websitetemplate.org - australiana
Wie ben ik ? > Reizen > Reisverslagen 1995 > Mexico-Guatemala (sep)
 
 

Mexico-Guatemala (sep)

Inleiding

We hadden ons zeer goed voorbereid aan de hand van alle mogelijke verschillende reisgidsen die we hadden uitgeplozen maar beseften wel dat onze planning niet zou kunnen standhouden. Je moet immers altijd rekening houden met plaatselijke omstandigheden waarbij toevalligheden een rol spelen: pech met het openbaar vervoer (of het ontbreken ervan), vertragingen, volgeboekte of niet meer bestaande hotels en uren verlies met zoektochten naar banken en telefoneermogelijkheden. Anderzijds is dit een van de grote charmes van het individueel rondtrekken dat je kunt improviseren als je het nodig vindt. Ben je de ruïnes beu, sla er dan een over. Amuseer je je op een bepaalde plaats, blijf dan een extra dag. Een heel nauwkeurige routebeschrijving is niet echt noodzakelijk maar je moet wel iets van een schema opmaken zodat je ruwweg toch kunt voorzien wat je in de voorziene tijd kunt doen. Ben je, zoals ons, gebonden aan een tijdslimiet, dan moet je wel plannen om zoveel mogelijk te zien. Je gaat immers niet jaarlijks naar dezelfde plaats, nietwaar.
Ik moet toegeven dat wij een héél strak tourschema hadden omdat we op drie weken de hele Maya-route zoals beschreven in de Lonely Planet, wilden afwerken. Dan moet je keuzen maken. De meeste backpackers die wij ontmoetten, deden over hetzelfde traject één of twee weken meer of namen één of meer binnenlandse vluchten. Dat we alle verplaatsingen met het openbaar vervoer aflegden, liet ons toe goedkope dagen op de bussen te slijten maar tevens vinden wij dat de beste manier om het dagelijks leven van de plaatselijke bewoners te kunnen inschatten.
Het was een extra-low-budgetreis en toch hebben we evenveel gezien, beleefd, meegemaakt, afgezien maar ook genoten als bv. de Jokerreizigers die bijna het dubbele van ons betaalden en zeker niet meer hebben gezien. Daarenboven hadden wij de onbetaalbare luxe altijd te doen en te laten wat en wanneer wij het wilden.
Daarvoor moet je wel een compagnon hebben die op dezelfde golflengte zit en, hoewel het de eerste keer was dat we er samen op uit trokken voor een langdurige periode, viel dat enorm mee. Enkele verwaarloosbare en wederzijdse futiele meningsverschillen niet te na gesproken.

Reisschema

MexicoDag 1 Kortrijk - Antwerpen - Amsterdam - Cancun - Valladolid
 Dag 2Valladolid - Chichen Itza - Merida
 Dag 3Merida - Uxmal - Merida en ‘s nachts : Merida - Palenque
 Dag 4Palenque - Palenque Ruinas - Palenque
 Dag 5 Palenque - Misol Ha / Agua Azul - Palenque
GuatemalaDag 6Palenque - San Cristobal - Huehuetenango
 Dag 7Huehuetenango - Lago Atitlan (Panajachel)
 Dag 8Rondvaart Lago Atitlan
 Dag 9Panajachel - Chichicastenango
 Dag 10Chichicastenango - Antigua
 Dag 11Uitstap naar vulkaan Pacaya - Antigua
HondurasDag 12Antigua - Copan
GuatemalaDag 13Copan - Quirigua
 Dag 14Quirigua - Rio Dulce
 Dag 15Rio Dulce - Santa Elena (Flores)
 Dag 16Uitstap naar Tikal - Santa Elena
BelizeDag 17Santa Elena - San Ignacio
 Dag 18San Ignacio - Caye Caulker
 Dag 19Verblijf op Caye Caulker
MexicoDag 20Caye Caulker - Tulum
 Dag 21Tulum
 Dag 22Tulum - Cancun - Amsterdam - Antwerpen - Kortrijk

 

DAG 1 : dinsdag 12 september 1995

Met de auto naar Antwerpen waar de bus naar Amsterdam stipt om 5u30 aankwam. Om 8 uur in Schiphol en iets na negenen ingecheckt en weg waren wijle om 10u. Alles verliep volgens schema en heel vlot.

Stipt om 12u25 plaatselijke tijd geland in CANCUN AEROPUERTO. Getelefoneerd, geld gewisseld en een uurtje later met een Collectivo naar CANCUN CIUDAD.
Om 14u15 de bus genomen naar VALLADOLID (de volgende kwam pas om 18u30). Te voet naar het schitterende HOTEL ZACI waar een verkwikkende douche het reisleed wegspoelde. Een aperitief smaakte en het eten in Maria de la Luz, op het marktplein, was een rustig moment. Om de jet-lag te bestrijden, vroeg in bed.

Dag 2 : woensdag 13 september 1995

Door dezelfde jet-lag zeer vroeg op. Ontbijtbuffet geproefd en goedgekeurd in Maria de la Luz
Om tien voor acht aan Terminal de bus genomen naar Chichen Itza. Nog twintig minuten wandelen tot aan de ingang van de Ruinas. Bagage wordt gratis bewaakt naast de receptie.

8u45-12u bezoek RUINAS CHICHEN ITZA (19 Pesos te betalen). De eerste indrukken zijn overweldigend maar worden later getemperd door de busladingen Amerikanen die aangevoerd worden. Het is er zeer heet en het domein wordt geterroriseerd door agressieve verkopertjes van toeristische en waardeloze prullaria. Alles is op de toeristen voorzien en dus veel te ‘clean’, heeft teveel mee van een Spielbergproductie om je in een legendarische site te wanen. Je moet wel behoorlijk je verbeelding gebruiken. Probeer dus nog iets vroeger toe te komen en te vertrekken. Vanaf 11u is het niet aangenaam meer om er te vertoeven te warm en teveel volk.

Onze meegebrachte flessen water ter plaatse soldaat gemaakt op het terrasje aan de ingang. Dan een uur gewacht aan de splitsing van de weg tot de bus zich verwaardigde terug te komen. Deze omweg was niet nodig want de chauffeur rijdt toch nog eerst eens langs de Ruinas (soms maar niet altijd..... gokken dus!).
13u30 - 15u30 : busrit naar MERIDA. Bij aankomst nachtbus naar Palenque voor morgennacht gereserveerd. Bussen rijden alleen om 18u30 en 23u30.
Busterminal is nogal ver van het centrum. In alle drukte van de lawaaierige en stinkende grootstad ons Hotel Trinidad toch nog gevonden, met veel zweten en puffen.
Na een behoorlijke dronk als aperitief vonden we Nitche-ha om te eten.

Dag 3 : donderdag 14 september 1995

In Hotel Trinidad geen ontbijt te krijgen vanwege te vroeg (6u) en dus maar in de Bus Terminal fruit, water, broodjes en koffie gekocht. Spotgoedkoop en lekker (uitgenomen de oploskoffie).
8u - 9u30 : busrit naar UXMAL. Aan de Ruinas zelf afgezet.

9u30 - 12u bezoek RUINAS UXMAL (23 Pesos te betalen). Geen toeristen en geen kraampjes te zien. Na Chichen Itza is dit een verademing, hoewel het nog heter is dan ik ooit heb meegemaakt. De tempels en bezienswaardigheden zijn nog authentieker en echter. De Tempel van de Dwerg is denk ik de steilste van alle archeologische sites in Mexico. Er lopen kanjers van iguanen rond (tot 40 cm). Alles ligt dicht bij elkaar zodat je vlug alles gezien hebt. Door de hitte en de vochtigheid is dit de beste vermageringskuur die er bestaat .

12u30 : gewacht op bus. Eerste zou pas twee uur later komen. Dan maar ons trekkersinstinct aangesproken en alternatieve route over MUNA (met Collectivo) naar MERIDA. Na een hindernisparcours arriveerden we daar om 15u, niet veel vroeger dan de gewone lijnbus. Na het tropisch onweer hebben we rondgekuierd in La Poblana (dé specialist van hangmatten = hammocks = hamaca) en prijzen gaan vergelijken in de Bazar daar niet ver vandaan. Enkele boekhandels afgeschuimd (vakidiotie) en een smakelijke aperitief gaan drinken in Tiano’s aan het Parque Hidalgo. Heerlijk zitten, vriendelijke service.
Eten in Café Express. Gewandeld in de parken tot we het tijd vonden om naar de busterminal te gaan.
Nog enkele vervelende uren zitten wachten.
OPPASSEN VOOR DIEFSTAL IN DEZE EN ANDERE BUS TERMINALS

Dag 4 : vrijdag 15 september 1995

NACHTBUS MERIDA : PALENQUE
23u30 - 09u30 (= 10 uur rijden)
We waren gewaarschuwd maar zijn toch in de val getrapt! Er zat niet veel volk op de bus zodat we elk beslag konden leggen op een volledige zitbank. Wat een luxe. Handbagage werd veilig tussen benen en venster gezet. ‘s Nachts heeft de dief gewoon de bagage onderzocht en het fototoestel van mijn kompaan eruit gehaald, samen met het mapje waarin de vliegtuigtickets zaten. Toen daar geen geld of cheques bleken in te steken, heeft hij het mapje gewoon teruggegooid. Een Nederlands koppel was hun hele rugzak kwijt mét fototoestel, onderwatercamera, geld en alles. Buschauffeur en kaartjesknipper zitten waarschijnlijk ook in het komplot want geen van beiden maakte aanstalten om onze klachten serieus op te nemen.
Stop dus AL je bagage ONDERAAN in de bus, blijf wakker of spreek met een paar toeristen af om elk om beurt te waken. Een paar uurtjes nachtrust zijn het niet waard om er je reisplezier door te laten vergallen en je op nutteloze kosten te jagen.
De aangifte in het politiebureau van PALENQUE was voor ons een frustrerende ervaring door de verregaande en ongehoorde boertigheid en desinteresse van de dienstdoende agente.
Van andere toeristen hebben we dan gehoord dat je zelfs in het busstation je bagage geen SECONDE uit het oog mag verliezen. Ik val in herhaling maar het is nodig.

Het was ondertussen al middag toen we aan Hotel Lacroix aankwamen. We verfristen ons, aten wat en namen een busje naar de Ruinas.

13u30 - 15u : Bezoek Ruinas (16 Pesos te betalen)
Palenque is van een overweldigende schoonheid, niet zozeer vanwege de ruïnes die elders mooier, hoger, omvangrijker en beter bewaard zijn maar door de adembenemende omgeving. Je voelt en ruikt de mensen die in de jungle leefden. Het geluid van brulapen wordt in reisgidsen beschreven als dat van leeuwen, olifanten... maar de werkelijkheid overtreft je stoutste fantasieën. Iedere aap maakt meer lawaai dan tien leeuwen of een kudde olifanten. Het geluid dat kilometers ver te horen kan je niet beschrijven maar is onvergetelijk en dringt door merg en been.
We hebben geprobeerd langs een binnenwegje aan de geroemde waterval te geraken maar zijn verloren gelopen. Dan maar buiten het domein: een kwartiertje wandelen naar beneden en een bosweg naar benden volgen. Tijdverspilling... De moeite niet waard.

Op de terugweg gelift en direct meegenomen door mensen in een pick-up truck.

Om 17u een aperitiefje gaan drinken in El Rodeo om te bekomen van de bewogen nacht en de daaropvolgende dag. Het leed was vlug vergeten.
Naar ons hotel om een douche te nemen, iets anders aan te trekken en terug naar El Rodeo om van een welverdiend avondmaal te genieten. Bus gereserveerd voor trip naar MisolHa/Agua Azul (aan overzijde van de straat naar het marktplein toe): 40 Pesos per persoon.
Slaapmutsje gaan drinken in Restaurant Maya waar de voorbereidingen voor de ‘Grande Noche Mexicana’ van de daaropvolgende dag volop aan de gang waren. Die dag vierde men de herdenking van de Onafhankelijkheid (wél feestelijker dan onze 21ste juli). We vreesden voor nachtlawaai maar niets van. De tequila, het gebrek aan slaap op de nachtbus en ons hotel dat toch ver genoeg bleek te liggen lieten ons slapen als marmotten.

Dag 5 : zaterdag 16 september 1995

Wakker om zes uur, verwonderlijk genoeg zonder hoofdpijn. ( Ik wilde gebruik maken van de ’24 horas service’ die de verschillende International Calls aanbiedende bureaus adverteren maar ving bot.
Na het ontbijt nog eens gaan proberen: no connecion. Normaal mag het niet gebeuren zei de telefonist maar het kan héél uitzonderlijk wel eens gebeuren. Smoesje om bestwil. Normaal betaal je 19 à 20 Quetzales per minuut naar Europa.
Om 9 uur vertrokken met een busje naar Misol Ha/Agua Azul (verslag: zie volgende pagina)


Om 18 uur geïnformeerd naar bussen voor San Cristobal. Resultaat: bij ADO om 9 uur en 17u30.. Bij een andere maatschappij (Maya del Oro) om 4u30 en 5 uur (alleen paso = doorgaand verkeer, korte stop). Inkopen gaan doen, het obligate aperitiefje gedronken, douche genomen en terug naar het ons goed bevallen El Rodeo om ditmaal minder lekker te eten dan gisteren. Het was ondertussen weer beginnen onweren zodat we onze terugweg niet meer onderbraken voor een slaapmutsje. Het was welletjes geweest en morgen is het vroeg dag.

Dag 6 : zondag 17 september 1995

Op een voor België én een zondag onvoorstelbaar uur opgestaan, met de wekker: 3u45.
Een half uur later stonden we fris en monter aan het busstation. Na een kwartiertje wachten reisden we tot 9u in een luxebus met airco - goed geslapen onderweg maar met de handbagage zo veilig mogelijk rond ons gedraaid om op alles voorzien te zijn.
In SAN CRISTOBAL hadden we twee en een half uur voor de volgende bus eraan kwam. Nogmaals en alweer zonder resultaat geprobeerd te telefoneren om de thuisbasis te sussen. De koffie op het kioskje op het marktplein smaakte heerlijk en na de zoveelste poging gaf België thuis. 30 Pesos voor 1 ½ minuut. De bussen in San Cristobal vertrekken om 8u30, 11u30 en 15u30 naar de grens.
11u30 - 14u30 : San Cristobal - Cuauthémoc/La Mesilla (grens met Guatemala)
15u - 17u30 : La Mesilla - HUEHUETENANGO. Busterminal nog zo’n twintig minuten stappen van het centrum. Geboekt in Hotel Mary, douche genomen, gekeken naar sportnieuws op TV en de Mexicaanse versie van Eddy Wally gezien. Een hilarisch moment op onze tocht. Het Steak House kon onze honger tenvolle ledigen.
We waren natuurlijk weer de laatsten en zijn ‘buitengevlogen’. Om 22u30, notabene.

MISOL HA en AGUA AZUL

Hoewel we helemaal geen voorstander zijn van georganiseerde uitstappen en we liever alles alleen beredderen, kan je er soms niet onderuit om in groep ergens naar toe te gaan? Hoofdzakelijk vanwege de onbereikbaarheid met het openbaar vervoer.

Trip te boeken in Palenque in de diverse Travel Agencies of in de hotels (bv. het onze, Hotel Lacroix). Bijna overal dezelfde prijs en uurregeling.

Prijs : 40 Pesos pp. In een Collectivo rij je dan allemaal samen. Nergens moest je nog bijbetalen maar je neemt het best een lunch mee.

Uren : meestal van 9u tot 16u (dus zeven uur weg waarvan drie on the road).

MISOL HA : prachtige waterval van ongeveer 30 meter met daaronder een relatief kleine plas water waarin je wel heerlijk kan zwemmen. Je blijft maar een half uur ter plaatse (véél te kort). Verspil dus niet teveel tijd aan het nemen van kiekjes maar geniet des te meer van het verfrissende water. Voor de minder geoefende of bange zwemmer loopt er een touw over de lengte van de plas waar je houvast aan hebt.

AGUA AZUL : de eerste aanblik is indrukwekkend omdat je honderden watervalletjes ziet maar het water is helemaal niet zo ‘azul’ als de naam laat uitschijnen. Niemand zwemt, dus je gaat naar boven om een geschikte zwemplaats te vinden. Na twintig minuten stappen, ben je afgeschrikt door de berichten in je reisbijbel die je waarschuwen voor berovingen, verkrachtingen... en je keert terug, zonder nat te zijn. Onderweg kom je tientallen standjes tegen waar je best niets koopt, kwestie van niet bedrogen te worden. Alle souvenirs zijn elders mooier, beter én goedkoper te krijgen.
De stoutmoedigsten onder de bezoekers sprongen toch in het woelige water en genoten ervan. En dit ondanks de waarschuwingsborden dat er in het regenseizoen (én dus ook september) NIET mag gezwommen worden.
Wij hadden dan ook nog de pech dat er een verschrikkelijk tropisch onweer losbarstte zodat we moesten (nou ja, ook wel wilden) schuilen in een van de talrijke eethuisjes/cafés.
Je blijft bijna vier uur in Agua Azul wat véél te lang is, in verhouding tot de korte periode in Misol Ha.

Dag 7 : maandag 18 september 1995

Om 7 uur naar het Mexicaanse ochtendnieuws gekeken maar niet veel bijgeleerd. Na het onbijt wilden we naar de bank maar de eerste opende pas zijn deuren om half negen (op het marktplein).
Op weg naar het busstation liepen we de hele tijd verkeerd zodat we er wel tweemaal zolang over gedaan hebben als nodig was.Enorm geharrewar aan de Bus Terminal in HUEHUETENANGO. Niemand lijkt juist te weten of er nog een bus is en zo ja, wanneer. Eerst probeerden ze ons wijs te maken dat de volgende bus pas om 14u kwam. Het vooruitzicht daar enkele uren vast te zitten trok ons natuurlijk niet aan zodat onze speurtocht tenslotte beloond werd. Om elf uur zou er toch een bus passeren die naar Los Encuentros moest. Daarvoor hadden we wel de hulp nodig van een ladino die zelf voor ons kaartjes ging kopen, natuurlijk met de vraag naar een propina (een van de eerste woorden die je leert in het Spaans). 11u - 14u : Huehuetenango - Los Encuentros

14u - 14u15 : Los Encuentros - Solola
14u15 - 14u45 : Solola - PANAJACHEL
Die laatste rit hebben we overleefd in een minibusje (een VW) waar 30 mensen ingepropt werden. Je moet het maar doen. Het grapje over de Nederlanders werd hier bewaarheid.
Hotel gezocht en tot aan het meer gewandeld. Door een plotseling onweer overvallen en van pure miserie de eerste de beste droge café binnengestapt. De flater van ons leven. We dronken elk op ons gemak drie pinten Montecarlo maar kregen een wrange nasmaak toen we de rekening gepresenteerd kregen. Die bedroeg het driedubbele van wat je elders betaalde. Pruttelen hielp niet want de menukaart gaf dezelfde prijzen aan. Gerold waren we door onze eigen stommigheid..
De rest van de reis hebben we eerst nagevraagd wat eten of drank kostte voor we ons neerzetten. Al doende leert men.
We kochten een ticket voor de boottocht van morgen op het Lago Atitlan, gingen ons opfrissen en trokken droge kleren aan.
Om half acht zijn we gaan aperitieven in The Grapevine (jammer genoeg een half uurtje te vroeg voor het Happy Hour - dan konden we wat van onze buitensporige uitgaven van ‘s namiddags goed maken). We zaten daar heel alleen, het was er dus niet bijster gezellig maar het bier was lekker en de muziek was schitterend Westers.
Beneden in het aanbevolen restaurant waren we nogal ontgoocheld door de minieme hoeveelheid in ons bord en gingen dus maar mét honger én redelijk vroeg slapen.

Dag 8 : dinsdag 19 september 1995

Onze wekelijkse portie Nivaquine spoelden we bij het ontbijt om zes uur door met een slok water. Twee uur later stonden we klaar aan de aanlegsteiger bij het meer om aan de volgende uitstap van onze reis te beginnen. (verslag : zie volgende pagina)
Om 16u waren we terug en voor de zoveelste maal wandelden we langs de kraampjes waar we al een lichte zweem van belangstelling hadden laten blijken. We namen enkele pittoreske foto’s aan friet- en tacostandjes, dronken een pint aan een toog langs de straat. Typisch Belgisch maar nog niet meegemaakt in Guatemala. We voelden ons al helemaal thuis.
Geïnformeerd in Guatel om te kunnen telefoneren. Noppes.
Restaurant gezocht en in El Chismo terechtgekomen. Alleen een aperitief gedronken: het is meer een snackbar voor tussendoortjes dan een plaats waar je je buik kan vullen. Het lijkt me wel een goede ontmoetingsplaats om andere reizigers te spreken.
In een restaurantje waarvan we de naam vergeten zijn konden we dan wel goed en overvloedig eten. Het was ergens schuin tegenover ons hotel. Daar hoorden we voor het eerst over de aardbeving van de dag ervoor in Mexico. De garçon verzekerde ons ervan dat er geen gevaar dreigde en dat we juist op tijd ontsnapt waren uit Mexico. Gerustgesteld konden we gaan slapen.

LAGO ATITLAN

De boottochten kunnen op veel plaatsen geboekt worden. De beste keuze heb je natuurlijk aan de plas zelf waar de verschillende maatschappijen je benaderen en je proberen in hun boot te krijgen.
Je kan een trip maken naar één of twee dorpjes of een gecombineerde uitstap doen. Wij sloten ons aan bij maatschappij BATS en betaalden 30 Quetzales voor een trip van Panajachel naar San Pedro, dan naar Santiago de Atitlan en terug. Zo dachten we. Dat laatste zal heel belangrijk en leuk worden.
Iets na acht uur vertrokken we in mistig, duister weer via diverse aanlegplaatsjes (waar nog meer volk werd opgeladen) naar San Pedro. Van 10 tot 12 hadden we daar ‘vrij’. Omdat er heel weinig te beleven is heb je al vlug alles gezien. Er was een marktje maar daar deden we geen inkopen en wachtten - ons instinct liet ons voor één keer niet in de steek - tot het volgende dorpje. Je kan een heel korte wandeling naar boven maken en terug beneden iets drinken in Café Johanna waar een vriendelijke Duitser je spotgoedkoop bedient: koffie of een Pepsi kost niet meer dan 2 Quetzales.
Kort daarop begon het op het meer te stortregenen maar gelukkig hebben die bootjes een zeil aan boord om je relatief droog te houden.
In Santiago moesten we ons ticket tonen en zei de controleur iets van ‘boleto finito’. Het klonk ons vreemd in de oren maar ja, ons Spaans is niet om over naar huis te schrijven. We vonden het toch verdacht en ik wilde snel ons ticket teruggrijpen maar was te laat. Net als een koppel Nederlanders.
Santiago is heel wat levendiger dan San Pedro en kinderen zwermen om je heen om je mee te loodsen naar dé bezienswaardigheid van het dorp: de kettingrokende en drinkende afgod MAXIMON. Rond die figuur wordt een hele ceremonie en show geweven. We waren er getuige van dat een moeder in klaaglijke volzinnen de steun van haar Afgod inriep om haar knielende en bijna wenende zoon aan iets of van iets af te helpen. Ze waren heel overtuigend en we zijn er nog niet uit of het show was of gemeend. De gebeurtenis wordt gadegeslagen door drinkende en rokende mannen die Maximon constant van dezelfde genotsvoorwerpen voorzien. Schandalig is wel dat je 10 Quetzales per foto moet betalen. Onze poging om gratis een tweede foto te nemen omdat zogezegd iemand juist heel toevallig voor de lens liep, lukte niet. Misschien spreek je beter op voorhand af: 2 of 3 foto’s voor 10 Quetzales of niets. Ik denk dat het wel moet lukken.
Verder kun je in Santiago plaatselijk handwerk kopen tegen dumpingprijzen. Aanklampen, handen omhoog gooien, afdingen, weglopen... maakt deel uit van de op handen zijnde deal.

De problemen begonnen toen we weer aan boord wilden om onze terugweg aan te vatten: we hadden geen ticket meer.(remember, boleto finito). Het was een andere boot en een andere driver. Alle protesten luchtig wegwuivend, duwden we ons aan boord en probeerden uit te leggen dat we al betaald hadden voor ‘dos vias’. Hopeloos. De controleur drong enkele keren aan maar liet ons dan gerust omdat hij wel wist dat wij sterk in onze schoenen stonden maar dan begon de brute pech. De boot startte niet.... Een nieuwe batterij die er letterlijk ingehamerd werd, hielp ook niet en we moesten overstappen op een ander vaartuig.

Ik hoorde de ene controleur ‘lelijk doen’ tegen de andere dat wij niet wilden betalen. Toch gingen wij zitten, redelijk op ons gemak. De nieuwe boot was van een beter jaar maar na twee minuten zette de

driver de motor af en verklaarde plechtig voor iedereen dat hij alleen maar wilde vertrekken als ‘die gringo’s’ daar wilden betalen. De volkswoede van een veertigtal plaatselijke inwoners wilde ik niet over me heen krijgen en betaalde, na kort marchanderen, dan toch de helft van de normale prijs voor de terugtocht. Zo hadden we allebei ons gezicht gered.
De rest van de terugreis verliep zo voorspoedig als maar kon.
We waren terug voor ons vieruurtje.

MORAAL VAN HET VERHAAL

Boek dus liefst geen trip voor ‘dos vias’ (heen en terug) want dan loop je de kans gerold te worden. Indien wij de trip nog zouden kunnen overdoen, zouden we onmiddellijk naar Santiago varen en dan, afhankelijk van de tijd die je wil spenderen, afzonderlijke en kleine bootjes nemen naar één of meer van de twaalf kleine dorpjes langs het meer om misschien te voet terug te keren naar Panajachel. Als het weer het toelaat tenminste.
Je hoeft niet op voorhand te boeken of bang te zijn dat er geen plaats meer vrij zou zijn want ze stoppen toch iedereen op de boot die wil betalen, ahum.

De boottocht op zich is heel ontspannend en bracht een rustpunt in het drukke heen en weer gereis.

Dag 9 : woensdag 20 september 1995

Na het ontbijt zijn we rond halfnegen gaan zwemmen, alleen gekleed in onze boxershort (aan een zwembroek hadden we zo vroeg nog niet gedacht. Who cares? We waren toch bijna helemaal alleen? Er was een soort doopplechtigheid aan de gang in het meer waarbij volwassenen in het lauwe water ondergedompeld werden. Geen verdere informatie over het ritueel te vinden of te krijgen. Een uurtje later eindelijk nog eens kunnen telefoneren naar mijn dochtertje - in een bureautje in de hoofdstraat tegen 42 Quetzales per twee minuten
Dan nog wat gaan zwemmen tot we ‘s middags de shuttle wilden nemen naar CHICHICASTENANGO In onze haast hadden we niet opgemerkt dat de prijs voor de rit 10 US $ bedroeg in plaats van de Quetzales die wij voor ogen hadden.

Iets na twaalven via opnieuw Solola en Los Encuentros in Chichi geraakt met de gewone bus. Vlotte verbindingen en om 14u stonden we daar.

Posada Belén was niet onze eerste keus in de Lonely Planet maar daar bleef het toch bij. We hebben eerst wat rondgekuierd, een verrassend goede hamburger gegeten met een ferm glas bier, zijn niet naar Pascual Abaj geweest en zijn postzegels en -kaarten gaan kopen in het schitterende Hotel San Tomas. Zelfs als je er voor geen enkele reden hoeft te zijn, moet je toch eens een blik gaan werpen op de ongelooflijk schitterende binnentuin.
O ja, die postzegels, het lijkt ongeloofwaardig maar het is zo: in het postkantoor kun je geen postzegels krijgen.
We wilden de kaartjes schrijven op onze hotelkamer (op een énorme tafel) en bestelden in een dorpscafé ‘dos cervezas’ om mee te nemen. De vriendelijke schlemiel achter de toog begreep ons uitmuntend Spaans blijkbaar niet en we moesten de blikjes daar staande uitdrinken, temidden van enkele zatlappen. Aangenaam is anders, zodat we tegen een verbijsterend hoog tempo de Gallo’s door onze keel goten en al boerend naar onze kamer gingen.
Na de kaartjes, een wasje gedaan terwijl het ondertussen buiten weer ‘son y luz’ was. In de gutsende regen waagden we ons toch door de inmiddels blank gezette straatjes naar het restaurant waar we heel smakelijk hebben kunnen eten maar waar we vroeger dan ons lief was terug het onweer ingejaagd werden. Op reis zijn we geen fuifnummers, zelfs eerder van het Spartaans type maar iedere avond zo vroeg het bed ingejaagd worden is van het goede teveel.
Finale in mineur van een ondanks alles héél toffe dag.

CHICHICASTENANGO
Onvergetelijk stadje waar je kunt rondwandelen tot je blaren op je voeten krijgt. De kleurenpracht van de stoffen en gewaden die de bergbewoners maken is fenomenaal. Je kijkt je ogen uit en wordt overweldigd door het groenten- en fruitaanbod op de markt.
Als buitenlanders mag je het kerkje niet langs de hoofdingang binnen en het is er verboden foto(s te nemen (zogezegd). De aangeklede Christus- en heiligenbeelden doen voor onze Westerse ogen wat onwennig aan maar zijn toch echter dat de kale beelden bij ons. Ook de geur op de trappen is iets heel speciaals: je houdt ervan of niet.

Dag 10 : donderdag 21 september '95

Slecht geslapen door een hondenconcert buiten.
Inkopen gedaan, ontbijt tot ons genomen, kaartjes gaan posten in Hotel San Tomas omdat we dachten dat de service daar beter zou zijn dan in het Post Office zelf - de kaartjes zijn 19 (NEGENTIEN) dagen onderweg geweest.
Heel de voormiddag op het kerkhof en de markt rondgewandeld tot we scheel zagen van het afbiedspelletje.
Rugzak gepakt en om 12u15 weg naar de volgende bestemming. Na twee overstappen in LOS ENCUENTROS (waar we de plaatselijke Senna leerden kennen) en CHIMALTENANGO belandden we rond 15u30 in ANTIGUA.
Lastig gevallen door opdringerige gidsen (zogezegd officiële van het Ministerie van Toerisme) totdat we de politie aanspraken om de weg te vragen. Ze verdwenen als sneeuw voor de zon, onze nepvrienden natuurlijk.


Logement gevonden, Inguat en bank gezocht en naar Dona Luisa voor een drankje. In ons hotel een douche genomen, iets anders aangetrokken en terug naar Dona Luisa voor hun enige specialiteit: huevos. De portie was enorm groot en héél lekker.

Dag 11 : vrijdag 22 september 1995

Om 6 uur wakker, twee uur later aan Sightseeing gedaan in het centrum. Het stadje is mooi gelegen tussen drie vulkanen maar is (volgens ons en in tegenstelling tot de meeste andere toeristen die we ontmoetten) bijna het bezichtigen niet waard. Enkele oude kerken met gescheurde gevels - van de talrijke aardbevingen - en dat is het zowat. Er lopen wel heel wat buitenlanders rond die taalcursussen volgen, daarvoor zou Antigua naar het schijnt ideaal zijn.
‘s Middags hebben we enkele broodjes gegeten op het terras van de kamer en wachtten tot een minibusje ons kwam halen voor het grote onbekende: de vulkaanbeklimming

VULCANO PACAY

Te boeken vanuit Antigua. Iedereen rekent dezelfde prijs aan: 10 US $ maar de omrekeningskosten naar Quetzales kunnen enorm verschillen. Wij hoorden prijzen tussen 57 en 75 Quetzales. Het goedkoopste tarief vonden wij echter in ons hotel (Hotel Angelina). Organisatie heet BARCO.

Vervoer: wij waren met negen personen in een omgebouwde terreinwagen (Four Wheel Drive jeep). Niet volzet dus. We vertrokken om 14u aan het hotel en kwamen twee uur later aan in San... (de naam is ons ontglipt. Ongelofelijke bospaadjes waarbij de chauffeur soms moest uitstappen om met zijn schepje putjes water te vullen, waren ons deel. Geen plezierritje dus.

Bij de start van de beklimming wordt de chauffeur afgelost door Don Emilio, onze gids. Dit pezig mannetje ziet er misschien zestig uit maar heeft betere benen en longen dan wij allen samen. Twee gewapende politiemannen vergezellen ons naar boven om ons te beschermen tegen de frequent voorkomende roofovervallen. Niets van gemerkt, gelukkig maar.

Beklimming: je start op een hoogte van ongeveer 1800 meter en moet een verschil van ca 770 meter overbruggen tot de top. Weinig, denk je, maar je doet er wel twee uur over. Don Emilio beloofde ons een kalm tempo maar na een kwartier trapten er al een paar op hun adem. Het eerste stuk gaat immers steil omhoog tussen rotsblokken en boomwortels zodat je goed moet oppassen waar je je voeten zet. Net als je denkt dat er geen pauze meer zal komen, geeft Emilio het sein dat we mogen rusten, foto’s nemen en wat drinken. Dan volgt er een gewone wandeling op een soort vals plat van zo’n half uur.
Bij het zien van de steile bergwand van de vulkaan zelf (de op één na laatste beklimming) haakt onze eerste compagnon af. Het wordt een half uur ploeteren tegen het voortdurend wegschuivend lavagruis in. Het lijkt wel de Processie van Echternach waarbij je na drie stapjes vooruit er twee achteruit zinkt. Terwijl wij naar boven ploeteren en iedere twintig stappen halt moeten houden om genoeg adem te hebben (de ijle lucht, nietwaar), stappen er twee van ons gezwind mee met Emilio richting top. Een derde, mijn reisgezel, volgt de koplopers.

Bij de allerlaatste rusthalte laten wij ons neerploffen en beginnen zowaar te filosoferen over het onzinnige van deze onderneming waarbij de zwarte humor niet uit de lucht is.
We genieten van het spectaculaire uitzicht en besluiten de laatste vijftig meter te laten voor wat ze zijn. Het wordt ondertussen hels donker en we krijgen het héél koud. Boven en onder ons zien we de lichtjes van de dansende zaklantaarns en we worden, jawel, bang. Bang voor wat nog komt. Hoe komen we in godsnaam van deze verschrikkelijke vulkaan af. In het pikdonker zien we elkaar bijna niet meer zitten en tegen beter weten in, nemen we enkele foto’s van elkaar om de té lange tijd te doden dat onze vrienden boven blijven
Achteraf hoor ik dat het, helemaal boven, balanceren is op een smalle richel tussen twee kraters. Er was teveel mist om iets van de brandende lava te kunnen zien en het uitzicht naar beneden verschilde niet veel van het onze.
Het is een onbeschrijfelijk gevoel daarboven. Enerzijds voel je de warmte van de lavastroom en de stoom die uit de tientallen kratertjes opstijgt maar anderzijds sta je een meter boven de grond te rillen door de ijzige wind en de grote hoogte.
Het werd ondertussen al 19u toen we Emilio met de kopgroep naar beneden ‘zagen’ aankomen.

Afdaling: de door iedereen gevreesde afdaling over het wegschuivende lavagruis valt tot onze grote verbazing heel goed mee en redelijk vlug kunnen we onze achtergelaten vrienden vervoegen op het lagere plateau.
Het laatste stuk naar beneden tussen de rotsen en de bomen is héél eng. Je ziet en je hoort helemaal niets en de veiligheidsmensen schijnen onophoudelijk links en rechts de jungle in, alsof ze iets horen. De gesignaleerde Indiaanse Robin Hoods lieten zich gelukkig niet zien maar toch was iedereen muisstil. Tijdens het laatste anderhalf uur denkt iedereen na over onze dag en onze prestatie maar de waakzaamheid blijft groot.

Terug in de maatschappij: wanneer we aan het busje komen is er een algehele spontane ontlading: "We made it, yeah". De vreugdekreten waren niet uit de lucht.

Na in één keer een fles water soldaat te hebben gemaakt, wat broodjes en een deugddoende sigaret, reden we in het donker ‘naar huis’. De opgekropte spanning ebde weg en er werden al snurkgeluiden waargenomen in het busje.
Om elf uur waren we terug in Antigua waar van de voorziene verbroedering tussen pot en pint niets meer in huis kwam omdat iedereen dringend aan een warme douche toe was.

SLOTKONKLUSIE

Het is een schitterende ervaring geworden maar... begin er niet aan zonder een behoorlijke basisconditie en een gezonde portie lef en durf. Wij konden ons boven voorstellen dat iemand een uitschuiver maakte en een been brak. Hoe zou die ooit heelhuids beneden geraken?
Eet de dag ervoor geen eieren bij Dona Luisa anders heb je net als ik de volgende dag constant last van maagoprispingen (de welbekend eierpuf).
Laat paspoort en geld achter in je hotel. Geen overbodige luxe met al die roververhalen.
Vergeet zeker niet warme kledij mee te nemen want het is ZEER koud daarboven.
Zorg dat je een betere zaklamp hebt dan ik en goede schoenen kiest.

Laat je echter niet bang maken door mijn impressies.... DOEN .

Dag 12 : zaterdag 23 september 1995

We waren een half uur vroeger op dan we de wekker (6u30) hadden gezet, konden dus vroeg ontbijten en op stap.
Om 8u15 kwam de bus eraan die ons in 45 min in GUATEMALA CITY bracht. We waren blijkbaar aan een verkeerde halte afgestapt zodat het heel wat vraag- en zoekwerk kostte (én twee andere plaatselijke stadsbussen) voor we de juiste terminal vonden. Frustrerende ervaring.

Om 10u30 vertrokken we naar CHIQUIMULA waar we vier uur later aankwamen. We hadden tijd om te wachten en hielden ons bezig met grappen en grollen en het onthoofden van een lekkere kokosnoot.

Wat we niet wisten, zelfs niet konden vermoeden werd dra pijnlijk duidelijk. Er zijn twee terminals in Chiquimula, enkel gescheiden door één blokje huizen. Wat dacht je: we stonden natuurlijk verkeerd. We hadden zeker al bij tenminste tien personen geïnformeerd en de elfde kon ons nog juist op tijd naar de goede (én tevens laatste van de dag) bus loodsen. De chauffeur was al aan het rijden maar zag ons hijgend, puffend, zwetend en blazend komen aanhollen en gaf ons twee minuutjes respijt. Hij wachtte.
Oef. Het zweet gutste van ons maar we waren toch weg. Naar Honduras.

 

15u15 - 17u45: Chiquimula - El Florido.
Daar verliepen de grensformaliteiten vlot. Twee pick-up trucks stonden ons op te wachten maar wilden de vier toeristen (twee Duitsers en wij) niet in dezelfde truck laten stappen: ‘dat gaat niet’. Een vertwijfelde poging om de Duitsers terug te roepen haalde niets uit en we waren overgeleverd aan de willekeur van de Honden (vanaf dit moment begonnen we de inwoners van Honduras zo te noemen). Ze vroegen 100 Quetzales (geen goedkopere Lempira’s, zo dom zijn ze nu ook weer niet) voor ons beiden. Wat doe je dan? Binnen een kwartier is het donker en de twaalf kilometer tot Copan kun je niet te voet afleggen in zo’n hitte en mét je rugzak. Je slaat er een paar Vlaamse vloeken door, hijst je dooreengeschudde lichaam in de laadbak en telt in gedachten je resterende geld.
Dan blijkt dat er in de wagen zeker nog plaats genoeg is voor een zeven à acht personen, later opgevuld met plaatselijke Honden met heel hun have en goed. Als haringen in een ton vervolgden we onze lijdensweg.
De volgende dag hebben we voor de terugrit 10 Lempira betaald, in afspraak met een groep Nederlanders en Fransen. Samen waren we met zijn tienen ( 10 x 10 is ook 100).
Onze vrienden hadden zich op de heenweg niet zo laten bedotten als wij domme boerenkinkels en waren een soort zitstaking begonnen om een schappelijke prijs (25 L pp) te bedingen. Let dus op voor die kleine corrupte smeerlapkes die met ons in één rit hun hele dag goedmaakten. Als ik eraan terugdenk word ik nog woedend om zoveel onmacht.


In COPAN zelf hadden we geen moeite om Hotellito Copan te vinden, ons hotel voor één nacht.
Na een aperitiefje op de ‘platse’, gingen we eten in de Llama del Bosque waar we met VISA moesten betalen omdat het korte ritje een té grote hap had genomen uit het door ons uitgerekende Honduras-budget. Eenmaal de inwendige mens versterkt, konden we al wrange grapjes maken over het voorval. Maar vergeten doe je het nooit.

Dag 13 : zondag 24 september 1995

Na een verrukkelijk ontbijt met verse broodjes, ananas en koffie waren we vroeg op pad naar de Ruinas die slechts op een tiental minuten stappen van het centrum liggen. Je hoeft dus geen van de busjes te nemen die je overal worden opgedrongen door de Honden.

8o00 - 9u30 bezoek Copan Ruinas (30 Lempura te betalen)

Het domein is zéér goed onderhouden, zeer proper en oogt zeer aangenaam. Alles ligt echter dicht bij elkaar zodat je zeer vlug alles gezien hebt. De Stelae zijn schitterend qua afwerking en uniek voor de Maya-cultuur. De ‘Trap met de Hiëroglyfen’ zit verborgen onder een enorm zeildoek zodat het bouwwerk veel van zijn schoonheid verliest. De tunnels waar recent graftombes zouden ontdekt zijn (zelfs tot in de Vlaamse pers werd er melding van gemaakt), zijn voorzien van een niet te kraken hangslot. Noppes dus. De tempels zijn klein, niets bijzonders maar worden wel ingenomen door talrijke luidruchtige kleine aapjes.

Conclusie: ik vond het jammer van de moeite, de tijd (een dag heen en even lang terug), het geld (de smeerlapkes) en de niet zo interessante site, ondanks de prachtige stelae. De papegaaien aan de ingang, de aapjes en die éne verkoper van souvenirs maakten iets maar niet veel goed. Ontgoocheld verlieten we het domein. Het naar verluidt wel interessante Museo in het stadje hebben wij niet meer bezocht.

Om 10u zijn we al beginnen zoeken naar een bus die de grens zou passeren. Ik vermoed dat alle inwoners van Copan broers, zusters, neven, ooms zijn of ik weet niet welke familieband hebben met de pick-up drivers want ze stuurden ons van hot naar her. ‘De bus vertrekt hier, de bus vertrekt daar, op zondag zijn er geen bussen, de laatste bus is al weg...’. Alles hebben we gehoord totdat we het zelf niet meer wisten. Gelukkig ontmoetten we toen de Nederlanders waarmee we een pick-up konden charteren.
‘s Middags zaten we aan de grens te wachten waar zelfs de douaniers niet wisten wanneer er een bus zou komen tot er plots om 13u iets verscheen dat er op leek. We waren vertrokken voor een hobbelige rit naar CHIQUIMULA (weeral) waar we, na een overstap in Jocotan, om 15u30 arriveerden. Bijna twee uur later geraakten we in QUIRIGUA. Verder kwamen we niet meer. We waren eigenlijk van plan (of wilden) die dag nog in Poptun geraken om op de veelgeprezen Finxa Isobel te overnachten maar konden geen vervoer meer vinden. Klote, dan maar in Quirigua gebleven.
Van de plaatselijke Bus Terminal is het nog een tiental minuten stappen naar het enige Hotel dat het dorpje rijk is: Hotel Royal (what’s in a name).
In een dorpscafé hebben we naar het plaatselijke Sport op Zondag gekeken en zijn na een frustrerend avondmaal gaan slapen.

Dag 14 : maandag 25 september 1995

In Quirigua haalden we om 8u15 een bus die ons om 10u15 in Rio Dulce bracht. Daar beslisten we, zomaar, een boottocht te gaan maken op het Lago Izabal en zo naar Livingston te varen. We waren niet van plan daar te overnachten maar vonden het wel (dankzij de lovende woorden van elders ontmoette reizigers) een leuke en mooie afwisseling tussen al het stof door.
Na de boottocht zou de bus er ongeveer om 15u zijn. Punctualiteit staat echter niet in de Top 10 van de Guatemalteekse deugden zodat we na anderhalf uur vruchteloos wachten maar besloten de busreizen van die dag als afgesloten te beschouwen. Het werd verder een luilekkerdagje waarbij we onze tijd spendeerden aan bier, pasta, rum (bij een nachtelijke boottocht op het meer) en het genot dat ik mocht smaken mijn thuis opgenomen cassette met o.a. ‘Zij houdt van vrijen’ van onze Raymond op volle sterkte uit de luidsprekers van Holly Mar te horen. Een primeur voor de pelikanen, reigers en vissen. No doubt.
Holly had ons een goed, betaalbaar hotelletje aangeraden dat we in het donker nog net terugvonden, in de zekerheid dat in ons hoofd morgen een heel symfonieorkest zou tekeergaan. Niet leuk als vooruitzicht maar zoals mijn moeder altijd zegt: ‘Een kermis is een geseling waard.’

TARZANTOCHT OP DE RIO DULCE

Omdat we niet in één trek naar Poptun wilden (of konden) reizen, besloten we te stoppen in Rio Dulce om daar een boottocht te maken op het Lago Izabal en heen en weer naar Livingston te varen...
Onze bedoeling was in Rio Dulce te blijven tussen ruwweg 10 en 15 uur om dan door te reizen.
We waren ruim op tijd in Rio Dulce, dat wel, maar we zijn er langer gebleven dan verwacht. Als je van de bushalte naar beneden wandelt, zie je een tiental boten liggen (grote en kleine). Onmiddellijk word je overrompeld door verschillende mensen die je een trip aanbevelen. Iedereen vraagt een andere prijs, heeft een andere route of een ander tijdstip van vertrekken of terugkomen. Uit die overvloed van mogelijkheden konden we niet goed onze keuze maken. Omdat we niet wisten wat de normale prijzen waren - onze belevenissen in Copan in gedachte- gingen we ons licht opsteken in een Amerikaans uitziende bar waar nogal veel buitenlanders bleken te zitten. De eigenares Holly (de bar heet Holly Mar) stond ons met raad en daad bij om uit te leggen hoeveel we mochten betalen en met wie we best meevaarden. ‘I love guys who drink in the morning’, was haar commentaar bij onze vroege bestelling: we hadden immers nog wat tijd te doden voor de boot vertrok.
Van 12 tot 15 uur (op dat uur wilden we persé terug zijn omdat dan de laatste bus naar Poptun zou passeren) vaarden we dus op een middelgrote boot op volle snelheid over het meer naar Livingston waar we een korte stop hielden. Op de terugweg waren we alleen zodat de gids ons kon meenemen naar de Biotopo van de ‘Manatees’ (soort zeekoeien) die we natuurlijk niet te zien kregen. Wie was er bang van wie? De tweede stop was bij Agua Caliente, een vuil poeltje met warm sulferwater.
De laatste bezienswaardigheid van de terugtocht (een Spaans Castillo) hebben we afgezegd wegens tijdsgebrek.
Om 15u waren we terug, bedankten Holly voor de raad en namen afscheid.
We wachtten op de bus tot half vijf en besloten unaniem (wij twee dus) dat hij er niet meer zou aankomen en decideerden in Rio Dulce te blijven en onze tocht morgen verder te zetten; er was maar één enorm probleem: we hadden geen geld meer en de banken waren dicht. Holly stemde er mee in dat we mochten drinken en eten zoveel we wilden om dan ‘s morgens naar de bank te gaan en dan te betalen.
Op haar aanraden dongen we af op de prijs van het Hotel Rio Dulce, namen een frisse douche en gingen terug om de rest van de avond te vullen met heerlijk nietsdoen, eten en drinken. Holly (ver boven haar tequillawater) en Louise, een Amerikaanse die op doortocht was blijven hangen in Rio Dulce, namen ons mee op een nachtelijke boottocht naar een privé-yacht met Ieren die ons probeerden vol te gieten met rum. Ze slaagden er gedeeltelijk in, moet ik toegeven, maar wanneer ze ons wilden bekeren tot de folkroots van de Chieftains, kregen we een licht onuitgesproken meningsverschil en was het geraadzaam om terug naar land te tuffen. In Holly Mar hadden ze ons zien terugkeren en stond er alweer een frisse pint op ons te wachten.... ondertussen hadden we wel een heerlijke pasta gegeten.

Het was een heel rare ervaring om mijn cassettes (blues en zelf samengestelde Top-100 te mogen afspelen op de voortreffelijke hi-fi van het café/restaurant.. We werden zowaar weemoedig bij Jimi Hendrix of andere bluesgroten en zongen uit volle borst mee op de muziek van Roxy Music, Talking Heads, Stones en andere van mijn favoriete bands.

Ja, waarom ik onze tocht de Tarzantocht genoemd heb. Onze gids wist ons te vertellen (of wilde ons wijsmaken) dat de allereerste Tarzanfilm op deze rivier was opgenomen. Ik heb zijn bewering in allerhande naslagwerken over film proberen te checken maar kon geen sluitende bewijzen (positief of negatief) vinden. We geven hem nog even het voordeel van de twijfel en hebben ons enkele uren een Tarzanachtige gewaand. Jeugdsentiment?

We hebben 175 Quetzales betaald om met twee man de drie uur durende over- en rondvaart te kunnen doen.
Rio Dulce is dankzij Holly Mar een plaats om te luieren, een goede pint te drinken en contacten te leggen met avonturiers van allerhande pluimage maar verder is er eigenlijk niet veel te beleven.

Toch blijft Holly Mar in mijn geheugen gegrift als dé plaats waar we gedurende enkele uren onze culturele, historische, antropologische (zijn er nog meer van die moeilijke woorden) trip en ons strak reisschema noodgedwongen hebben moeten onderbreken. Die dag was niet in ons plan voorzien maar we hebben er toch deugd van gehad

Dag 15 : dinsdag 26 september 1996

Van deze dag valt er niet veel te vertellen. We namen om 9 uur de bus naar FLORES en arriveerden daar om 17u30. Een bijna non-stop busreis die gekenmerkt was door een meestal overvolle bus, kakelende kuikentjes in de bagagedragers, een even luid kakelende Guatemalteekse vrouw die uren aan een stuk kon doorbabbelen. Ze was waarschijnlijk heel haar leven aan het vertellen want het verhaal was doorspekt met huilbuien, woede-uitbarstingen, medeleven vragende blikken maar toch hier en daar nog een bulderende schaterlach. Gelukkig voor ons en onze medereizigers viel ze na enkele uren in een snurkende slaap.
De weg bestaat uit niets anders dan putten, bulten en stenen zodat het een beproeving werd voor onze ledematen en achterwerk dat ‘s avonds wel ongewone kleuren vertoonde.
Afgepeigerd kozen we voor het eerste het beste hotel en restauurant om de uitwendige en inwendige mens op te frissen en gingen redelijk vroeg slapen om morgen vroeg wakker te kunnen zijn voor wat ons als het hoogtepunt van de reis zou worden voorgeschoteld.: TIKAL.

Dag 16: woensdag 27 september 1996

De tocht met een minibusje hadden we de vorige avond nog gereserveerd (15 Q pp) en een van de hotelbedienden zou ons rond 3u30 (jawel, ‘s morgens) komen wekken. Gelukkig maar hadden wij een wekker die het deed en konden wijzelf de lustige slaper uit zijn hangmat kieperen.
Om vier uur vertrokken wij om goed anderhalf uur later in het pikdonker in Tikal toe te komen. Iedereen ging eerst naar een eettentje om een koffie bij zijn meegebrachte ontbijt te bestellen (2 Q per kop koffie). Vanwege die commerciële uitbuiting verlies je kostbare slaaptijd. We konden gerust een uur later vertrokken zijn.
5u45 - 10u30 bezoek Ruinas (30 Q pp te betalen)

Via Tempel I (ontoegankelijk verklaard vanwege een paar dodelijke valpartijen de laatste jaren) en Tempel II en III zo vlug mogelijk naar het summum, nummer IV gewandeld waar we om 6h15 aankwamen. De lastige maar niet gevaarlijke beklimming via laddertjes, boomwortels en rotsblokken brengt je naar boven. Wij waren ondanks onze inspanningen toch niet de eersten boven: een mooi en niet al te schuw wasbeertje was ons voor. Jammer dat de zon er niet helemaal doorkwam zodat de nevel het schitterende uitzicht wat bedierf. We hebben daar een halfuurtje blijven zitten om te genieten van de geluiden die opstegen uit de ontwakende jungle. We vroegen ons wel af of het de moeite had geloond zo vroeg op te staan. Toen we terug op de Plaza Mayor kwamen, was het antwoord duidelijk: er was al zoveel volk dat het mooiste eraf was en ook de toekans vertoonden zich bijna niet meer. Bij zonsopgang hadden we allerlei wild gezien maar eenmaal de meute toeristen eraan komt, trekken die zich terug diep in hun oerwoud. Ook de brulapen hadden er die dag geen zin in: slechts van heel uit de verte hoorden we dat ze er waren.
Rond tien uur zijn we bij de ingang water gaan kopen om onze meegebrachte broodjes door te spoelen: het was nog veel te vroeg om te wachten op het busje dat er maar rond 14u zou aankomen. Dan nog maar eens terug naar de Plaza Mayor waar de apen de toekans hadden vervangen. Onderweg bewonderend genoten van de prachtige fauna en flora.

Terug in Santa Elena regende het bakken water en probeerden we druipend geld af te halen met onze VISA-kaart. Dat lukte alleen maar in Banco Industrial. Nog wat inkopen gedaan, rondgeploeterd en terug naar ons vuil hotel dat we hadden willen verlaten maar van dat idee afzagen omdat we té nat waren en het weer geen aanstalten maakte om te gaan opklaren.
Vroeg gaan eten in hetzelfde restaurant als gisteren. Eten was ook weer lekker maar de vrouwelijke service was beneden alle peil. Macho- en sexistische opmerkingen als ‘maandstonden misschien’, ‘zien we er niet exotisch genoeg uit’...werden her en der rondgestrooid en niet alleen door ons Ten onrechte want voor hen was het ook niet prettig werken in de gutsende regen waardoor we drie- of viermaal van tafel moesten veranderen voor we droog genoeg zaten om onze saus niet te zien veranderen in een waterachtige brij.
Slecht geslapen: kamer was weer te warm en er zaten heel veel van die heel kleine beestjes die hun best doen om te steken waar ze ook maar een stukje gringohuid zien.

Dag 17: donderdag 28 september '96

Om 7 uur was mijn kompaan beneden om te betalen maar kwam terug met een ontstelde blik op zijn gezicht: ‘Stop maar met het inpakken van de bagage, we kunnen hier niet weg. Er zijn vandaag geen bussen naar Belize.’ was zijn commentaar. ‘Bullshit’ was het eerste dat me over de lippen kwam. En wijle weg, met een dodelijke blik op de manager. We ontbeten nog met het heerlijke Pétenbrood (ongelooflijk lekker) en stapten een nieuwe dag in. Bussen zijn er genoeg zowel naar Tikal (vroeg in de morgen) als richting Belize. Laat je dus niet vangen aan de verkooppraatjes van een hotelhouder die je graag nog voor een extra nacht zou willen boeken.
Om half negen stapten we op de bus naar MELCHOR DE MENCHOS (grenspost) waar we kwart na elf arriveerden.
De grenscontrole verliep alweer vlot, het wisselen van geld iets minder. Wissel voor de grens, niet erna. We zijn niet in de verleiding gekomen om een taxi te nemen maar hebben gewoon gewacht op de bus ondanks dat iedereen je probeerde wijs te maken dat er geen meer zouden komen. Ammehoela. Tussen 12u en 13u20 zaten we op een afgedankte Amerikaanse schoolbus naar SAN IGNACIO.
Het zou nog mogelijk geweest zijn om door te reizen naar Belmopan (niet zo interessant volgens alle bronnen) of naar Belize maar daar wilden we geen risico nemen door laat toe te komen. We hadden toch tijd genoeg om ons aan ons schema te houden zodat we besloten in San Ignacio te blijven.
We boekten één nacht in het stemmige Hotel Central, gingen inkopen doen en wandelden naar de Maya-ruïnes die boven het stadje uitkeken. Ter plaatse moet je drie dollar betalen en hoewel we niemand en zelfs geen kantoortje zagen, hebben we toch rechtsomkeer gemaakt omdat die verschrikkelijke muggen ons hadden zien aankomen en ik het krabben beu werd. De klim ernaar toe was heel steil, heel heet maar gelukkig konden we tijdens een onweer schuilen in een huis in aanbouw. Jammer genoeg had een wespennest daar ook een onderkomen genomen. We wilden geen indringer spelen en als groene jongens lieten we de beestjes maar waar ze goed zaten.
We hebben een wasje gedaan in ons hotel en ons te rusten gelegd in de hangmat op het balkon.

De aperitief in de befaamde Beer Garden van Eva’s Restaurant (naast ons hotel) smaakte naar meer maar toen werd het donker... Heel donker. San Ignacio zat zonder elektriciteit zodat we onze laatste pint meer naast dan in ons keelgat gegoten hebben. Ik wilde persé gaan eten in het Serendib restaurant aan de overzijde van de straat omdat ik het jaar daarvoor naar Sri Lanka was geweest en zo een bepaalde continuïteit in mijn reizen wilde leggen. Maar het etablissement had zich blijkbaar niet voldoende voorzien van extraverlichting of kaarsen en bleef toe. Zo gingen we maar naar Eva’s Restaurant waar we bij kaarslicht moesten eten wat er kon gereed gemaakt worden. En de keuze was nogal beperkt. Toch viel het mee en smaakte.
In de plaatselijke krant lazen we dat de week daarvoor de één of andere minister in San Ignacio in schande was gekomen door overmatig drankgebruik en een daaropvolgende vechtpartij. Zo zitten wij niet elkaar maar we zijn dan ook geen hoogwaardigheidsbekleders...


Dag 18 : vrijdag 29 september 1996


Om 6 uur smeerden we ons Pétenbrood vol met heerlijke bananen en waren weer fit en monter om een nieuwe dag te beginnen.
Tussen 7u45 en 10u15 zaten we op de bus naar Belize City, namen daar een taxi van het busstation naar de haven omdat naar verluidt de meeste berovingen van toeristen daar zouden gebeuren. Onze taxichauffeur vertelde dat je vooral moet oppassen voor figuren met een rastakapsel die je beroven vanop de fiets. Niet voor niets hangen in de Bus Terminal grote waarschuwingsborden


Dan weet je het wel en geloof je hen.

Om 11u vonden we een boot aan het Shellstation (North Street) waar we elk 15 Belize $ betaalden. Tip: kijk naar een boot met twee motoren en zoek het logo van de officiële Caye Caulker Organisation. Drie kwartier later stonden we op het schitterende eilandje Caye Caulker. We hebben een paar hotels bezocht maar het eerste was nog het beste, dus hebben we onmiddellijk maar voor twee nachten geboekt. Om halfeen zijn we de zoveelste fles water van de week gaan kopen en namen we een verkoelende duik vanaf het ‘strand’. Let wel goed op want er is een redelijk gevaarlijke stroming op sommige plaatsen in het inhammetje. We bleven zelfs in het water toen er een regenbui losbarstte. Je bent toch al nat, wat. Onze kleren lagen op het droge...
Een paar uur later zijn we naar het hotel geploeterd, hebben het zeezout van ons lijf gespoeld, een allerlaatste wasje gedaan en zijn gaan informeren voor de Snorkeldag van morgen. We waren er nog niet uit bij wie en voor hoeveel geld we moesten boeken en besloten nog even de kat uit de boom te kijken. Het zeer aangenaam gelegen Mad Annie’s bracht in de vorm van een 3 B $ kostende pint inspiratie. Zodanig veel dat we zelfs vergaten te informeren naar de diverse mogelijkheden. We hadden geen zin meer om elders een restaurant te zoeken en zijn daar maar blijven eten. Het werd het lekkerste maal van de hele reis. Ondertussen was ik met mijn roltabak al verschillende keren lastig gevallen door coole rastamen die dachten dat ik een exotisch roesmiddel consumeerde. Ik kon hen makkelijk afschepen met de opmerking dat het mijn laatste pakje ‘plain tobacco’ was. ‘No problem, man’. Ondertussen hadden we van onze serveerster Anna Lee (dochter van een Guatemalteekse moeder en een Oostindische vader) een gratis pint kunnen afschooien. Lieve dame, we zullen het zeker nooit verder vertellen. Dat hebben we niet gedaan, tot nu.
We baanden ons met de zaklamp een weg tussen de enorme én agressieve krabben die groter waren dan ik ooit gezien had, en vielen als engeltjes in slaap.

Dag 19 : zaterdag 30 september 1996

De avond hiervoor waren we vergeten water en brood te kopen zodat ik vroeg uit de veren en op pad was. Te vroeg, want die mensen slapen nog hun roes uit. Heen en weer gestapt tot er toch iemand uit zijn nest rolde. De fles water was bijna op tegen dat ik weer aan het hotel was.
Om half negen konden we in het bureau van BTL (de plaatselijke Belgacom) onze herbevesting doen voor onze terugvlucht. Slecht nieuws, bijna vijf uur vertraging.
Een uurtje later verloren we veel tijd in de bank (zelfde straat) om met onze VISA-kaart geld af te halen. We hadden de indruk dat ze de directeur van de Nationale Bank aan de lijn moesten hebben om ons te kunnen en mogen bedienen.
Om 10u30 vertrokken we op onze Snorkeluitstap om pas om 17u terug te keren.
Om de belevenissen en het zout af te spoelen, trokken we naar ons hotel waarna we met verse, droge kleren boodschappen gingen doen en onze belofte aan Anna Lee waarmaakten. We waren daar terug om te eten. De vriendelijke vrouw bestelde ons eerste glas maar verdween dan. Was haar gesjoemel met onze rekening uitgekomen of eindigde haar shift dan juist? We zullen het nooit weten en met gemengde schuldgevoelens hebben we dan ons eten binnengeslokt en geklaagd tegen de nieuwe garçon dat het gisteren beter was. ‘Het is heel goed mogelijk, zei hij, ‘De normale chef-kok is op weekend naar San Pedro, Ambergris Caye en de vervanger kent er niets van.’
Ondank alles redelijk gegeten en op de terugweg met binnenpretjes naar de bijtende krabben geschopt. We hadden zojuist een van hun vriendjes binnengesmikkeld.

SNORKELUITSTAP

Bij verschillende bureaus kun je een snorkeltrip boeken maar niet iedereen doet dezelfde route aan en niet iedereen vraagt dezelfde prijs (soms is de huur van het materiaal niet inbegrepen, soms is de toegang tot het Reserve niet inbegrepen...). De beste deal vonden wij bij HICATO TOURS (als je het niet zou vinden, vraag gewoon naar Carlos). Die zeer sympathieke jonge man is een vluchteling uit El Salvador en kent zelfs onze beroemdste inwoner : Jean Marie Pfaff, Numero Uno.
We betaalden 30 Belize $ per persoon en het snorkelgerief was inbegrepen. De goede, comfortabele boot draagt de welluidende naam ‘Reef rat’.
Met tien man in de boot (3 Scandinavische meisjes, 2 Israëlieten, 3 Duitsers en wij) vaarden we rond 10u30 weg.
Eerste stop. Van de haaien en staartroggen (stingrays) zien we niets door het te troebele water.
Ik was de enige die nog nooit zo’n masker op en vliezen aan had gehad en sprong net als de anderen in het frisse water. Het zoute water in ogen, mond, pijp en bril zorgden voor een korte maar hevige paniekaanval. Ik trappelde, zag iets maar niet veel, zocht onze boot en kwam terecht in een andere waar twee Australiërs zich over mij ontfermden en me moed inspraken. Bij de volgende stops ging het al ‘iets’ beter maar nog niet zoals het hoort.
Tweede stop: Marine Reserve - mooie koralen en veel kleurrijke vissen.
Lunchpauze in San Pedro (Ambergris Caye) tussen 14 en 15u15. Veel te lang.
Derde stop: bij een scheepswrak waarin en -rond schitterende vissen zwemmen. De stoutmoedigste onder ons dook zelfs IN het wrak. Stel je voor.
De laatste stop was weer dezelfde als de eerste maar nu was het water veel helderder zodat er meer te zien was. Carlos lokte de grootste vis die in deze wateren rondzwemt (de grounder) naar ons toe zodat we er zelfs naast konden zwemmen en aanraken. Tof. De pogingen om van op de boot foto’s te nemen mislukten nagenoeg allemaal.
Het was iets na vijven toen we terug waren in Caye Caulker.


Als je het nog nooit gedaan hebt, is het hard wennen aan die vreemde dingen rond je hoofd en aan je voeten. Daarenboven nog een woelige zee was voor mij van het goede teveel. Ik had beter eerst elders eens leren snorkelen met vaste grond onder de voet. Maar, zo werd ik er nu in ‘geworpen’ en het viel natuurlijk reuze mee.

Het was een schitterende dag.

Als je verschillende dagen ter plaatse blijft, probeer dan de mooiste dag uit te kiezen waarop er niet teveel wind is (hij moet vanuit de oceaan komen, niet van over het eiland - zegden de mensen van daar ons).

Op een kalme, rustige zee kun je waarschijnlijk nog veel meer genieten van fauna en flora onder de zeespiegel.

Dag 20 : zondag 1 oktober 1996

We waren, naar goede gewoonte, weer vroeg uit de veren en konden dus genieten van de intens mooie zonsopgang die wel op een kwartier voorbij is. Dus, haast je. We moesten dan drie kwartier wachten tot onze boot, de Karina, vol genoeg was om te kunnen vertrekken. Normaal vertrekken de boten om 6u-8u-10u en 15u maar dat kan wel eens variëren.
In het piepkleine Information Office op Caye Caulker kun je tickets kopen voor zowel de boot als de busrit van Belize City naar CHETUMAL. Doen dus.
Om 8u waren we in Belize City waar we nogmaals een taxi namen van de haven naar de Bus Terminal. We betaalden dezelfde 5 Belize $ maar de afstand leek ons heel wat korter dan enkele dagen geleden zodat we ons afvroegen of we het niet beter te voet hadden gedaan.
In de Terminal moesten we nog onze op voorhand gekochte tickets laten bijwerken aan het loket. Het nummer van de zitplaats stond er niet op....
Om 10u30 zaten we ergens in the middle of nowhere vast omdat de motor van de bus rookte als een overjarige stoomtrein. Drie kwartier later kwam een meer comfortabele bus aan die ons naar Chetumal bracht.
Eenmaal de grensformaliteiten vervuld mochten we in de bus blijven zitten. Om 13u15 waren we ter plaatse en konden we weeral wachten op de eerstvolgende bus die er pas om 14u30 zou aankomen. We dronken een fles water, aten een broodje en keken in de luxueuze terminal naar voetbal op TV.
Tussen 14u30 en 18u45 doorstonden we doodsangsten. De lastigste reis van de hele trip was dat omdat de weg er zo slecht bijlag en de chauffeur geen putjes of bobbeltjes zag.
We werden afgezet in TULUM PUEBLO (verkeerd gedacht van ons) waar we met een Engels koppel een taxi charterden naar het domein van de cabanas (15 Pesos voor de vier personen).
Don Armando was volgeboekt zodat we daarnaast bij Santa Fe toch een hutje konden aanslaan. Plaats zat. Afgepeigerd en uitgedroogd door het stof, wilden we een frisse pint drinken in de gezellig uitziende bar. Jammer, helaas, paniek bij ons: geen bier meer. Dan maar bij de buren gaan drinken en eten. We lagen nog maar pas in bed toen een verschrikkelijke windvlaag en een daarbij horende regenbui ons overvielen. Ons bed dreigde te veranderen in een waterbed zodat we het moesten verschuiven naar de andere kant van onze ‘hotelkamer’ om beschermd te blijven tegen de wind- en regengoden (Chac-Mool’s Toorn kwam over ons).
Slecht geslapen dus. Mijn reisgezel verzekerde mij dat hij niet droomde wanneer hij ‘s nachts auto’s op en af hoorde rijden tussen de hutjes. Hij werd een ietsepietsie bang maar ik sliep de slaap van de gelukzaligen.

Dag 21 : maandag 2 oktober 1996

De zon kwam vroeg op en maakte ons wakker. Na een ochtendlijke wandeling op het strand, deden we ons allerlaatste wasje (weeral) en gingen te voet naar Tulum Ruinas. Onderweg liftten we een stuk omdat het verder bleek te zijn dan we dachten en zochten we ons gek naar een bakkerij. Toen we in een winkeltje blinkend croissants zagen liggen, konden we onze ogen niet geloven en dachten we dat onze dag goed was. Wat bleek? Ze waren van plastiek. De verloedering is zelfs tot in de uithoek van de wereld doorgedrongen. Gelukkig hadden we er nog onze tanden niet in gezet.
De weg van de Cabanas naar Tulum Pueblo (via de Ruinas) is véél te lang om te wandelen. Normaal doe ik dat met de glimlach maar trop is teveel.

10u-12u30 bezoek Tulum Ruinas (16 Pesos te betalen)

Als ruïne stelt het complex niet veel voor vooral nadat je al de andere hebt gezien maar de ligging is onovertroffen. Aan drie zijden begrensd door restanten van wallen en vierde zijde is de ... Caribische Zee. Waaw.
Op een half uurtje heb je alles gezien en de rest van de tijd kan je zwemmen in de inham naast de ‘hoogste’ tempel. Woelige zee en sterk branding. Zéér tof.
Als je enorm grote iguanen (verschrikkelijk lelijke maar schuwe beesten, wees dus niet bang) wil zien, wandel dan langs de rechtermuur als je binnenkomt. Je moest soms goed uitkijken want hun camouflagekleuren zijn héél ingenieus ontworpen.

 

Terug bij de Cabanas bleken ze hun biervoorraad aangevuld te hebben en deden we een poging om ongeinteresseerd meer dan twee uur te onderhandelen om elk een hangmat te kopen. Net toen we het bijna opgaven en ons klaarmaakten om te vertrekken, beten ze. Pas goed op want ze proberen op het laatste moment, als de deal al afgesloten is, je een kleinere mat te laten meenemen. Ze schuiven ze doodgewoon door en over mekaar zodat ze denken dat je in het overaanbod niet meer weet wat je gekozen hebt.

Om 14u zijn we het bier uit ons lijf gaan zwemmen in de helderblauwe oceaan op vijftig meter van onze hutjes en hadden nog tijd én zin voor een tweede bezoek aan de ruinas. Het ticket dat je koopt geldt immers voor de hele dag, onafgezien van het aantal keren dat je binnen en buiten gaat. Natuurlijk had ik weer problemen omdat ze op mijn ticket een verkeerde datumstempel hadden gezet...
In het daarbijhorende Shopping Center hebben we onze allerlaatste aankopen gedaan. Na een aperitiefje in Santa Fé (biervoorraad aangevuld) zijn we toch weer gaan eten bij de buren.
Rustige nacht: geen regen, geen wind en geen nachtelijke motorgeluiden


Dag 22 : dinsdag 3 oktober 1995

We hadden gisteren al geïnformeerd bij verschillende mensen en instanties wanneer de bussen naar CANCUN zouden vertrekken. De verstrekte gegevens waren héél verschillend zodat we er maar voor zorgden dat we tegen 9 uur aan het busstation stonden. Omdat we zo vroeg op pad waren én onze terugvlucht verlaat was, wilden we nog vlug enkele uurtjes Sightseeing in Cancun meepakken.
Om 11 uur stonden we er al maar vooraleer rond te wandelen wilden we eerst en vooral weten waar en wanneer we een bus zouden kunnen nemen naar de Aeropuerto. Ongelooflijk maar waar: er zijn GEEN bussen van het centrum naar de luchthaven. Er zou al wel over gepraat zijn en een zwarte vrouw verzekerde ons dat ze gehoord had dat iemand iemand zou kennen die er één zou gezien hebben. Verhaal dat verteld werd met een stiff upper-lip en dusdanig door ons aanhoord werd.
Omdat we nog geld wilden overhouden voor de eventuele luchthaventaksen van de retourvlucht en de taxi ons stukken van mensen zou kosten (dachten we, onnozele halzen), spendeerden we weer meer dan een uur in de bank om onze laatste veertig dollar te wisselen.
Ook zochten we nog een half uur naar een Toeristenbureau dat met de grond bleek gelijk gemaakt te zijn. Hopelijk is voor de volgende Wegwijzer-reizigers al het een en ander op zijn pootjes gevallen ondertussen.
Tegen die tijd hadden we onze buik vol van het drukke Cancun en besloten maar onmiddellijk naar de luchthaven te gaan om ons daar te vervelen. De taxi (vaste geafficheerde prijs) kostte ons maar 48 pesos en deed er niet al te veel tijd over zodat we om 15 uur al present stonden om een kleine zes uur later te vertrekken. Van vroeg genoeg gesproken...
De oorspronkelijke vlucht (gepland om 15u55 maat later verdaagd tot 20u40) werd om 15u45 op het scherm aangekondigd als zijnde ‘On Time’. In volle paniek mijn makker wakker gemaakt, naar de Infodienst gespurt met onze rugzakken om daar te vernemen dat de terminal blijkbaar niet aangepast was aan de nieuwe situatie. Opgelucht gingen we iets drinken en zagen op CNN rechtstreeks de vrijspraak van O.J. Simpson. Mijn compagnon zag zelfs de atleet Mike Powell in trainingspak rondlopen.
Na de check-in kuierden we rond in de diverse, héél dure winkeltjes tot onze vlucht eindelijk afgeroepen werd.

SOUVENIRS

Bij het kopen van onze tastbare herinneringen (niet de voornaamste van de reis) hebben wij, achteraf beschouwd, verschillende fouten begaan. Om jullie eventueel te helpen die te vermijden, hier enkele tips.

T-shirts kosten overal rond de 100 Bfr., zowel op de archeologische ruïnes, in Chichicastenango als in de grote steden.

Geborduurde muurkleden vonden wij het mooist én goedkoopst in Santiago de Atitlan: 30 Quetzales voor een kleed van 40 op 40 cm.

Geluksbandjes koop je het best niet op de markt van Chichi. De kleuren zijn er fletser en het aanbod verwonderlijk genoeg kleiner. Beter aan te kopen bij rondtrekkende verkopers (m/v). Betaal niet meer dan 1 Quetzales of Peso per stuk. Grotere hoeveelheden krijg je ze natuurlijk goedkoper.

Leren riem : in Chichi betaalden wij 25 Quetzales.

Indianenmaskers : voor een klein exemplaar 20 à 25 Quetzales.

Gilet : Voor volwassenen : bruin gilet in patchwork (veel succes mee in België), 25 Quetzales. Kindergilet (ideaal voor als een collega zwanger is) : 20 Quetzales.

Worry Dolls (typisch Guatemala = ovalen gele doosjes met popjes waaraan kinderen hun zorgen kunnen vertellen voor ze gaan slapen). 10 Q voor een dozijn in Chichi. Ter vgl. in Cancun : 2 Pesos per stuk.

Panfluit (voor mijn dochter) : 11 Q met gratis demonstratie (Chichi)

Stelae : In Copan drie stuks gekocht voor 40 Lemp. Pak ze wel goed in want ze zijn gemaakt uit een soort zwartgemaakt krijt dat gemakkelijk afgaat.

Hangmatten : Wij hebben gewacht tot in Tulum om er ons elk een aan te schaffen omdat we geen zin hadden er lang mee rond te zeulen. Verkeerd: koop er een in Merida want daar heb je de beste prijs/kwaliteit verhouding. Prijzen in Merida: Single 45 Pesos / Double 75 Pesos / Matrimonial 110 Pesos. Er zijn ook nog Quarto’s en King Sizes te krijgen.
Kwaliteit : Nylon (slechtste en voor gringo’s) - katoen (beter) en Sisal (vervaardigd uit cactusvezels). Die laatste zijn de natuurlijkste en de beste maar dus ook de duurste. Kijk op geen frank als je topkwaliteit wil want je koopt dit toch niet jaarlijks. Laat je door straatverkopers geen ‘brol’ aansmeren voor 5 of 10 Pesos.

Lederen Maya-kunstwerken
Ik weet niet goed hoe die objecten te beschrijven (oneerbiedig noemden we ze de ‘leren lappen’). Het is een stuk leder -te verkrijgen in verschillende afmetingen- waarop met een brandende stift Mayasymbolen, -goden of -kalenders worden gegraveerd. Die worden later al dan niet ingekleurd. Schitterend handwerk. We hebben weeral gewacht tot in Tulum om ze te kopen maar domheid was weer ons deel. De mooiste en goedkoopste stuks zijn in de hoofdstraat van Palenque te vinden.
Ook hebben we mooie lappen gezien in de toeristenshop van Tikal maar die konden we niet betalen met VISA. De plaatselijke kunstenares vroeg tussen de 70 en 100 Quetzales (goedkoop).


ON THE ROAD AGAIN

 

BELGIE - NEDERLAND

Kortrijk - Antwerpen

100 km 1hgratis
 Antwerpen - Amsterdam 250 km 2hgratis
MEXICOAmsterdam - Cancun Aeropuerto8276 km10h 11.225 Bfr.
 

Cancun Aeropuerto - Cancun Ciudad

16 km 30m 30 Pesos
 Cancun Ciudad - Valladolid 161 km3h29 Pesos
 Valladolid -Chichen Itza42 km 45m 5,5 Pesos
 Chichen Itza - Merida 116 km 2h15 Pesos
 Merida - Uxmal80 km1 ½ h10,5 Pesos
 Uxmal - Merida80 km 11/2h 10,5 Pesos
 Merida - Palenque556 km10h76 Pesos
 Palenque - Ruinas5 km 10m 5 Pesos
 

Ruinas - Palenque

5 km 10m 5 Pesos
 Palenque - Misol Ha/Agua Azul 120 km 2h30 Pesos en terug
 Palenque - San Cristobal 190km 4h½ h 34 Pesos
 San Cristobal - Ciudad Cuauthémoc 165 km 3 h 19 Pesos
GUATEMALACiudad Cuauthémoc - La Mesilla 4 km paar min 3 Quetzales
 La Mesilla - Huehuetenango84 km2 ½ h 5 Quetzales
 Huehuetenango - Panajachel 159 km 3 ½ h7,5 Quetzales
 Panajachel - Chichicastenango 29 km1h6,5 Quetzales
 Chichicastenango - Antigua100 km 4h10 Quetzales
 Antigua - Guatemala City 45 km 1h2, 5 Quetzales
 Guatemala City - Chiquimula 169 km3h 6 Quetzales
 Chiquimula - El Florido 58 km2 ½ h7 Quetzales
HONDURASEl Florido - Copan12 km45m zie verslag
 Copan - El Florido 12 km 45mzie verslag
GUATEMALAEl Florido - Rio Hondo 93 km 4h16 Quetzales
 Rio Hondo - Quirigua70 km 1 ½ h5 Quetzales
 Quirigua - Rio Dulce77 km 2h 7 Quetzales
 Rio Dulce - Santa Elena 216 km 8 ½ h 45 Quetzales
 Santa Elena - Tikal 57 km1 h zie verslag
 Santa Elena - Melchor de Mencos 97 km 3h5 Quetzales
BELIZEMelchor de Mencos - San Ignacio 11 km½ h 1,5 Bel. $
 San Ignacio - Belize City 116 km 2 ½ h5 Bel. $
 

Van busstation naar haven

500 meter  5 Bel. $ per taxi
 Belize City - Caye Caulker 33 km45m 15 Bel. $
 Belize City - Chetumal 160 km3 ½ h 12 Bel. $
MEXICOChetumal - Tulum 251 km4 h 32 Pesos
 Tulum - Cancun Ciudad 132 km 2 h 20 Pesos
 Cancun Ciudad - Cancun Aeropuerto 16 km ½ h 48 Pesos/taxi
 Cancun - Amsterdam 8276 km 9 h 11.225 Bfr.
NEDERLAND - BELGIEAmsterdam - Antwerpen 250 km 2 h gratis
 Antwerpen - Kortrijk 100 km 1 h gratis

Vlucht
Charter van Martinair, berekend op 17 dagen met enkele dagen extra à 50 Fr. En annulatieverzekering 22500

Onkosten
Ter plaatse gemaakt : een kleine 700 US $ per persoon 21000

TOTAAL : ongeveer 43.500 BEF

Daarbij zijn inbegrepen :

souvenirs : ca. 2000 Bfr. pp
telefoon : ca. 400 Bfr. pp
hotels : de duurste uit de Bottom End van de Lonely Planet (meestal mét douche)
avondmaal : in goedkope, ‘propere’ restaurants
ontbijt : op kamer met broodjes (zéér lekker), fruit, confituur, kaas, water...
middagmaal : on the road : fruit, koekjes en water
vervoer : lijnbussen, minibusjes (collectivo’s), geen binnenlandse vluchten
toegangsprijzen : ruïnes, musea...
georganiseerde uitstappen (Misol Ha, Pacaya...)
Eigenlijk alles dus.
O ja, als je geheelonthouder bent, kun je het nog een stuk goedkoper doen want de zes à zeven glazen bier die we ‘s avonds als aperitief namen waren in verhouding tot de rest van de dagelijkse uitgaven, buitensporig duur. Onze lever was er meer mee gediend dan onze portefeuille.

 

Hotels

 

MEXICO

VALLADOLID :
Hotel Zaci (79 Pesos / double)
Beste hotel van de reis: ruim, proper, douche, zwembad buiten en mogelijkheid tot eten. ‘s Morgens wel niet vroeg wakker om eventueel ontbijt te serveren. Prachtige binnentuin, TV. ZEER GOED

MERIDA :
Hotel Trinidad (80 Pesos/double)Overroepen in Lonely Planet qua schoonheid. Moderne, ruime en propere kamers met goede douche en fan. Bar met mogelijkheid tot ontbijt maar gesloten buiten seizoen. Vuile binnentuin met ongelooflijk veel muggen.MINDER GOED

PALENQUE
Hotel La Croix (60 Pesos/double)
Ruime kamers, propere douche, niet in drukke centrum gelegen dus redelijk rustig. Mooie wandversieringen op gang en zitbanken om buiten te ontbijten of te lezen. Mogelijkheid om trip naar Misol Ha / Agua Azul te boeken.
GOED


GUATEMALA

HUEHUETENANGO :
Hotel Mary (60 Quetzales/double)
Kleine kamer, ingesloten (geen buitenlucht), wel zeer proper met TV. Luidruchtig ‘s nachts vanwege disco ernaast.
MINDER GOED

PANAJACHEL :
Hotel Mario’s Rooms (65 Quetzales/double)
Zeer ruime kamer, prachtige binnentuin met tientallen kolibri’s bij de kleurige bloemen. Wasdraden, propere douche en toilet. Kamers met gemeen -schappelijke douche zijn even mooi voor slechts 35 Quetzales.
AANRADER

CHICHICASTENANGO
Hotel Posada Belén (70 Quetzales/double)
Douche met warm water, grote kamer en terrasje. goed maar wellicht iets te duur in vergelijking met andere hotels in het stadje.MINDER GOED

ANTIGUA :
Hotel Dona Angelina (75 Quetzales/double)
Grote, propere kamer met warm water, degelijk beveiligd en de beste plaats om een vulkaantocht te reserveren. Vriendelijke uitbaters.
AANRADER

Ter vergelijking: Hotel Pasaje (30 Q) vonden wij vuil, Hotel Santa Lucia was volzet en dus waarschijnlijk interessant.

 

HONDURAS


COPAN :
Hotellito Copan (50 Lempira/double)
Basic room, zeer warm, slechte fan, redelijke douche en goed te keuren voor één overnachting, niet meer.
Laat je niet meelokken door een ‘gidsje’ anders betaal je 10 Lempira commissieloon.
MINDER GOED

GUATEMALA


QUIRIGUA :
Hotel Royal (20 Quetzales pp + 10 extra voor fan)
Slaapzaaltje met vijf bedden waardoor minder privacy. Toilet en douche blijven lekken. Dit is wel de enige overnachtingsmogelijkheid in dit stadje. Eten beneden alle peil.
SLECHT

RIO DULCE :
Hotel Rio Dulce (50 Quetzales/double)
10 Q afgedongen op gevraagde prijs. Kamers boven zijn duurder. Propere, persoonlijke douche. Verzorgd en netjes. Onvriendelijk management.
MINDER GOED

SANTA ELENA :
Hotel Alonso (60 Quetzales/double)
Na een vermoeiende busrit stopt de bus daar zodat je geneigd bent binnen te trekken. Doe het niet. Zeer muffe, kleine en hete kamers met een gepensioneerde fan. Stinkend, niet altijd water. Beloofden ons wakker te maken voor de Tikal-trip maar deden het niet. Probeerden ons een extra-nacht aan te smeren door te zeggen dat er geen bussen waren naar Belize. Bullshit.
VOLLEDIG AF TE RADEN

BELIZE

SAN IGNACIO :
Hotel Central (22 Beliz. $/double)
Engelse eigenaar, zeer vriendelijk en behulpzaam. Ruime kamers met gemeenschappelijke douche en toilet. Proper. Balkon met hangmat.
ZEER GOED

CAYE CAULKER
Tom’s Hotel (25 Bel. $/double - eerste aanlegsteiger vanuit Belize City)
Waarschijnlijk beste deal op het eiland. Niet te grote kamers maar 3 gemeenschappelijke badkamers die dagelijks grondig schoongemaakt worden. Zeer goede fan. Gezellig, gemeenschappelijk balkon met zicht op zee en mogelijkheid om was te drogen te hangen.
Ter vgl. Lena’s Hotel : meer dan 70 Bel. $
ZEER GOED


MEXICO

TULUM
Cabanas Santa Fé (40 Pesos/double)
Iets minder wind- en waterbestand dan Cabanas van Don Armando, 25 meterverder die wel 700 Pesos aanrekenen. Hutje met alleen 2 stoelen en een dubbel bed. Gemeenschappelijke douche en toilet, niet al te proper.


CAFE’S EN RESTAURANTS

 

MEXICO

Valladolid :
Hotel Maria de la Luz (op markt). Gezellig, fris zitten. Vlotte bediening. Huevos à la Mexicana: 10 Pesos. Veel eten. Bier: 5 Pesos. Ontbijtbuffet voor 15 Pesos. Eieren, groenten, koffie, soort stoofvlees, fruit en brood. Ligt zwaar op de maag. Mogelijkheid te betalen met VISA.

Merida
Nitche-Ha (op marktplein). Lekkere visschotel voor 22 Pesos, bord niet al te goed gevuld. Bier: 6 Pesos. In de Bazar kun je alleen ontbijten. het ziet er gezellig uit maar is niet al te proper.

Palenque :
El Rodeo (dichterbij busstation dan bij centrum). Corona: 3,5 Pesos. Soep, bifstek Mexicana met rijst, groenten, drankje en dessert (gelatine=lachwekkende kwabberige boel of bananen): 14,90 Pesos. Sympathieke en vlotte bediening. Goed adres. Plezant zitten. De volgende dag Burritos (soort croque monsieur) gegeten: minder goed en ook Mojarra (soort piranha) : lekker maar te weinig om je buik te vullen. Tequila gedronken (6 Pesos) in Restaurant Maya aan het park. Veel buitenlanders, goed om ervaringen uit te wisselen.

GUATEMALA


Huehuetenango
Steak House (zijstraat van het marktplein). Enorm grote steaks voor slechts 25 Pesos. Beste buikvulling van de hele reis. De eerste maal zonder honger van tafel. Je kan betalen met VISA of US dollars. Vis is iets goedkoper.

Panajachel :
The Grapevine (hoofdstraat) : aperitief. Boven op terras zitten, goede rockmuziek (Doors...) Bier: merk Cabro, lekker, 7 Quetzales. Vanaf 20u Happy Hour = tweede drankje aan halve prijs. Beneden gegeten. Carne asada (gesneden, gebakken biefstuk) voor 20 Quetzales. Weinig eten, niet verzorgd en onvriendelijk. Volgende dag aperitief in El Chisme. Acht Quetzales voor een Cbro. Goed om te zitten, trefplaats voor buitenlanders met allerhande info en weetjes.Gegeten in klein restaurant aan overzijde van ons hotel (sorry, naam vergeten) : beter eten en goedkoper dan gisteren.

Chichicastenango :
La Fonda del Tzijolaj (op marktplein, boven zitten). Zeer proper restaurant, goede Res de Carne voor 25 Quetzales. Iets duurder dan elders maar wel heel lekker. Slechte service en we werden heel vroeg subtiel (stoelen op tafels, lichten uit) aangemaand om op te hoepelen, de gietende regen in. Alles bij elkaar genomen, niet echt een meevaller.

Antigua
Dona Luisa. The place to be. Charmante binnentuin. Bier aan 6,25 Quetzales. Enorme grote borden eieren (huevos) voor 13 Quetzales. Inez bedient iedereen met een verrukkelijke glimlach. Toch is het niet aan te raden huevos te eten als je ‘s anderendaags de Pacaya doet vanwege de eierpuf.

 

HONDURAS

Copan
Llama del Bosque (makkelijk te vinden). Brochette met rijst of steak met frieten voor 35 Lempira. Port Royal bier: 8 Lemp (beste bier van de hele reis). Zeer proper, goed verzorgd en zeer veel eten. Mogelijkheid om met VISA te betalen.

 

GUATEMALA

Quirigua :
Aperitief in dorpscafé (50 meter van hotel). Bier Gallo : 3,5 Quetzales. Avondeten: Hotel Royal: simpele huevos en rijst, zonder groenten met Pepsi (geen bier te krijgen): 16,5 Lempira. Slecht eten, slechte service. Niet te doen dus.

Rio Dulce :
Holly Mar (aan het meer). Bier à 6 Quetzales. We hebben er wat teveel van gedronken zodat ik niet meer juist weet hoeveel de immens lekkere pasta kostte. In ieder geval stukken goedkoper dan de vis. Heerlijk gegeten, met uitzicht op het meer en op achtergrond goede rock en blues. Een plaats om kontakten te leggen en een goede pint te drinken. De Amerikaanse eigenares Holly helpt je met alles.

Flores :
Posada El Tucan: (gerund door Nederlanders maar gelukkig niets van te merken). Schitterend en fris zitten aan het meer - als het niet teveel regent. Zeer veel eten, goede bediening. De beste keus is de Combinacion met biefstuk, worst, rijst, bonen, groeten, tortilla’s met kaas voor 30 Quetzales. Duurder dan elders maar wel zeer lekker. 6 Quetzales voor een pint. De kip (18 q) en de Puerco (26 Q) en een soort stoofvlees zijn heel wat minder lekker en dus te duur.

 

BELIZE

San Ignacio
Eva’s Restaurant (naast Hotel Central): de zo geroemde Beer Garden ligt. achteraan, is vuil en niet gezellig. 2,5 BD per pint. Omdat er alleen daar licht was zijn we blijven eten. Spaghetti en een klein kippebilletje met rijst en chile’s kostte 8,5 BD en was niet voldoende voor zijn prijs.


Caye Caulker ;
Mad Annie’s (in Lonely Planet aangeduid onder vroegere naam : Fisherman’s Dwarf). Zeer ontspannen zitten aan zee. 3 BD voor een Belikin Beer. De Garlic Shrimp (18 BD) en de Grilled Fish (14 BD) zijn om je vingers van af te likken. De duurste maaltijd van onze reis was wel de extra uitgave waard. Toffe, ontspannen sfeer maar wel zeer veel drugsgeurtjes en zatlappen (van de niet agressieve soort).

 

MEXICO

 

Tulum
De twee domeinen met Cabanas verschillen in prijs en in kwaliteit: Santa Fe is goedkoper voor drank en eten maar is veel minder verzorgd dan Don Armando. De eerste heeft wel een wat lossere sfeer. Dus drinken in Santa Fe en eten bij de buurman (veel) voor 30 Pesos. Vroeg gaan want het restaurant wordt om 9 u gesloten om het volk op de disco-dansvloer te krijgen.