Maandag 29 oktober 2001 In Kortrijk moesten we vroeg uit de veren voor een lange dag. We genoten van onze laatste goede koffie en vertrokken rond halfzes om een uurtje later in Zaventem toe te komen. Veel te vroeg natuurlijk maar het zou te stom zijn om te laat te komen, nietwaar. Op het grote bord in de Departure Hall stond als vertrekuur 08.45 en C15 als vertrekgate. Op ons boarding ticket stond echter C9 en na een tijdje zoeken en vragen bleek toch onze eerste informatie de juiste te zijn. De vlucht naar München werd uitgesteld tot halftien en toen het tien uur sloeg werden we naar de balie geroepen. Het vriendelijke baliepersoneel stelde ons voor een vlucht via Stockholm te nemen omdat we onze aansluiting naar Moskou anders zouden missen. Om twintig na tien zouden we vertrekken van Gate C38 maar helemaal op het laatste ogenblik zag ik dat we weeral verkeerd zaten. We holden naar C2 en konden nog net mee naar de Zweedse hoofdstad. Murphy warmt zich op. Tussen halftwee en halfvier vlogen we - het laatste stuk over de prachtige Zweedse meren en bossen. Moskou. We landden om halfzes plaatselijke tijd (een uur later dan voorzien maar dat viel nog mee).We hadden eigenlijk kunnen verwachten dat Murph onze bagage zoek zou maken in de aankomsthal van International Airport Sjeremetevo maar toch hé. Nada. Aangifte gedaan bij de onverschillige, niet al te behulpzame bediendes en de verzekering gekregen dat iemand onze bagage na zou brengen naar ons hotel. Onze rugzakken werden ons tegen 23 uur vanavond beloofd. Bon, wij waren gemakkelijk, moesten niet zeulen met dat extra gewicht en zochten buiten de luchthaven onze bus. Op het papiertje van ons hotel dat we ter inlichting van het Internet hadden kunnen afprinten stond dat we best bus nr. 517 zouden nemen. Niet te vinden natuurlijk. Een tijdje zoeken en dan zag ik het enige nummer dat er een beetje op leek (817) en ja, die wilde ons meenemen naar Metro Planernaya. Uurtje bussen voor 5 roebel per man. De taxi's vroegen honderd keer meer. Bij het afstappen aan de bus zagen en roken we heerlijke pittakraampjes. We hadden nog wel niet zo heel veel honger maar wilden wel eens de Russische variëteit van deze Arabische specialiteit proeven. Er waren twee soorten te krijgen: één die 30 roebel en één die er 35 kostte. We vermoedden dat het 'ne grote en nen kleine' zou worden maar we konden er niets van lezen. We bestelden, kregen twee verschillende soorten maar zagen zelf niet wat de grote of de kleine zou moeten zijn. Het smaakte wel heel lekker. Vanaf kwart voor tien wachtten we op onze bagage maar toen de deadline van 23 uur verstreken was, lagen we niet lang daarna in ons Russisch bed, dromend van wat nog komen zou. Dinsdag 30 oktober 2001 We wilden niet al te laat opstaan om maximaal te kunnen genieten van onze twee dagen Moskou. We waren zelfs nog te vroeg op: het bureautje gaat pas om acht uur open. We vroegen de receptionist of hij kon telefoneren naar de luchthaven om navraag te doen naar onze niet geleverde bagage. Het duurde een tijdje voor hij de juiste persoon aan de lijn had die ons doodleuk wist te vertellen dat iemand deze namiddag tussen twee en drie zou komen. Het was ondertussen al na negenen toen we eindelijk de stad in trokken. Met de metro reden we naar Kitaj Gorod, het station dat op het eerste gezicht het dichtst bij het Rode Plein lag. Later bleek dat we wel nog dichter hadden gekund maar het was een goede wandeling. Rode Plein Rond één uur haalden we onze bagage op en wandelden door enkele winkelstraten tot aan het wereldbekende Intourist hotel waar tot voor enkele jaren geleden alle buitenlanders moesten logeren. Volgens onze Lonely Planet zou je van op de hoogste verdieping (20ste) een prachtig zicht hebben over het Kremlin. Dat viel ons wat tegen omdat we ten eerste achter glas moesten blijven staan en het ten tweede het nogal mistig was. We kochten daar nog een souveniertje en een telefoonkaart (315 roebel) en namen de lift naar beneden.
Niet ver hiervandaan is het bekende Lubyankaplein waar ik vooral, als thrillerliefhebber, het imposante hoofdkwartier van de voormalige KBG wilde zien. Van de buitenkant is er niet veel aan te zien maar het laat je wel mijmeren over de kleine celletjes waar buitenlandse spionnen werden vastgehouden en op niet zachtzinnige manier werden verhoord. Via de Kitaj Gorodwijk wandelden we, zonder nog veel doelen voor vandaag, naar een groot gebouw ergens in de verte. Het is altijd leuk eens gewoon te wandelen, zomaar. Het imposante gebouw dat we uit de verte zagen vonden we met wat moeite. Het was het Universiteitsgebouw dat in pompeuze neogotische stijl werd opgetrokken tijdens het Stalinregime en een van de grootste gebouwen van Moskou is. We reden met de metro naar ons hotel, kochten aan de kraampjes een grote fles bier (2,5 liter voor slechts 28 roebel) en gingen naar onze kamer. We wilden eerst nog eens bellen om het thuisfront te melden dat we goed aangekomen waren maar onze nieuwe telefoonkaart werkte niet in het hotel. Ook niet in de talrijke telefooncellen aan de metro. Tekst en uitleg vragen hielp niet al te veel en we kochten dan maar een andere kaart in de metro zelf. Uiteindelijk vonden we dan toch hoe het moest. Wij hoorden het thuisfront babbelen maar zij hoorden ons niet... Raar maar ze konden toch wel vermoeden dat wij het waren. Uiteindelijk lukte het dan toch en iedereen was tevreden. Jaak zat ondertussen te wachten op de bagage die er tussen acht en negen zou aankomen. Het was kwart na negen toen we de geloodde rugzakken terug hadden. Oef, opluchting! We hebben ons biertje uitgedronken op de goede afloop en konden gelukkig gaan slapen. Weer een hindernis overwonnen. Onze podometer stond slechts op 0,54 km (voelde aan als 25 km) Woensdag 31 oktober 2001 We bleven nogal lang in ons bed liggen, maakten onze bagage klaar voor de grote rit van vanavond en gingen tegen 10 uur ontbijten. We kregen elk een sneetje brood met salami en een bord niet al te lekker muesli. Na onze tweede nacht Moskou betaald te hebben, gingen we weer op stap met onze rugzakken die we eerst wilden deponeren in Yaroslavski. We reden met de metro naar Lubyanka waar we overstapten op de rode lijn naar Station Komsomolskaya. De metro arriveerde ook in een treinstation zodat we dachten dat we er al waren. Nee, hoor we zaten in een verkeerd station. Met de nodige taalproblemen over waar we zaten en waar we naartoe moesten geraakten we in een ander station aan de overzijde van de Komsomolskaya Plocha maar we zaten nu in Leningradski. Nog niet juist dus. Vijftig meter verder vonden we eindelijk Yaroslavski waar we weeral na veel vragen en zoeken de ruimte vonden waar we onze bagage mochten achterlaten voor de rest van de dag. We betaalden 27 roebels voor heel de santeboetiek en waren blij dat we van dat gewicht verlost waren. We planden onze uitstappen voor de rest van de dag met de metro en wilden een paar mooie ondergrondse stations (zoals op de foto's) zien. Het was intussen al 13 uur en we vertrokken weer - eerst kochten we nog hoestsiroop voor Katriens hardnekkige hoest die haar uit haar - maar gelukkig niet de mijne - slaap hield. We reden naar Kropotkinskaya waarvan ons gezegd was dat het mooi zou zijn. Niet speciaal. Rond halfdrie arriveerden we aan ons volgend doel
Tegen 15 uur stonden we buiten en wandelden te voet langs de Moskva. Na een kwartiertje staken we de rivier over en zagen langs de rechterkant de toegang tot het wereldbekende Gorkipark. Wij hadden geen zin en geen tijd om het Russische Bellewaerde met een bezoekje te vereren en sloegen links af naar het
Naast het park staat, natuurlijk aan de rivier, een prachtige metalen boot met bovenaan een groot beeldhouwwerk van een krijger. Wie of wat het is en waarvoor het symbolisch zou kunnen staan hebben wij niet kunnen achterhalen. Langs deze kant van het water stapten we door tot we na korte tijd aan de tweede brug een prachtig zicht kregen op de buitenkant van het Kremlin en de achterzijde van de St. Basilkathedraal. Het werd stilaan donker zodat zowel foto's én film duister zijn. Toch de moeite om eens tot daar te gaan. Aan de achterzijde van St. Basil kan je gemakkelijk naar beneden en volg dan maar het water. Het gisteren half gesloten Rode Plein was vandaag volledig open. Ondanks de duisternis en de regen ontkleedde ik me gedeeltelijk om Katrien een prachtige foto te laten maken van mij in mijn Arno T-shirt voor de Basil. We kochten voor onze kinderen nog enkele souvenirs in de Gum (redelijk betaalbaar) en aten daar aan een kraampje een droog broodje met salami of kotelet (17-18 roebel). Te droog bijna om binnen te krijgen. Verkeerde gok. In de Kazankerk op de hoek kochten we twee kleine iconen voor het thuisfront en zochten dan maar wat degelijke en warme buikvulling. We stapten te voet naar Lubyyanka (we kenden ondertussen al een beetje onze weg) en namen de metro naar Komsomolskaya. Op het plein naast Yaroslavski deden we onze allerlaatste inkopen in Moskou en gingen kijken waar de trein stond. Je moet naar buiten en ziet pas op het allerlaatste moment op welk spoor je moet zijn. Maar eigenlijk kan je niet missen. Er staat zodanig veel volk en die hebben allemaal zoveel wit-rood-blauwe balen mee dat je je echt een weg door die meute moet werken. Het wordt trekwerk, drumme, duwen, sleuren, vloeken tussen de talloze karren met balen. Mijn eerste indruk van onze trein, onze wagon én onze coupé was niet al te positief. "Moeten we hier meer dan vier dagen en vier nachten doorbrengen ?". Op zo'n kleine ruimte is het om claustrofobisch zot te worden. Als alle heisa wat opgetrokken was, deponeerden we onze rugzakken en het meeste van ons materiaal onder ons in de banken en konden we alweer wat beter adem halen. Op den duur ging het zelfs al redelijk vlot, vonden we onze draai. We probeerden te slapen maar met al het lawaai in de gang was dat niet zo evident. We wisten nog niet goed hoe we best lagen en speelden woelrat vooraleer we in slaap sukkelden.
Donderdag 1 november 2001 Allemaal redelijk geslapen, het was blijkbaar warm genoeg op de trein. Toch komt er wat tocht door het raam. De trein geeft niet de indruk snel te rijden (de gemiddelde snelheid over het hele traject zou ongeveer 65 km/h bedragen). Het is dus rustig zitten en comfortabel lopen door de gangen. In de coupé's mag er niet gerookt worden en dus moeten Katrien en ik tot aan het tussencompartiment tussen onze wagon en de volgende om er eentje op te steken. Nu is dat nog niet erg maar als het kouder wordt, voel je dat wel en rook je toch iets minder.
Onze allereerste stop in Rusland kwam eraan rond tien uur. We kochten alleen maar brood. We hadden meer dan genoeg meegebracht van thuis en konden nog enkele dagen voortdoen. Na tien minuutjes moesten we terug op de trein. Na de middag nog wat geslapen, gelezen, geluierd. Vakantie dus. Trein verkend, door raam gekeken, thee gedronken. O ja, er staat inderdaad in iedere wagon een samovar met kokend water en een kraantje. Daarop staat een potje getrokken thee waarvan je zoveel mag nemen zoals je wil. Ik heb van mijn hele leven nog niet zoveel thee gedronken als die vier dagen.
Een uurtje later zag ik de eerste sneeuw langs de rails en was het grootste leed al geleden. We stopten om kwart voor negen in Perm, speelden yahtzee tot halfelf en vielen als een blok in slaap. Wat de anderen aan nachtmerries hadden weet ik niet maar ik sliep de slaap der onschuldigen. O ja, we hadden vandaag 27 roebel opgedaan met ons drieën...Een recordje in zuinigheid. Vrijdag 2 november 2001 We waren op om zeven uur, wilden ons gaan wassen maar zagen er tegen op omdat die WC echt wel heel erg kan stinken. We stelden het nog maar eventjes uit. Zo erg veel valt er niet te vertellen over onze treinbelevenissen zodat ik zal proberen dag na dag één item te behandelen dat de lezer misschien kan interesseren.
We lazen een beetje en gingen toch, met een klein hartje, naar de restauratiewagen op zoek naar mijn espadrille. Die had de garçon nergens gezien, hij wist van niets. Toch waagde hij het om een poging te doen een beetje van zijn schade op ons te verhalen. 's Middags aten we lekkere broodjes met salami en kaas en hadden absoluut géén behoefte aan warm eten. Het smaakte ons overheerlijk. Een siesta deed me deugd maar ik programmeerde mijn innerlijke wekker omdat ik zeker wakker wilde worden tegen half twee. Op deze stop in Vyatka kochten we iets waarvan we in de literatuur al uitgebreid de lof hadden horen beschrijven: blini's. Dit zijn een soort koude pannenkoeken met droge platte kaas. Heerlijke tussendoortjes. We hoopten dat we die lekkernijen iedere keer op iedere stop zouden tegenkomen maar dit was de eerste en laatste keer dat we ze vonden. Slechts 2 roebels per stuk. Heerlijk. Een beetje later leerde Jaak Katrien schaken, of toch de basisprincipes ervan. Met wat hulp (gevraagd: Chris) én ongevraagde (Robert) kon ze de schade beperken maar dank zij de welwillendheid van Jaak duurde de partij langer dan normaal was. Om 15 uur hadden we de volgende stop in Balyezino en kochten we hoe moet je anders een reisverslag vullen?) 4 yoghurts (à 10 r), 1 salami van 20 cm (38 r), 1 fles bier van 1,5 l (25 r) en 1 pakje L&M sigaretten (15 r). Je moet lopen, zoeken en je haasten. De stops duren zogezegd tien of twintig minuten maar gewoonlijk roepen de provodniks je veel vroeger terug op de trein. Laat je niet overbluffen en blijf tot het allerlaatste. Katrien had de smaak te pakken en speelde nog een spelletje schaak met Jaak tot het donker werd. Er was nog een stop om 19 uur mijn tijd (eigenlijk al 23 h). We kochten nog wat brood en boter (20 roebels) Onze avondactiviteit bestond uit een spelletje poker waarbij Katrien ALTIJD carré max gooide en we ons flesje bier deelden. Zaterdag 3 november 2001 Goed geslapen vannacht maar wel, op mijn aanraden, ons hoofdkussen verlegd van kant. Langs de kant van de venster komt er nogal wat koude uit. Slaap dus beter met je hoofd naar de gang toe.
Er was een volgende stop in Omsk en hier komt weer ons boodschappenlijstje:
Deze avond hebben we onze vodka geleegd maar geen spelletjes gespeeld. Jaak wilde zich zo rustig mogelijk houden, zijn maag protesteerde. Het glas heffen kon hij nog juist. Vroeg gaan slapen, rond halfelf. Je doet wel niet veel op de trein maar van nietsdoen word je ook moe. Zondag 4 november 2001 Vroeg gaan slapen is gewoonlijk vroeg opstaan. Deze oude Kuurnse wijsheid ging ook nu weer op. Het was pas zeven uur in de morgen en we waren gestopt in Irkutsk. We zijn dus in Siberië, waauw. Is het hier nu Siberisch koud? Het ziet er niet al te warm uit en er ligt veel sneeuw langs de sporen. Ik bleef eventjes kijken maar omdat mijn twee companen nog sliepen, volgde ik hun voorbeeld en was het half tien toen we uiteindelijk aan deze nieuwe dag konden beginnen. We waren juist op tijd wakker om het waarschijnlijk mooiste natuurzicht van de reis te mogen bewonderen. We passeerden een prachtig stuk van het grootste zoetwatermeer ter wereld. Het Baikalmeer is inderdaad zo schitterend als het overal beschreven wordt. Met besneeuwde bomen op de voorgrond en indrukwekkende bergtoppen aan de overkant flonkert het helblauwe water ons toe. We waren goed voor nog een paar honderd kilometer en weken niet al te veel van ons venster. Rond halfvier reden we over een metalen, rode brug en over de half bevroren rivier de Selenga. Schitterend hoe de ijsschotsen elkaar probeerden te vermijden. Ik voelde de stoppels op mijn baard en wilde toch een beetje proper zijn tegen dat we bij de échte Mongolen aan zouden komen. Zonder warm water en zonder een degelijke spiegel vergat ik de helft van mijn gezicht te scheren maar ik voelde me toch al wat frisser. Om kwart na vier was er een stop in Ulan Ude en kochten we ons avondeten: drie hamburgers, een kippebil, drie patattenkoeken, brood en 3 ontbijtkoeken (voor 70 r samen) Onze provodnika deed haar ronde in de trein om in iedere coupé haar vijftig roebels op te halen. Wij vielen uit de lucht maar moesten toch betalen voor het gebruik van de samovar en het altijd klaarstaande theepotje. Het was niet veel geld maar toch vonden we het raar dat we niet op voorhand verwittigd waren. We lieten Robert natuurlijk niet zijn deel betalen omdat die brave jongen helemaal geen thee had gedronken. Het verwisselen van de wielen begon om 9 uur 20 en we mochten een uurtje buiten. Er was geen drank te krijgen, alleen maar snoep en Katrien deed haar best om zich te beperken. Het aanbod is enorm en je mag zelf een zakje vullen (net als in Kruidvat bvb.) Katrien nam van de lekkerst uitziende soorten twee stuks en zat al rap aan een halve kilo. Zestig roebels waren we daarvoor kwijt. We bleven wachten op de trein tot vijf na elf en werden constant door elkaar geschud omdat ze blijkbaar bezig waren de wagons los te koppelen. Op dat moment kregen we ons tweede groot Murphymoment van de reis.
Maandag 5 november 2001 Vandaag zijn we dus echt in Mongolië. We zijn opgestaan met de wekker omdat we ons zeker niet konden permitteren ons te overslapen. We waren echter nog stukken te vroeg klaaromdat we pas tegen tien uur in Ulan Bator arriveerden in plaats van om tien voor negen. Nu is het daar Tot mijn grote verbazing stonden er ons geen touts op te wachten en waren we op onszelf aangewezen om een hotel te zoeken én te vinden.
Het werd stilaan tijd om eens te informeren voor morgen. We namen een taxi, ja natuurlijk, naar Intourtrade en gelukkig maar want we zouden het nooit gevonden hebben. In kamer 202 moesten we zijn maar ik was natuurlijk via een verkeerde ingang het gebouw binnengegaan en was blijkbaar op de gang van de plaatselijke hotelhoertjes. Mis poes. Enkele minuten later - met wat hulp - toch de juiste gang en deur gevonden. Directeur Bold ontving ons en verbaasde ons eerst met te zeggen dat er waarschijnlijk door de kalme toeristenperiode geen mogelijkheid zou zijn om te overnachten in een ger. Een dagtrip zou wel kunnen. Toen hij het ontgoochelde gezicht van Katrien zag, nam hij zijn GSM, belde en kon dan toch beter nieuws brengen. Weliswaar voor de prijs van 66 US $ per persoon. Het ontgoochelde gezicht veranderde mirakuleus in een schitterend glimlach van oor tot oor. Niet goedkoop maar het was al te laat op de middag om nog verder te zoeken. We stonden voor een voldongen feit als we het wilden doen. We betaalden en spraken af voor de volgende dag. Voor de verandering nog eens een taxi naar Sükbataar waar we in het Postkantoor 40 postkaarten kochten en evenveel postzegels. Dat grapje kostte ons 28.800 tg en we betaalden nog eens 19.500 tg voor een telefoonkaart. Onze enorme hoeveelheid tugruks minderde niet rap genoeg zodat we nog in een supermarktje een flesje vodka (4500 tg) en tien sandwiches(750 tg) aanschaften. Het was ondertussen donker en laat zodat we honger kregen . Het restaurant in ons hotel zou het worden. De eerste taxi had ons waarschijnlijk verkeerd begrepen en zette ons op een plaats af waar we ons niet herkenden. Niet moeilijk na één dag. De tweede taxi vond wel de juiste weg. Pech, in het hotel was het restaurant dicht maar ze zouden ons nog kunnen helpen in de Chinees op de eerste verdieping. Dit restaurant zou volgens de receptie van ons hotel echter toe zijn maar toch zouden we er terecht kunnen. We snapten er helemaal niets van maar gingen mee en kregen lekkere Chinese schotels voor onze neus. Dat was wel niet helemaal wat we verwacht hadden te eten in Mongolië maar je moet roeien met de riemen die je hebt. Eigenlijk waren we al fel bvlij dat we iets konden eten. Om half negen waren we op onze kamer, namen we een hete douche (deed deugd zeg), pakten we de bagage voor morgen in en schreven we onze postkaartjes. We hadden twee kamers en zouden dus wat privacy hebben, dachten we. Ik wilde onze twee bedden tegen elkaar schuiven maar na een luttele verplaatsing van vijf centimeter zakte één van de bedden door zijn karkas. Katrien heeft op de matras op de grond mogen slapen. Het was koud in de kamer maar we geraakten toch in slaap (in onze slaapzak) Als je nog meer foto's of info wilt over deze uitstap, klik dan door naar http://www.intourtrade.mn/ Dinsdag 6 november 2001 Bold zou ons komen ophalen tegen tien uur zodat we maar voor alle veiligheid onze wekker hadden gezet om acht uur. We ontbijtten op onze kamer met onze lekkere sandwiches, droegen onze bagage naar beneden en meldden ons kapot bed. Ze schrokken er niet van... Bold had ons gisteren gevraagd of we een gids meewilden maar omdat het al genoeg geld kostte en ik niet al te graag gidsen (opdringerige types meestal) mee heb, zagen we ervan af. Toch was een vrouwelijke gids mee. Muhntsag is haar naam en ze spreekt heel vlot Engels zodat we uiteindelijk toch blij waren dat ze er bij was. Na een uurtje rijden in de 4x4 maakten we enkele stops bij o.a. de bekende schildpadrots maar ook om Bold goedendag te laten zeggen aan een familielid dat met zijn paard passeerde. We mochten elk om beurt ook eens op dat paard zitten voor de foto. We reden door een prachtig sneeuwlandschap en arriveerden tegen half twaalf in Juulchin, de naam van ons kamp, in het Terelj National Park. We kregen eerst koffie, babbelden een beetje en gingen onze comfortabele ger bekijken. Een uurtje later mochten we gaan eten. Op ons eentje (nou ja, met ons drieën) deden we tussen half drie en half zes een schitterende bos- en bergwandeling. We kwamen regelmatig sjamanistische steenhopen tegen waaraan blauwe sjaaltjes hingen. Volgens dit natuurgeloof moet je een steentje bij de hoop bijleggen en er driemaal rondlopen (clockwise) dan... weet ik niet meer. Brengt het je geluk of val je niet van de berg... iets dergelijks. Tegen 19 uur werden we terug in het restaurant verwacht om een typisch Mongools avondmaal tot ons te nemen. Katrien kreeg het gevraagde : Mongolian tea als voorgerecht; dan als hoofdgerecht dumplings met twee lappen op ons bord (een met patat en één met vlees). Achteraf kregen we weer fruitsalade met koffie. Jaak en ik speelden nog een uurtje échte snooker en dan was de sauna (jawel, je leest goed) warm genoeg om ons te ontvangen. We hielden het iets langer dan een uur uit en gingen, volledig gezuiverd, slapen. 's Nachts werd ik een paar keer wakker doordat de madam van het kamp ons vuurtje kwam bijstoken. Woensdag 7 november 2001 We mochten tegen half negen aan het ontbijt en stonden dus maar op met de wekker om 7 uur om ons deel niet te missen. Na de lekkere broodjes en pannenkoeken reden we met de wagen naar een ander Gerkamp. Bij familie van Bold kregen we weer dezelfde 'lekkernijen' als gisteren en werd onze chauffeur (directeur van de organisatie nb) verleid tot het zingen van een Mongools volksliedje. Hij werd opgevolgd door de eigenaar van de ger die een heel wat minder mooie stem had en na lang aandringen door Jaak (als kind nog koorzanger) en mezelf. Wij hadden tien minuten nodig om een liedje te vinden waarvan we meer dan één strofe kenden en kwamen uit op 'De herdertjes lagen bij nachte..', na twee strofen vervangen door het Club Brugge volkslied waar ergens poepzat in de tekst voorkwam. Katrien was geshockeerd maar die gasten verstonden het toch niet en we kregen vanzelfsprekend applaus. Ik zing echter zo vals als een Vlaamse kat zodat het applaus meer vriendschappelijk dan muzikaal bedoeld was... We namen in alle vriendschap afscheid, stopten op de terugweg nog voor een paar prachtige vergezichten langs besneeuwde rivieren en belandden tegen de middag weer in ons hotel. Daar stonden onze rugzakken, nog netjes in een aparte ruimte en kregen we een andere kamer. Waarschijnlijk was het bed nog niet hersteld. Onze nieuwe kamer was verzegeld. Wat was er daar gebeurd ? We trokken het ons niet aan, namen een taxi naar het Paleis van Bogda Khan maar moesten daar tot onze grote spijt vasstellen dat het op woensdag (én ook op donderdag) gesloten was. Gelukkig had onze chauffeur gewacht zodat we met dezelfde wagen dan maar naar de volgende tempel reden.
Om 15 gingen we te voet naar het marktplein waar we enkele foto's namen van Sükbataar, een nationale volksheld, en dan naar het
Om kwart na vier met een andere taxi naar de Department Store waar we het obligate aantal souvenirs voor de kinderen, voor ons en voor anderen kochten en waar we op een ander verdiep in de supermarkt ons middagmaal voor de volgende dag bijeensprokkelden. Ook een beetje dollars gewisseld op de vierde verdieping. We lieten ons dan naar ons hotel rijden waar we onze valiezen inpakten (herpakten is het juiste woord want de souvenirs gingen nu allemaal in de handbagage). We dronken een theetje op onze kamer met warm water van de lavabo en telden ons geld. Onderweg in de taxi had ik enkele restaurants gezien en inderdaad, we moesten niet ver lopen om een soort studentenrestaurant te vinden. Nu konden we blijkbaar wel gebruik maken van de telefooncel in ons hotel en we verwittigden allemaal het thuisfront dat alles goed en wel was, dat we van hen hielden en hoorden tevreden dat het met hen ook goed ging en dat ze ons ook graag.... Op dat goede nieuws dronken we een flesje vodka op onze kamer, namen we een douche en gingen we niet al te laat slapen. Donderdag 8 november 2001 Nogal vroeg wakker met de wekker, rond zes uur en we namen zoals gewoonlijk het ontbijt op de kamer. We betaalden ons hotel (hadden het al twee maal gevraagd maar hoopten toch dat ze het zouden vergeten hebben). Nee, dus. Om niet in dezelfde fout te vervallen van toen we arriveerden namen we een taxi naar het station waar we mooi tegen kwart voor acht aankwamen. Het was even zoeken op welk perron de trein zou stoppen maar het werdnogal vlug duidelijk. Om 8 uur 25 stapten we voor de tweede maal op de Transmongolië Express, ditmaal op weg naar China. Joepie. We wilden zeker om half twaalf klaar zijn om tijdens de voorziene stop wat inkopen te doen maar de stop kwam er niet zodat we moesten wachten op een volgende gelegenheid. Ons sober middagmaal bestond die dag dus slechts uit broodjes met salami, zizkaasjes, smeerkaas en paté. Dit alles met een soepje en chocolade als dessert. Toch niet slecht. Buiten reden we ondertussen al in het minst mooie deel van de Gobiwoestijn maar nu en dan, heel sporadisch dan wel, zagen we een groepje kamelen. De eerste maal in mijn leven dat ik kamelen niet zie werken. Eindelijk was er dan een stopje rond 16 uur 30 in Sayn Shand. Tijdens de tien minuten dat we buiten waren kochtten we oploskoffie (drie zakjes voor 120 tg), een spel kaarten (500 tg), sigaretten (2 x 350 tg), lucifers à 30 tg en koekjes voor 600 tg. Goed gekocht, al zeg ik het zelf. We hadden tamelijk laat gegeten zodat we niet té vroeg naar de restauratiewagen wilden gaan. Het was twintig voor zeven toen we het uitgebreide menu onder ogen kregen. Het eerste dat we echter van de garçon hoorden was: " Closed at seven o'clock ". We bestelden vlug drie verschillende menu's maar kregen een vaag antwoord dat er alleen fried chicken zou te krijgen zijn. Na wat ongeloof en over en weer gepraat klopte dat. Heel toevallig was Fried chicken wel het duurste (4800 tg) op het menu en even héél toevallig konden we niet het Mongoolse bier krijgen maar het véél duurdere Tiger. Het eten was niet slecht maar het smaakte ons niet half zo lekker als gisteren en was dubbel zo duur (18500 tg). We naderden China en dat ondervonden we. Vanaf halfnegen kregen we regelmatig bezoek in onze coupé van douaniers, politie, militaire politie en van alle soorten geüniformiseerde mensen. Lui die ik dus liever niet zie of toch zo weinig mogelijk. Het liep tegen elf uur als we in de hangar geraakten waar we getuige zouden zijn van de wisseling van de onderwielen. We kregen een schokje aan de voorkant en we kregen een schokje aan de achterkant. We kregen nog een schok aan de voorkant... en zo ging het een half uur door. Waarschijnlijk werden de wagons losgekoppeld om ze één voor één van nieuwe wielen te voorzien. Reden is dat de sporen in China een andere breedte - slmaller of breder, ik vergeet het altijd - hebben dan die in Mongolië. Aan het venstertje achteraan onze wagon stonden we te kijken naar de wagon voor ons en naar die naast ons tot we plotseling verbaasd vaststelden dat we al in de lucht hingen. We hadden er helemaal niets van gezien of gevoeld. We konden dus alleen maar het zakken bewust meebeleven. Maar eigenlijk is het een scheet in een fles. Vrijdag 9 november 2001 We sliepen tot negen uur en bewonderden het prachtige landschap met bergen, canyons en rijstvelden. We konden er niet genoeg van krijgen en bleven maar aan het venster staan. Een uurtje later konden we dan toch eindeljk thee drinken in onze coupé en hielden ons onledig in de rustige en stilaan door de zon opgewarmde gang. Omdat we nog geen stops hadden gemaakt hadden we geen kans gezien mondvoorraad in te doen. Dus aten we 's middags maar onze aller- allerlaatste restjes op. Een uur later kwam onze volgende grote gebeurtenis van deze tot nu toe schitterende reis: we zagen in de verte de eerste contouren van de Great Wall. Natuurlijk moest er daar een fotootje van komen. Nu en dan zagen we de Muur dichterbij komen en dan weer verder gaan maar we bleven hem volgen tot in
We zagen de kilometers aftellen. O ja, nog een randstukje over de kilometerpaaltjes
Beijing heeft een prachtig maar o zo druk station en omdat we al anderhalve dag van onze restjes leefden was onze eerste bekommernis een bank vinden om geld te wisselen. Dat liep niet van een leien dakje omdat niemand ons een bank in het station kon aanwijzen. "Bank outside", was het enige Engels dat ik verstond. We hadden nu zelfs geld om een taxi te nemen tot aan ons van Kortrijk uit geboekte hotel. Ik wist dat het redelijk ver was en ik had geen zin om een paar uren te verliezen met het zoeken. Voor 20 Yuan (100 BEF) stonden we aan Zhaolong International Youth Hostel waar natuurlijk geen reservatie terug te vinden was. Gelukkig was er meer dan voldoende plaats zodat we maar onmiddellijk onze kamer voor drie nachten betaalden. Het kostte 60 Yuan (300 BEF) per persoon en per nacht wat onze rekening op 540 Yuan bracht. Het restaurant in het hotel bood, volgens een uithangbord, menu's tegen heel schappelijke prijzen en zou open zijn tussen half zes en half zeven. We hadden dus nog eventjes en ik wilde nog wat verse lucht scheppen, zonder rugzakken. De Chinese temperatuur was hoogst doenbaar, zelfs 's avonds nog, zeven graden volgens een plaatselijke thermometer. Terug in ons hotel zagen we in plaats van een restaurant een soort refter met voldoende keukengerief. Je wordt verondersteld je eten zelf klaar te maken net als in ons jonge jaren in ouderwetse jeugdhotels. Nee, laat maar. We hadden er geen zin in. Aan de receptie konden ze ons een goed, goedkoop restaurant aanbevelen en ze hadden gelijk. Neem het eerste restaurant als je rechts afslaat bij het buitenkomen van het hotel. We lieten ons eten verteren door middel van een avondwandeling en deden inkopen in een shopping center (links afslaan als je het hotel buitenkomt). We vonden o.a. bier aan 6 yuan, wijn aan 19 yuan, pakjes nescafé aan 12 yuan, brood, boter en yoghurt voor een totaal bedrag van 93 yuan Om 21 uur waren we op de kamer, namen we een douche en dronken ons pas gekocht alcoholhoudend vocht. Het wijntje had een prachtig etiket The Great Wall) maar smaakte naar katte... en het bier (Tiger!!!) was al niet veel beter. Zaterdag 10 november 2001 We wilden vandaag niet al te laat op zijn maar hadden onze wekker gezet naar een horloge dat verkeerd stond. Mis. Toch om zeven op, ontbijt en weg met een taxi (17 yuan) naar de
Daarna namen we een taxi naar het een half uur ver gelegen Summer Palace. Het kostte ons 43 Yuan om daar te geraken. Het verbale contact was heel miniem en we lieten ons afzetten aan de zuidwestelijke kant. Wisten wij veel op dat moment waar wij zaten. We aten een overheerlijke ter plaatse klaargemaakte omelet aan 2 yuan. Bleek dat we volledig aan de niet-toeristische kant zaten en dat we langs het meer moesten wandelen om aan onze bestemming (de paleizen, de marmeren boot...) te geraken. We startten om kwart na één, betaalden elk 30 Yuan en wandelden zeker anderhalf uur om aan de overkant te geraken. Langs wandelpaadjes en ontelbare paviljoentjes geraakten we uiteindelijk na een prachtige wandeling aan de overkant. Het Zomerpaleis zelf (toch de noordkant ervan) gelijkt een stuk op de Forbidden City en was dus niet echt iets nieuws voor ons maar het was toch een heel aangename, ontspannende en mooie namiddag. Van daar uit namen we een taxi naar het centrum van Beijing en lieten ons afzetten aan de North Gate van het Beihai Park waar we een poging zouden doen om enkele hutongs te verkennen. Hutongs zijn de oude stadwijken die dreigen teloor te gaan door het bouwen van supermoderne buildings en appartementsgebouwen waardoor de Chinese hoofdstad meer op New York (dat van voor 11 september wel te verstaan) lijkt dan op een Aziatische stad. Jammer. Om kwart na vijf vertrokken we dan maar te voet langs de Verboden Stad naar het centrum en het Tien Anmenplein om een poging te doen souvenirs te vinden. We vonden langs de weg en zelfs op het Tien Anmenplein niets dat de moeite was. We hielden een taxi aan en reden naar het hotel waar ik gelukkig iemand van Jinghua Hotel aan de lijn kreeg. Hij kon me melden dat er de volgende dag nog plaats was op de dagexcursie naar The Great Wall. Ik had het bijna opgegeven. Volgens onze reisgids zouden de trips ook te boeken zijn geweest in bureautjes rond het Tien Anmenplein maar die hadden wij niet gezien noch gevonden. In de Pacific Store (als je ons hotel buitenkomt naar rechts) deden we enkele inkopen maar vonden ook daar geen souvenirs, alleen brood. In het grote vier- of vijfsterrenhotel Zhaolong kochten we een postzegel voor Katriens brief en wisselden we de ons resterende 22 US $. We gingen niet te laat slapen om het hoogtepunt van onze reis fris te kunnen aanpakken. Zondag 11 november 2001 We moesten vandaag weeral onze wekker zetten want tegen acht uur verwachtte men ons aan Jinghua Hotel. Het zag er op de kaart redelijk ver uit zodat we maar een taxi aanhielden en ons lieten voeren. Het Hotel ziet er verzorgd en proper uit en is zelfs nog iets goedkoper dan het onze en een stuk centraler gelegen. Hiervoor opteren zou dus waarschijnlijk wel een betere keuze zijn. Ik was gisteren vergeten te vragen naar welk stuk van de Muur we zouden gaan. Soit, we zien wel. Om halfnegen vertrokken we met twaalf man in een busje om rond half twaalf aan te komen in Simatai en we waren blij. Juist dit stuk hadden we willen uitkiezen omdat het nog het meest authentieke zou zijn. We betaalden ons toegangsgeld (elk 30 yuan) en hadden dan twee mogelijkheden. Ofwel ga je met de kabelbaan direkt naar boven en verken je de bovenste stukken van de Muur. Ofwel ga je te voet langs een bergpad naar boven en begin je de Muur als je boven komt. Eenmaal aan de Muur begint het pas. Op dit stuk kun je ten hoogste 19 torens op- en afwandelen. Je loopt dus als het ware van toren naar toren. Je ziet de helft van de torens voor je ogen en denkt "Dat varkentje zullen we hier eens vlug wassen" maar dat is zonder de waard gerekend. We deden toch anderhalf uur over zeven torens ook omdat we, weeral, regelmatig stopten om te genieten. Het hoeft immers niet uit te draaien op een wedstrijd om ter meest torens, nietwaar. Vanaf de vierde toren waren er geen zijmuren meer en versmalde het pad. Op vijf haakte Katrien die sowieso al last heeft van hoogtevrees, geheel binnen de verwachtingen af. Ze was al verder geraakt dan ik voor mogelijk had gehouden. Jaak en ik klauterden nog tot aan nummer zeven waar hij het ook voor bekeken wilde houden. Het was daar prachtig en we wilden nog wat blijven maar we moesten op tijd (half drie) terug beneden zijn bij het busje. We waren daar ruimschoots op tijd en reden terug naar Beijing waar we om kwart voor zes arriveerden. taxi naar Tien Anmen, Lilichuian gezocht, niet gevonden Restaurant met stoofpotjes (90 Y) taxi naar Hotel Hidden Tree Duvel gedronken 23 uur in bed Maandag 12 november Van de laatste dag valt niet veel meer te vertellen. We stonden om 6 uur op met de wekker, lieten ons met een taxi naar de luchtvane voeren en besteedden ons laatste geld aan souvenirs. Uren en uren later stonden we weer in Zaventem... Einde van het mooi verhaal...
|