats waar Hindus zich reinigen in het heilige Gangeswater (de Ghat is verbonden met de Hooghly en dus ook met de Ganges waardoor het water heilig blijft). Daar kwamen de bloemen van pas: elk om beurt - ik eerst - moest mee over de brandend hete stenen tot aan een beeld van Kali waar het volgende ritueel zich afspon. De gevouwen handen met telkens één nieuw bloempje moesten naar het voorhoofd gebracht worden om geluk af te smeken voor, in volgorde: vader, moeder, kinderen, werk, geluk, liefde en nog wat andere items. Uiteindelijk moesten we de ringen links en rechts aan Kali's handen hangen waarna de aap uit de mouw kwam. Als troostprijs voor al ons Hard Labeur kregen we een bandje rond de rechterarm gewikkeld in de twee Hindukleuren (geel voor Shiva en rood voor Brahma - het geel is nog niet af van mijn arm...) en dan kwam de aap uit de mouw... Een schrijfboekje werd voor mijn neus geduwd met de donaties die de vorige bezoekers hadden gegeven. De bedragen van 2500 tot 6000 roepies leken me wat veel en... ik had maar 600 roepies meer op zak. Driehonderd leek me een goed bedrag maar de man bleef natuurlijk aandringen. "Make it five hundred and you'll be happy." "I'm happy with 300" en weg was ik. Ilse moest het zelfde ritueel ondergaan maar had natuurlijk geen geld bij. Tuurlijk kwam de man me met een uitgestreken gezicht vertellen dat ik voor het geluk van mijn dochter ook wel een donatie kon geven Vergeet het. Ik moest dan ook nog de bloemen betalen en gaf hem honderd roepies ipv de 40 waarna hij me vroeg "Are you happy ?" Wat denk je, afzetter... We mochten alleen maar aan het water een foto nemen en we waren op een drafje doorheen het hele complex gelopen zodat we er eigenlijk niet echt hebben kunnen van genieten. Het ging allemaal veel te rap en daardoor was het een beetje ontgoochelend. Maar, anderzijds, zonder die gids hadden we die hele ceremonie niet gehad en hadden we misschien wel niet alles gevonden in die wirwar.... We wisten maar half waar we zaten en namen een fietstaxi voor 30 rps naar de Metro om zo naar Park Street te sporen (5 haltes voor 4 rps) We wandelden nog een uurtje rond in en rond de New Market, aten enkele chicken momo's (4 pieces 15 rps), gingen vlug een plasje doen op onze kamer, wisselden € 50 bij een van de vele Money Exchangers in Sudder Street en hadden weer roepies om de entree betalen van het Indian Museum 
Waar: in het centrum, op Chowringhee Street entree: 150 rps per persoon (geen studentenkorting) + 50 fototoestel http://www.indianmuseumkolkata.org/ Het heeft de naam het oudste en grootste museum van India te zijn maar wij waren toch wat ontgoocheld. Van alle zalen op het gelijkvloers en de eerste verdieping was eigenlijk alleen maar de eerste zaal de moeite waard. Schitterende beelden en reliefs van een soort die ik nog niet had gezien in India, zelfs niet in Azië - blijkbaar van culturen waarvan niet veeel meer is overgebleven. Verder is er ook een Egyptische zaal met een mummie, zijn er zalen met fossielen, zalen met mineralen en gesteenten. Er is ook een heel grote afdeling met wassen beelden van alle Indische bevolkingsgroepen en/of deelstaten en er zijn heel veel zalen met opgezette dieren en skeletten van olifanten, giraffen en andere voor ons niet zo exotische dieren. Flauw dus, alleen zaal 1 is de moeite waard.  
We waren rapper buiten dan verwacht en ondanks een dreigend onweer gingen we nog wat shoppen rond de New Market. We moesten immers nog een paar souvenierkes meehebben voor thuis. Na een aperitiefje op onze kamer gingen we ons Laatste Avondmaal eten in het ons vertrouwde Fresh & Juicy. Het was net als gisteren heel lekker en heel goedkoop. Noedels en een fish curry en rijst brachten ons op een rekening van net iets minder dan 1 euro. Die avond hadden we het moeilijk om onze rugzak te pakken, het was immers de laatste avond van ons zeer geslaagde - op alle vlakken -verjaardagsreisje maar bijna eindigde die avond in totale terreur. Voor te gaan douchen wilde ik de handdoek van het wasdraadje nemen maar zwierde hem te ver en deed met mijn wijsvinger de op volle snelheid draaiende fan stoppen. Het schijnt dat ik nogal schruwelde, de fan stopte zijn werk en ik kon mijn wonden likken. Ilse, geschrokken als niet één, verzorgde haar rol als verpleegster goed en ontsmette de nog altijd levende vinger waarvan enkel een schelletje af was. Ook nog een serieuze bloedblinne versierde die vinger. De fan draaide nog wel maar wij voelden geen afkoeling meer zodat we 's morgens nat van het zweet wakker werden. De wekker hadden we, met pijn in het hart, om vijf uur gezet. Woensdag 10 september 2008 De taxichauffeur bracht ons in een goed halfuur (weinig verkeer 's morgens vroeg) naar de Luchthaven waar ons een lange dag wachtte |