websitetemplate.org - australiana
Wie ben ik ? > Reizen > Reisverslagen 2002 > Cambodja (november)
 
 

Cambodja (november)

 Cambodja (2002)


Dinsdag 12 november 2002

Vroeg opstaan is normaal voor mij nooit een probleem en zeker niet als het is om op reis te gaan. Om halfvijf dus uit de veren om tegen zessen aan het station van Kortrijk te staan. Met traantjes uitgewuifd door de vier thuisblijvers van het gezin. Na een half uurtje sporen in Rijsel overgestapt op de iets snellere TGV en om kwart voor negen al in Parijs, Charles de Gaulle. Geen gemakkelijke luchthaven om te vinden waar je moet zijn. Eerst veranderen van terminal met een shuttlebus, dan de juiste gate zoeken en dan nog de juiste "satellite" vinden.

Om 11 uur 20 eindelijk het vliegtuig op naar Abu Dhabi waar ik al onmiddellijk verwelkomd werd met pizzanootjes die gevolgd werden door geroosterd schapevlees met een slaatje en rijst. Dit alles werd doorgespoeld met een lekker fris glaasje wijn en werd besloten met een broodje camembert en Tuc-koekjes. Het logische après-sigaretje was er jammer genoeg niet bij.

Om 18 uur 15 gearriveerd in Abu Dhabi waar ik mijn horloge drie uur vooruit mocht draaien. Superchicque luchthaven met erg goedkope taxfreeshops en - belangrijk voor mij - overal asbakken...
Een minuutje voor middernacht zat ik alweer op het vliegtuig, nu richting Bangkok.

Twee vloeken vergezelden mijn wachten: ik was mijn reisschema met adressen, emailadressen enz. vergeten maar ook de pillen die ik al jaren dagelijks inneem voor mijn knieën. Vingers kruisen dat dat maar goed afloopt...


Woensdag 13 november 2002

Kwart na negen plaatselijke tijd in Bangkok geland. In België is het dan al 6 uur vroeger dus kon ik moeilijk mijn dierbaren uit hun bed bellen om te melden dat ik goed gearriveerd was. Op deze tweede helft van mijn vluchtschema was de vis op en kreeg ik kip met spaghetti geserveerd en een broodje met The Laughing Cow - de Engelstalige equivalent van het wereldbekende La Vache Qui Rit.
Net voor het landen nog een ontbijtje binnengespeeld. De bagage was er vlug zodat ik werk kon maken van mijn plan om nog vandaag in Cambodja te geraken. Ik had niet al te veel zin om in Bangkok te blijven hangen en verlangde weg te zijn uit deze hectische wereldstad.

Net buiten de luchthaven kun je een ticket kopen (100 Baht=€ 2,50) voor een van de drie Airportbussen die je ofwel naar de Domestic Airport (lijn 1), Downtown (lijn 2) of naar de Eastern Bus Terminal (lijn 3) brengen. Ik zat een uurtje op de laatste bus en belandde om half twaalf in de oostelijke terminal waar ik al onmiddellijk de Duitser tegen het lijf liep die me in Abu Dhabi al aangesproken had. Hij zag me staan met de Lonely Planet in de hand en wist niets beters te vragen of ik ook naar Cambodja ging. Denigrerend kon hij me te melden dat ik met een verouderde druk rondliep - net alsof ik dat niet wist - en dat ik beter had gewacht om de nieuwste uitgave in Cambodja zelf aan te schaffenp. Op mijn antwoord dat ik de reisgids gewonnen had bij een wedstrijd van Lonely Planet zelf, stond hij met zijn mond vol tanden.

Veel bureautjes in de terminal waarvan er verscheidene Trat in de aanbieding hadden. Het was dus gewoon zaak die maatschappij te vinden die de eerst vertrekkende bus aanbood.
Tussen 12u30 en 18 uur zat ik dus op een luxe aircobus waar we een flesje water kregen, een broodje en later nog enkele cola's. Het was dus dan al duidelijk dat mijn bedoeling om die dag nog de grens over te geraken niet zou lukken - ze sluit immers om 17 pm.

In het busstation van Trat stonden ons enkele touts op te wachten die ons, na een korte onderhandelingsronde, naar Guy's Guesthouse brachten

Guy's Guesthouse
Dubbel zonder bad: 100 Baht (€ 2.50), met bad 150 (€ 3,75). Fan, handdoeken, proper
Ook aanwezig: restaurant, bar en een paar computers.
Mogelijkheid om vervoer te regelen naar Hat Lek (de grens).
Goedkoop eten en drank (1 grote pint voor 40 baht - € 1)

Michael, mijn kersverse Duitse 'vriend', had geen zin om in het guesthouse te blijven eten en had langs de weg een groot restaurant gezien waar veel Thai zaten. Garantie voor goed, veel en goedkoop eten. Op zijn voorstel om een tuk-tuk te nemen ging ik niet in omdat we al de hele dag niets gedaan hadden uitgenomen zitten, hangen en liggen. Het is me slecht bekomen. In de avondlijke hitte bleven we maar stappen en stappen en de paar honderd meter werden er al gauw een paar kilometer. We passeerden veel restaurantjes die er veelbelovend uitzagen maar niet hét rastaurant dat Michael had gezien. Hoewel de plaatselijke bevolking op zijn herhaalde vragen de tegenovergestelde richting bleef aangeven van die waarin wij gingen, bleef hij me maar op sleeptouw nemen.
Ik werd het ferm beu.
"Shouldn't we give up, turn around and go to some place we've passed?" waagde ik hem te vragen.
"Giving up is for chickens," was zijn niet mis te verstane antwoord.
"Yes, but being stubborn is for donkeys," kon ik niet laten te repliceren.
Uiteindelijk stemde ik toe om achterop een moto te springen en die te vragen ons naar een goed restaurant te brengen. Ze scheurden in ware rodeostijl weg en we belandden.... aan Guy's Guesthouse.

De koppigaard wilde daar absoluut niet eten en we scheurden weer weg met een moto naar een ander restaurant waar we elk een Tom Yam soup aten. Hij was al een paar keer in Thailand geweest en kende de namen van de verschillende soorten soep beter dan de kelner - zogezegd - waardoor er een hele discussie ontstond over de benaming Tom Yang Mung en Tom Yang Pla tot hij uiteindelijk toch moest toegeven dat hij Mung en Yang door elkaar gehaald had. Soit, het was goed en goedkoop maar ik moest wel een pint delen met hem. Om ze niet te laten opwarmen. Ik geef het bier nooit zoveel tijd maar ik vroeg er dan nog maar eentje bij....
In het guesthouse waren ze juist aan het barbecuen en we mochten ons gratis bijzetten. Ze schepten altijd voort op ons bord tot we geen paf meer konden zeggen...
Ik ontmaakte me van den Duits door op Internet te gaan en enkele mailtjes te versturen.
We spraken eerst nog af dat we elkaar 's morgens om vijf uur zouden wekken om samen naar de ferry te rijden.

Het was toch al kwart na tien toen ik in mijn bed kroop. Laat genoeg na zo'n vermoeiende vliegreis. Goed geslapen natuurlijk.

avondeten met den Duits op faiencestoeltjes

Donderdag 14 november 2002

Na een korte douche kregen we beneden gratis een flesje water en werden we voor 100 baht per persoon (€ 2,50) naar de grens gebracht. De nodige formaliteiten hielden ons wel een tiental minuutjes bezig. Een visum voor Cambodja kost 1100 baht (€ 25), dus 100 meer dan bvb in Bangkok en mag theoretisch alleen maar in Thais geld betaald worden. Mijn dollars aanvaardden ze na lang aandringen toch.
Omdat we niet veel tijd meer hadden, zwierde ik mijn rugzak te geweldig op mijn schouder zodat mijn bril van mijn neus viel en ik voor de rest van de reis met een gebarsten glas zat. Net in de midden van mijn gezichtsveld. In alle spoed met een auto voor 140 baht naar de haven waar de ferry al stond te wachten. Voor 15$ sta je dan in 4 uur in Cambodja.

Dus 's middags in Sihanoukville waar we natuurlijk arriveerden in de haven, waar elders. Op het kaartje in de Lonely Planet lijken de afstanden niet zo groot maar je kan bijna niet anders dan alles met een motodriver te doen. Ik koos voor Victory Beach omdat het waarschijnlijk de rustigste is. De andere drie stranden van Sihanoukville hebben, naar het schijnt, mooiere stranden maar zijn daardoor ook een stuk toeristischer en drukker. En daar had ik nu net niet veel zin in.
Ik had ergens in een reisverslag horen boffen met Bayon Guesthouse en na een korte inspectie keurde ik het goed

Bayon Guesthouse
Dubbel zonder bad: 3 $.Muskietennet, fan, handdoeken, proper.
Ook restaurant, bar maar geen computers te vinden in dit deel van Sihanoukville.
Op 200 meter van het kleine maar behoorlijk propere strand

Na een korte opfrisbeurt, wendde ik me met discman, fles water, handdoek en zwembroek zeewaarts. Ik was er bijna helemaal alleen. Zalig. Ik vleide me neer in een strandstoel, nam een tafeltje in beslag en sprong in het heerlijk frisse water. Ik voelde me al heel wat properder dan de laatste dagen. Terwijl ik me liet drogen in de zon passeerde het eerste van een hele rij fruitmeisjes. Met een mand op hun hoofd benaderen ze zowel de toeristen als de autochtonen om hen water, ananas, bananen of kokosnoten te verkopen. Ik beloofde er eentje dat ze een uurtje later mocht terugkeren maar had er tegen dan al wel vijf moeten afwimpelen.
Uiteindelijk kocht ik een hele ananas voor slechts 2000 riel (€ 0,50) en kreeg er nog twee bananen bij. Het was heerlijk. Terwijl ik aan het eten was bleven de fruitmeisjes komen en beloofde ik een van hen morgen iets aan haar te kopen.

Je kunt natuurlijk niet blijven ronddobberen en tegen 17 uur ging ik me toch uitgebreid douchen, scheren en ging ik met een aperitiefje mijn dagboek bijwerken. Ondertussen schreef ik ook het vreemde verhaal van de vreemde Duitser op, met het oog op een eventueel later boek.

Naast de deur zag het menu er beter uit en dus ging ik eten in de Sun waar ik fried fish met Khmer Dipping Sauce en rijst at voor 6000 riel (€ 1,50).

Ik bleef niet te heel lang op en zocht dan maar vlug mijn bedstee op

strand van SihanoukvilleFruitmeisje schilt mijn ananas

Vrijdag 15 november 2002

Ik was vroeg gaan slapen, dus stond ik vroeg op en lag tegen 7 uur al te genieten in het water. Ik was er eerder dan de fruitmeisjes maar mijn rust bleef niet lang uit. Om negen uur 9 uur had ik er genoeg van, werd ik uitgezwaaid en nam ik, met een klein leugentje dat ik zou terugkeren, afscheid.

Ik maakte mijn bagage, sloeg een driver aan de haak, dronk nog een theetje en liet me naar het centrum van Sihanoukville voeren.

Twee en half uur later stond ik met een shared taxi (4 van voor, 4 van achter) in Kampot. Het had me drie dollar gekost en het was een lastige rit omdat ik er met niemand kon praten en ook geen centimeter beenruimte had. Een korte plaspauze voor de aanwezige dames was het enige oponthoud dat de chauffeur zich permitteerde. De chauffeur zette iedereen af en voerde me dan naar het guesthouse van mijn keuze. Vriendelijk van die man.

Ta Eng Guesthouse
Heel vriendelijk eigenaar. Kamers binnen zijn zonder eigen badkamer en kosten 4$. Buiten zijn er betere mét badkamer voor 5$. Ik nam een kamer in het hoofdgebouw: fan en twee bedden, redelijk grote kamer.
De gemeenschappelijke doucheruimte en toilet zijn redelijk proper. Je moet water scheppen met een emmertje uit een waterresevoir.
Opschrift: Don't soak in the basin.

Na mijn rugzak wat geordend te hebben ging ik het register invullen en sloeg ondertussen een praatje met de sympathieke en vriendelijke oude eigenaar. Fier vertelde hij dat hij een van de eerste guesthouses in Kampot had en dat hij de eerste tien maanden van dit jaar als 1500 bezoekers had gehad. Hij boerde blijkbaar goed,

Ik had zin om wat te stappen - had nog niet teveel fysieke inspanningen gedaan de laatste tijd - en probeerde aan de rivier te geraken. Lukte me natuurlijk niet onmiddellijk. Ofwel was het kaartje in de Lonely Planet niet goed ofwel - en dat zal waarschijnlijker zijn - is mijn oriëntatie wat onderontwikkeld gebleven. Feit is ook dat daar nergens straatnamen te vinden zijn. Of moesten ze er toch zijn, dan zou ik ze niet kunnen lezen. Ik zat de hele dag met 'Where the streets have no name' van U2 in mijn hoofd.

De informatie in de Lonely Planet over waar ik een international telephone call zou kunnen plaatsen, trok er niet op. Bijna niemand kon me helpen en uiteindelijk arriveerde ik in het Postkantoor waar men me doodleuk meldde dat ik op de markt moest zijn.

Uiteindelijk ben ik daar bij een computer geraakt. Ik kon zelfs bellen met de computer, wonder boven wonder. Bellen kostte 3000 riel (€ 0,75) per minuut en Internet 4$ per uur. Het duurde wel een tijdje voor ik mijn 22 mails beantwoord had en ik er zelf nog een paar verstuurd had.

Omdat het begon te regenen net toen ik nog een wandelingetje wilde maken, haasste ik me tot aan de Pagoda waar ik wilde schuilen. Jammer genoeg was ze gesloten wegens verbouwingen maar waren er genoeg gebouwtjes om toch uit de gietende regen te blijven.

Tegen zes uur was ik op de kamer, nam mijn dagboek en dronk een fles water. Ik strompelde tussen de plassen weer tot aan het centrum waar ik op de hoek, in de Phnom Penh Thmay een fles Angkor Beer bestelde. Voor 6000 riel (€ 1,50) krijg je daar een grote (680 ml) fles. De vraag naar een tweede exemplaar een tijdje later werd afgewimpeld door het Biermeisje dat aan haar T-Shirt te zien gesponsord werd door Tiger. Het Angkor Beer was op en ik kon alleen nog haar merk krijgen. Het is een stuk duurder en niet echt lekkerder maar toch liet ik me overreden.

Ik telefoneerde naar Katriens moeder maar toen die niet opnam bedacht ik me. Het was in België een betaalde feestdag en ze waren allemaal samen gaan eten. Stomweg vergeten....
Ik ging in een plaatselijk restaurantje op 100 meter van het guesthouse eten. Je hebt de keuze tussen 3 potten: shrimp, fish of pork. Met de rijst erbij betaal je slechts 2000 riel (€ 0,50)

Om kwart voor acht zat ik op mijn kamer mijn dagboek in te vullen en ging nog een slaapmutsje drinken op het terras. De batterijen van mijn discman waren al op.
Ik ging dus vroeg slapen maar had een slechte nacht omdat het eerst te warm was om in slaap te geraken, dan werd ik wakker gemaakt door een verschrikkelijk onweer en begonnen mijn muggenbeten hard te jeuken.

 

hotelkamervervallen Koloniale gloriepagode in restauratievarken op zoek naar gevallen kokosResto zonder naam

Zaterdag 16 november 2002

Gisterenavond had ik met de eigenaar afgesproken dat zijn kleinzoon me als driver zou meenemen naar Bokor Hill voor de hele dag. Ik moest om half acht klaar zijn en het zou me 12 $ kosten. Ik was zelfs vroeger klaar maar de jongen was al weg. Met en Zwitserse die ook in het guesthouse logeerde en vroeg in de namiddag nog naar Phnomh Penh wilde. Een andere driver zou me rijden...
Ongelooflijk maar waar: over de 42 km deden we 3 uur op de motorbike, tussen de rotsen in een wegje omhoog. De locatie is wel schitterend: tussen de enorme tientallen meters hoge bomen laveer je naar boven. Het was na een uurtje beginnen motregenen: regenjackje aan en we maakten een stop bij een restaurantje (anderhalf uur op weg en halfweg) waar ik enkele theetjes dronk. Terug de achterzit van de moto op, nog een uurtje naar boven en we arriveerden aan het Royal Palace waar we kennis maakten met de kleinzoon van de eigenaar van mijn hotel en zijn Zwitserse passagierster. Die had op het eerste gezicht nog wat meer kleren aan dan ik maar was echt verkleumd. Onze Cambodjaan had zelfs in dat vervallen paleisje een vuurtje gestookt om haar op te warmen maar niets hielp. Ze zag het niet meer zitten om nog dat kleine stukje naar boven te gaan en wilde terugkeren. Nadat we een kwartiertje gebabbeld hadden, reden zij naar beneden en wij naar boven.
De weg werd iets beter, het regende niet meer maar het uitzicht werd fenomenaal, onvergetelijk. Ik zag in de verte enkele gebouwen opdoemen, een beter woord vind ik er niet voor, tussen de mistslierten en de bergnevels door.

Spielberg, vleermuizen, wolvengehuil op de achtergrond ontbraken er nog net aan...
De driver wist me te vertellen dat we de Catholic Church naderden - zelf zag ik het niet. Er was niet veel te zien en we waren er redelijk vlug weg en reden door naar het Bokor Hill Hotel. Dit sinds 1927 verlaten hotel had niets meer te bieden dan afgebladderde verf, losse vloerstenen, krakkemikkige trappen, gebarsten of verdwenen ruiten maar hier en daar zie je toch nog in details de vergane glorie van wat het ooit moet geweest zijn.
Boven heb je, zelfs bij slecht weer, een schitterend uitzicht tot aan de zee maar wat me op dat moment stoorde waren de tientallen Cambodjaanse soldaten die net die dag die plaats uitgekozen hadden om hun paracommando-oefeningen te testen. Ze lieten zich glijden langs kabels van boven tot beneden en verbraken zo een beetje de spell, het magische van het moment.
Terug beneden kreeg ik enkele koekjes van een Canadeees die met en crossmoto naar boven gekomen was en zich afvroeg hoe the fuck wij met zo'n simpel brommerke zonder echte vering boven geraakt waren. Vraag het eens aan mijn achterwerk, zei ik...

We gleden vlugger naar benden dan verwacht en stopten nog aan een pagoda waar mijn driver wierookstokjes offerde. Ik probeerde hem uit te leggen dat ik nog naar de Broken Bridge wilde maar hij begreep me niet. We nogmaals aan het enige huis dat we tegenkwamen voor een theetje of vijf en een paar banaantjes en waren tegen kwart na twee terug aan Ta Eng Guesthouse.
Gekrakt en gebroken, pijn aan mijn achterwerk, de binnenkant van dijen, mijn bovenarmen...kortom, overal

Ik had een fles water, een douche en verse kleren nodig...in welke volgorde weet ik niet meer...

Na een half uurtje ben ik gaan mailen en heb ik me gewoon op een straathoek gezet om te trachten enkele geslaagde foto's te nemen van het plaatselijke verkeer, de plaatselijke gwoontes en de mensen, tout court... Ik wandelde nog eventjes door de markt, kocht een baguette met vlees, ajuin, augurk, sla en tomaat voor 1000 riel (€ 0,25) en ging terug naar het hotel om mijn foto's te bekijken en de batterijen terug op te laden. Op dzt moment en nog enkele keren in het komende uur viel de electriciteit uit en was ik niet meer zeker dat mijn batterijen wel opgeladen waren.

Ik zette me dan maar op het terras - het was nog klaar - en schreef met de hulp van twee blikjes bier, in drie kwartier vier bladzijden over mijn gebeurtenissen in Bokor Hill. Voor een volgend boek??? Zie mijn boek op mijn homepage.

Het was tijd om te gaan bellen naar het thuisfront, dus de pijnlijke spieren weer in beweging gezet en het kwartiertje tussen het hotel en de markt afgestapt. Dedju, Katrien was al weg naar Parijs, haar zuster gaan bezoeken. Gelukkig was Ilse wel thuis en hoorde ik nog eens Vlaams. Leuk.

Tijd voor een aperitiefje in hetzelfde cafe als gisteren waar krek hetzelfde scenario zich afspeelde. Eerst bier naar keuze, dan lastig gevallen, nou ja, door een beergirl dir haar sponsor wilde aanprijzen. Daarna weer gaan eten bij de mensen van gisteren - veel variatie zat er dus niet in deze dagen - maar de shrimp was op. De pork en vegetables en rijst smaakten weeral lekker. Daarna had ik een discussie met een Cambodjaan die zich aan mijn tafeltje kwam zetten. Het ging over politiek, niet onmiddellijk mijn meest geliefde onderwerop reis. Nog altijd een gevoelig punt in Cambodja want de mensen van het restaurant kwamen zeggen dat hij me moest gerust laten. >Einde discussie.

Ik stapte naar het hotel om mijn dagboek in te vullen, om voor de tiende maal die dag mijn voeten te wassen en mijn sandalen af te spoelen. Nadat ik bij een slaapmutsje de rest van mijn Bokorverhaal had afgewerkt, ging ik pitten.

beste stuk van de wegnevelig zicht op spookstadVervallen hotelnogmaalskamer met zicht op zee

Zondag 17 november 2002

Na een douche en het pakken van de bagage wachtte ik samen met de eigenaar van het Guesthouse op bde minibus die me naar de markt zou brengen en vandaar naar Phnom Penh. Hij trakteerde me op een hele pot gratis thee die ik met plezier naar binnen goot maar met toch wat terughoudendheid in mijn achterhoofd. Hopelijk kan ik op tijd uitstappen om mijn blaas te ledigen. Bij de afrekening (overnachtingen en drank) was de man vergeten me de uitstap van gisteren (12 $) aan te rekenen maar dat was zonder de waard gerekend. Ik zat aan het venster van het minibusje te wachten tot we zouden vertrekken toen mijn motodriver plotseling op het raam klopte... of ik kon betalen? Natuurlijk.

In het busje zaten we 6 mensen op de laatste rij, 7 daarvoor, daarvoor nog eens 6 en 4 man naast de chauffeur. De laatkomers, een tiental, mochten op het dak de verplaatsing meemaken. Ik zat aan het venster met de heimelijke hoop nu en dan eens een sigaretje te kunnen roken maar de monnik die naast mij zat maakte me duidelijk dat hij en niet ik daar wilde of moest zitten. Mocht hij niet naast een vrouw zitten of was hij gewoon egoïstisch? Geen idee van maar ik moest mijn bevoorrechte plaats afstaan. Tegen mijn zin maar wie ben ik om tegen een monnik in te gaan?

Na anderhalf uur hadden we een klein stopje maar het leek me te moeilijk en te onhandig om in- en uit te stappen zodat ik maar bleef zitten. Gelukkig stapte de monnik uit (door het raam) zodat ik er eentje kon opsteken.

Het moest er van komen, het had lang genoeg geduurd maar uiteindelijk hoorde ik dé Westerse hit van Zuid-Oost-zië: Hotel Californië van de Eagles. Ik had het in Vietnam tot treurens toe gehoord en was het nochtans goede nummer kotsbeu. Een reis door Azië is blijkbaar niet kompleet zonder The Eagles...

Net op dat moment viel mijn riel dat ik mijn relatieve nieuwe short in het guesthouse in Kampot had laten hangen. Hij was zodanig vuil en nat van de trip naar Bokor Hill dat ik hem uitgewassen had en te drogen had gehangen op de gedeeltelijk overdekte binnenkoer. Daar hangt hij nu nog. Shit. Ik zal het voor de rest van de reis moeten doen met één short.

Om half een stond ik aan het busstation van Phnom Penh in de Mao Zhe Dong Boulevard. Niemand sprak daar Engels en ik vond die boulevard niet terug in mijn Lonely Planet. Uiteindelijk vond ik dan toch iemand die me naar het Capitol Guesthouse wilde brengen voor 2000 riel (€ 0,50). Let's go. De man reed helemaal verkeerd, moest wel tien keer de weg vragen en belandde uiteindelijk toch aan het goede adres maar wilde niet teruggeven op mijn briefje van één dollar (4000 riel). Hij stak dan nog de schuld op mij "you said Capitol Cinema". Net alsof ik met mijn rugzak naar de film ging. Ik bombardeerde hem onmiddellijk tot minst sympathieke Cambodjaan en achtte hem zelfs geen blik meer waard.
Toen ik wilde binnen gaan hield een andere taxidriver me tegen en vertelde me dat ik beter naar Okay ging, slechts 3$ voor een nacht. Hij wilde me zelfs gratis brengen.
Okay? Okay. Ligt heel wat centraler en zou, volgens sommige reisverslagen, ook goed zijn.

Okay Guesthouse
op 500 meter van zowel het Royal Palace als van de rivier. Beter gelegen kan niet.
Echt backpackershotel met een ruime bar, Internetzaal met airco (1 $ per uur).
Ruime kamers met twee bedden voor 3 dollar, eigen badkamer inbegrepen.
In bar (ook resto) heeft iedere kamer zijn schrijfboekje waar je zelf je uitgaven qua eten en drinken moet noteren. Eindafrekening komt er wanneer je vertrekt.
Veel mogelijkheden om daguitstappen te doen.

In Okay hadden ze wel geen kamer voor mij maar vroegen ze of ik tevreden was met een bed in een soort hall op de eerste verdieping. Er kwamen nog drie andere deuren uit in de hall zodat de kans bestond dat ik wel wat heen en weer geloop zou hebben. Ik zou maar één dollar moeten betalen. Ik slaap toch overal goed zodat ik dat bed maar aanvaardde. Ze beloofden me wel een gewone kamer voor de volgende dag(en). Ik leefde dus uit mijn rugzak en nam me voor hem altijd volledig op slot te doen. Je weet maar nooit.

Als compensatie kreeg ik een gratis pot thee aangeboden in hun café beneden. Reden te meer om daar te blijven was dat er veel computers stonden en dat het slechts 1 dollar per uur was om te surfen.

Ik ging wandelen: eerst naar het

Royal Palace
waar ik om half drie arriveerde, drie dollar entree betaalde en er nog twee extra bijlegde voor het fototoestel. Redelijk indrukwekkend complex dat slechts voor de helft toegankelijk is - de andere helft wordt nog gebruikt door de Koning.

Napoleon's paviljoen
werd eigenlijk in Egypte gebouwd in Franse koloniale stijl maar werd aan de Koning van Cambodja geschonken door Napoleon III.

Silver Pagoda
wordt zo genoemd vanwege de 5000 zilveren tegels (sommige ervan gegraveerd) waarmee de vloer bedekt is. Jammer genoeg mag je op die indrukwekkende plaats geen foto's nemen. Pronkstuk is de Emerald Buddha die, net als in Bangkok, tot de meest vereerde van het land behoort.
Ik slenterde lang rond in het complex en geraakte aan de praat met enkele monniken. Leuk praatjes, vooral over het boeddhisme. Tegen drie van hun vijf basisprincipes (Do not kill, Do not lie, Do not smoke, Do not drink and Do not be with other men's woman) zondigde ik dagelijks. Ik ben blijkbaar geen modelvoorbeeld van een boeddhist. Maar ze gaven toe dat Cambodjaanse monniken wel mochten roken en drinken als ze het kregen. Zelf kopen en dan nuttigen mocht niet. Ja, dan is het wel gemakkelijk
. Hele dagen bedelen, ja. Na een tijdje werd ik het gebabbel beu maar ze bleven me achtervolgen, om het even waar ik liep in het complex.

Er zijn nog verschillende paviljoenen waarbij dat met Buddha's voetafrduk opvalt.

Ik verliet het paleis en stapte door het park waar de voorbereiding voor het grote Water Festival al volop aan de gang waren. Ik verbaasde me over de tientallen kraampjes en standjes die op het eerste gezicht allemaal hetzelfde verkochten: eten en drinken. Vanavond kom ik zeker eens terug.
Ik wandelde door de kraampjes tot aan de rivier waar al tientallen boten aan het oefenen waren voor de grote boatraces die de volgende dag zouden starten en drie dagen zouden duren. Langs de rivier stonden er tienduizenden - ik overdrijf niet - kraampjes op de lange boulevard van zeker een paar kilometer.

Ik wandelde op het gemak terug naar het hotel waar ik bijna een uur besteedde aan het beantwoorden van mails en het versturen ervan. Ondertusen zzocht ik, pro forma, ook wat informatie op over de boatraces.
Ik nam een douche, dronk een aperitiefje en ging weer op weg om de stand van zaken van de kermis eens te gaan bekijken. Ik wandelde op mijn gemak tussen de drukte, zag veel podia maar nog geen optredens en at een brochette aan een kraampje. Met een blikje bier erbij en wat rijst lag ik toch aan 8000 riel (€ 2,00) - veel te veel dus. Eigen schuld dikke bult: had ik maar de prijs moeten vragen... Het was lekker en ik amuseerde maar toch verliet ik de stand met nog honger. Een half uurtje later at ik aan een ander kraampje nog een brochette met een soort choucroute voor slechts 500 riel ( (€ 0,12), heel lekker maar enorm spicy. Net wat ik graag heb.

Het was ongeveer tien uur toen ik de bar van Okay naar wat muziek luisterde op mijn discman en nog een slaapmutsje dronk voor ik me naar mijn bed op de gang begaf.

Stupa in Royal PalaceSilver PagodaKermis in Phnom PenhBetalen om te mogen skatenmijn persoonlijke serveuzes

Maandag 18 november 2002

Had het helemaal niet verwacht maar heb toch goed geslapen. Heb helemaal niemand gezien of gehoord. Wel een beetje ambetant om naar het toilet of de douche te gaan omdat je dan iedere keer je ruugzak moest sluiten maar ja, vanavond heb ik een eigen kamer....

Beneden dronk ik een pot thee en schreef plichtsbewust het geconsummeerde in het boekje. Of er daarop controle is, weet ik niet. Iedereen die in de ar komt neemt zijn boek en gaat aan tafel zitten.

Met een motodriver van het hotel had ik afgesproken om een dagje rond te rijden. Voor de ronde prijs van 6 $ zou hij me de hele dag rondvoeren. We reden eerst (een half uurtje ver) naar de

Killing Fields
waar ik de twee dollar entree betaalde en me gelukkig prees dat ik er helemaal alleen was. De Killing Fields zijn eigenlijk niet meer dan een grote weide waar Pol Pot en zijn regime de slachtoffers kwamen begraven die ze in S-21 (zie hieronder) hadden gemaakt. Ze graafden enkele putten en vulden die met lijken. Sommige van die massagraven zijn later opengedaan waarna de geraamtes er uitgehaald werden. De graven zelf werden uit respect omheind. Andere putten hebben ze er doelbewust laten bijliggen zoals ze al jaren lagen. Dus, een put in een weide...
De Cambodjanen hebben een monument opgericht ter nagedachtenis van hun overleden landgenoten. Het monument is een soort toren bestaande uit enkele verdiepingen en iedere verdieping is gevuld met niets anders dans cehdels. Gruwelijk en indrukwekkend. Onderaan liggen nog enkele kledingstukken die de tand des tijds doorstaan hebben.
Daar alleen een half uurtje rondwandelen maakt een onvergetelijke indruk en blijft je voor eeuwig bij. Dan reden we door naar het

Tuol Sleng Museum
waar ik weeral twee dollar entree moest betalen.
Het museum is ondergebracht in een voormalige school die door Pol Pot gesloten werd (onderwijs was verboden) en gebruikt werd om de tegenstanders van het regime of de potentiele tegenstanders ervan op te sluiten, te martelen en te doden.
Daartoe liet hij gaten in de klaslokalen hakken zodat de bewakers rapper van de ene kamer naar de andere konden lopen. In ieder lokaal werden dan nog cellen gemetst om de zwaardere gevallen een individuele behandeling te kunnen geven. Iedereen werd vastgeketend en moest zich aan de ondervragingsregels houden. Die regels hangen zelfs op een bord uit...

1. You must answer accordingly to my questions - don't turn them away.
2. Don't try to hide the facts by making pretexts this and that. You are strictly prohibited to contest me.
3. Don't be a fool for you are a chap who dare thwart the revolution.
4. You must immediately answer my questions without wasting time to reflect.
5. Don't tell me either about your immoralities or the essence of the revolution.
6. While getting lashes or electrification you must not cry at all.
7. Do nothing, sit still and wait for my orders. If there is no order, keep quiet.
When I ask you to do something, you must do it right away without protesting.
8. Don't make pretexts about Kampuchea Krom in order to hide your jaw of traitor.
9. If you don't follow all the above rules, you will get many lashes of electric wire.
10. If you disobey any point of my regulations you shall get either ten lashes or five shocks of electric discharge.

Naïeve schilderijen van een van de weinige overlevenden van de slachtingen illustreren de foltermethodes die de Khmer Rouge hanteerden om de 'waarheid' uit hun slachtoffers te halen. Voor de schilderijen staan de oude folterwerktuigen nog in het echt opgesteld. Geeft je een misselijk gevoel wanneer je de procedures en uitleg leest.
In een ander lokaal hangen honderden foto's van slachtoffers aan de muur. Het zien van een gezicht van de slachtoffers maakt hen minder anoniem en bezorgt je een klap in je gezicht. Moet bijna nog erger geweest zijn dan wat Hilter deed. Die vermoordde de Joden ook massaal maar folterde ze toch niet eerst.
Een van de slachtoffers aan de muur is Bophana over wie een Franse documentaire werd gedraaid en die nu te zien is, ieder dag om 10 uur en om 15 uur. Ik heb het filmpje maar twintig minuten uitgehouden - wist niet hoe lang het duurde - maar had al genoeg ellende en gruwel gezien en meegemaakt voor die dag.

Buiten stond mijn driver me op te wachten om me naar de Russian Market te brengen.

Om elf uur stonden we aan de immense Russische mrakt (van waar die naam komt weet ik niet meer). Ik had met de driver afgesproken zeker een uur nodig te hebben om daar rond te lopen en enkele souvenirs te kopen. Ik geraakte er op tijd buiten maar door het gewirwar van straatjes was ik volledig mijn oriëntatie kwijt en moest ik heel de buitenkant rondlopen voor ik mijn chauffeur terugvond.

Ik wilde nog eens tot aan het Lake gaan om te kijken of er daar iets te zien was van het waterspektakel en wilde persé te voer gaan. Die drivers zijn wel gemakkelijk maar ik stap toch ook nog graag eens. Het was natuurlijk weer een heel stuk verder dan ik gedacht had en ik naderde mijn doelwit maar niet. Uietindelijk geraakte ik aan het oude spoorwegstation maar ik zag niet goed hoe ik aan de guetshouses moest geraken. Het was daar nogal sloppenwijkachtig en ik liep er niet helemaal op mijn gemak zodat ik maar rechtsomkeer maakte en mijn wandelexpeditie als onvoltooid beschouwde...
Op de lange weg terug kocht ik een zakje ananas (500 riel=€ 0,12) en een fles water voor dezelfde prijs.
Ik ging terug naar de Promenade en bezocht

Wat Phnomh
waar ik de 1 $ toegangsprijs betaalde en al onmiddellijk geconfronteerd wrtd met tientallen kooien met vogeltjes die tegen een kleine vergoeding vrijgelaten konden worden. Zij zouden jouw geluk naar de hemel brengen, werd gezegd. Naar het schijnt zijn de vogeltjes getraind om direkt terug naar hun kooi te komen. De omgeving van de Wat is verder een kitscherige affaire waar je tegen kleurrijke achtergronden je foto kan laten nemen en waar je op een olifant naar boven kan rijden. De Wat zelf is niet speciaal om zien...

Stipt om 15 uur stond ik te drummen bij de ereloges voor de opening van de Boat Raceshow. Talloze prominenten: legerofficieren, filmvedetten en ministers maakten hun opwachting in limousines en schreden plechtig over de rode loper naar de eretribune. Ik stond daar klaar met het fototoestel in aanslag om een van die sjiek uitgedoste koppeltjes te fotograferen toen plotseling twee securitymensen in volle vaart op mij afstapten. Ik was er niet gerust in maar ze duwden me ruw opzij en begonnen te kloppen op een zwerver die achter mij stond. Ze leidden hem weg naar hun wagen en legden me achteraf uit dat hij een mes bij zich had. Efkens geschrokken.

Ik ging naar het Guesthouse om mijn nieuwe kamer te betrekken maar er leken problemen te zijn. Na lang zoeken, wikken en wegen namen ze me mee naar Kamer 306 waar ik een tweepersoonskamer kreeg. De mogelijkheid zat er echter wel in dat ik nog iemand bij me op de kamer zou krijgen. Of ik daartegen bezwaar had? Nee, eigenlijk niet maar ze hadden me toch een kamer alleen beloofd en ik vond het niet correct dat ze hun belofte niet hielden. Soit, ik had pas mijn T-shirt uitgetrokken om een douche te nemen toen op de deur geklopt werd. Daar was mijn kamergenote. Het meisje maakte ook van haar tetter (niet tegen mij natuurlijk) omdat ook zij een kamer alleen beloofd was. Omdat ik zag hoe woedend ze was, stelde ik aan de directie voor terug mijn bed van gisteren in te nemen. Ik vond het niet erg, had daar ook goed geslapen en het was goedkoop. Het meisje bedankte me en ik ging terug naar beneden...
Ze vroegen me eventjes te wachten en ik, raakte aan de praat met een oude Nederlander die meer voor de Vlamingen dan voor zijn eigen landgenoten was. Toffe knul. Hij was pas op pensioen en had Nederland achter zich gelaten en reisde door heel Azië om te zoeken waar hij zich definitief wilde vestigen. Terwijl ik daar zat kwamen ze me opnieuw halen en mocht ik terug naar Kamer 306 waar het meisje ondertussen verdwenen was. Ik mocht blijven.... voor hoelang?

Ik ging om kwart na vier wat wandelen op de promenade en genoot van de ontspannen drukte die er heerste en hoorde plotseling 'Chris' roepen. Nele, een Limburgse, die een boek van mij had gekocht en met wie ik sindsdien in emailcontact stond, had mijn Arno T-shirt herkend. Onverwachte en leuke ontmoeting. Zij was aan het wandelen met Susan, een Amerikaanse en samen gingen we een glas drinken in Okay omdat het begon te regenen. We wisselden wat reiservaringen uit en werden geïnviteerd door Susan om ooit eens naar Hawaii te gaan. Ik verliet het gesprek om kwart voor zeven om te bellen naar Katrien maar werd gestoord door het vuurwerk. In een onstabiel land als Cambodja schrik je altijd bij zo'n geluiden. We babbelden nog wat maar dan kwam hun driver hen ophalen.
Ik ging internetten maar de verbinding was te traag en ging dan maar eten op de markt waar keuze te over was. Ik at bij een oud vrouwtje een baguette met vis voor 500 riel (€ 0,12), betaalde evenveel voor een brochette met spicy choucroute en eindigde bij een derde kraampje met nog een baguette.

In Okay had ik nu wel een vlugge internetverbinding en mailde ik het verslag van de dag door naar het thuisfront.

Nog een slaapmutsje en een korte babbel met het meisje dat eerst ook Kamer 306 had maar het beu was zich te moeten boos maken. Zij was naar een ander hotel verkast en verbaasde zich erover dat ik nu toch die kamer had. Om 22 uur ging ik naar mijn kamer waar ik gerief van iemand zag liggen, naast het tweede bed...

Arno bij de schedels van The Klling FieldsGruwelijke schedelsTuol Sleng gevangenisEnkele van de honderden foto's van slachtoffersPompeuze Wat in Phnom Penh

Dinsdag 19 november 2002

Ik was om half zeven al wakker en ik zag een man liggen slapen op het andere bed. Ik douchte heel stilletjes, verzamelde mijn bagage en ging een pot thee drinken in de bar. Na mijn kamer en drank afgerekend te hebben reed ik met een driver naar het busstation waar ik een gewone bus naar Kompong Chnnang nam. Er was geen plaats meer op de overvolle bus maar ik kon nog net zitten op de trede aan de deur. Goede plaats eigenlijk.
Over de 91 km deden we niet minder dan 3 uur met nu een dan een heel klein stopje en de mogelijkheid vlug een sigaretje te roken.

Ik werd door de vriendelijke bschauffeur afgezet aan een van de weinige guesthousesdie dit stadje rijk is, keurde het en nam daar mijn intrek.

??? Guesthouse
Zeer rustig gelegen op 100 meter van busstation.
Zeer grote kamer voor 3$. Goede fan, eigen badkamer met handdoeken. Een dubbel bed met zijden onderlakens - echt waar. Grote lounge met zetels en tv. Groot terras met schommels.

Na me verfrist te hebben werd het tijd om de beentjes te strekken. Ik slenterde tot aan de rivier (té warm om rap te stappen) en zocht daar een beetje schaduw in een verlaten overdekt hutje aan het water. Onmiddellijk werd ik aangeklampt door een hoop kinderen die in het water aan het spelen waren en van wie ik foto's moest nemen. Langs de terugweg at ik een soort balletjes met groenten in. Lekker.

Om kwart na een stond ik terug op de kamer waar ik een douche nam en ondertussen wat kleren uitwaste. Op het immens groot balkon zou alles wel vlug drogen in de brandende zon. Ik haalde een deken en een kus van op mijn bed, nam mijn discman en mijn boek en deed een siësta in de schommelstoel. Zalig.

Onderweg had ik een van de weinige wegwijzers in Cambodja gezien. Blijkbaar kan je in Kompong Chhnang naar een Mountain View gaan kijken in de nabije buurt. Een driver van het hotel was bereid me daar naartoe te brengen en me te gidsen voor 2 dollar. Het was een lichte beklimming naar de heuvel (geen berg) waar de enige bezienswaardigheden enkele rotsen waren. Dat moet voor die mensen een enorme attractie zijn want de gids deed niets anders dan zeggen: big rock, small rock enz... Veel meer Engels kon hij niet zodat er hier van een gidsbeurt niet echt sprake was. Op de terugweg stopten we, op mijn vraag, aan de pagode die we vanop de 'berg' hadden zien liggen. Daar was iedereen bezig voorbereidingen te treffen voor het religieus feest van die avond. Een vijftal muzikanten waren druk bezig aan het repeteren en ik zette me eventjes bij om te genieten van hun vreemde maar heel mooie muziek. De gids wist me met veel moeite uit te leggen dat ze zelfs een liedje speciaal voor mij zouden spelen, voor mijn geluk als ik hen enkele sigaretten wilde betalen. Ik gaf hem 500 riel en na enkele minuten paften ze er lustig op los terwijl ze iets speelden voor mij.

Om half vijf was ik terug aan de markt en ging ik nog wat op het terras van mijn hotel zitten. Een uurtje later zocht ik een aperitiefje maar vond zelfs geen café. In een eethuisje kon ik dan uiteindelijk toch een paar blikjes drinken - niet hetzelfde als een echte fles, vind ik - en vond een driver om me terug naar de pagode te brengen voor het avondlijk spektakel. De eerste driver nam me mee naar de verkeerde pagoda, degene die ik 's namiddags al gezien had aan de rivier. Hij wist niet wat ik bedoelde met de pagode waar er feest zou zijn. Er kwamen enkele monniken aangewandeld maar zelfs die begrepen het niet. Ik dacht het ei van Columbus gevonden te hebben en toonde hen de foto's die ik een paar uur vroeger had genomen. Zelfs dan lukte het me niet. De driver bracht me dan uiteindelijk terug naar de markt. Ik vatte post op de weg waarvan ik zeker was dat hij in de goede richting liep en hoopte dat een driver me zou aanspreken om me naar daar te brengen. Er waren al twee man gestopt die me ook weer niet begrepen maar uiteindelijk lukte het toch. Het was ondertusssen al een uur later....

Er was inderdaad een groot feest maar de muzikanten waren verdwenen. Er stonden natuurlijk weer tientallen kraampjes en de met lichtjes en wierook verlichte verkoopstertjes waren een mooi zicht. En soort lama zat op een verhoog boeddhistische teksten te debiteren tegen de talloze mensen die bij hem op 'audiëntie' gingen. Ik schrok nogmaals op door een daverend vuurwerk en zocht iets om te eten. Ik zette me bij aan een kraamjes waar verschillende soorten brochetten lagen. Ik vroeg en kreeg een grote pot rijst met een vijftal kleine brochetten. Als ze op waren, legden ze er nog een paar bij. Het smaakte dus ik liet ze maar altijd voort bijleggen. Toen ik tenslotte zei dat ze mochten stoppen, telde ik 17 stokjes. Ik had natuurlijk weer geen prijs gevraagd maar het viel enorm mee: 3800 riel (nog geen € 1,00).

Een uurtje later vond ik in de stad zelfs geen slaapmutsje zodat ik vroeg, om half tien, gingen slapen.

Blinkende kamerLachend zwemmertjemuzikant met serenade voor Chrisbovenzicht op pagodasuikerrietverkoopsters in het donker

Woensdag 20 november 2002

Vroeg gaan slapen, dus vroeg weer op, om zes uur. Het was maar enkele minuutjes wandelen tot aan het busstation zodat ik alle drivers met de glimlach afwimpelde... Na een korte onderhandelingsronde nam ik plaats op de achterbank van een pickup-truck (naast de chauffeur 30.000 riel (€ 7,50), op de achterbank de helft daarvan en buiten weet ik niet maar ik had geen zin om met dertig man op een hoopje te zitten...

Doordat de truck nog verre van vol zat, stapte ik uit en ging een sigaretje roken en een tas thee drinken in een kraampje. Ik zag een theepot staan en wees ernaar. Ik kreeg twee tassen thee en moest ze niet betalen. Leuke en vriendelijke geste van die mevrouw. Ik stapte terug in de truck, zette me op mijn plaats maar kreeg onmiddellijk enkele mensen op mijn dak die me daar wilden weg krijgen. Ik dacht dat ze probeerden me overtuigen te veranderen van truck en ik zei dat ik al betaald had en dat ik daar bleef zitten. Ze waren eigenlijk meer verbaasd dan ontgoocheld en na nog een paar pogingen keek ik eens naar waar ze allemaal zaten te wijzen. Verdorie, mijn rugzak lag in een andere truck... ik was in het verkeerde voertuig gestapt. Mezelf letterlijk en figuurlijk voor het hoofd slaand veranderde ik van wagen. Wat een afgang...

Eerst zaten we met drie volwassenen en drie kinderen op de beruchte achterbank waardoor er heel weinig beenruimte en manoeuvreerruimte overbleef maar na een uurtje waren de kinderen weg. Oef, gelukkig maar. Ieder uur was er een stopje van vijf minuten, net genoeg om er vlug eentje te paffen. Tussen kwart voor acht en kwart voor één zat ik dus in de truck. We stopten aan het busstation van Battambang waar ik onmiddellijk een Guesthouse (naam weet ik niet meer) binnen ging maar rap weer buiten was. Te duur en nogal vuil. Ik liet me door een driver naar Hotel Royal brengen, niet omdat ik te lui was om te stappen maar omdat ik op mijn kaartje niet kon uitmaken waar we zaten.

Hotel Royal
Centraal gelegen. Een echt hotel met bellboys die je rugzak naar boven dragen, opgedirkte meisjes die kamers en gangen kuisen. Kamers met fan 5$, met airco 10. Handdoeken aanwezig, goede fan en voor de eerste keer: zeep. Heel propere badkamer overigens.
TV met afstandsbediening. Vanaf tien uur 's avonds boom-boom channel.
Omdat het nogal chic is veel Fransmans en minder rugzaktoeristen dan elders.
Op het dak is er een stemmig café-restaurant.

Eerst heb ik een wasje gedaan en dan wat lui op mijn bed liggend naar het Engels voetbal gekeken. Beu van te luieren ben ik naar de niet erg aantrekkelijke Wat gaan kijken en langs de Promenade tot aan de Iron Bridge gestapt waar de goedkoopste internetcafe van Battambang zou zijn. Gevonden, zal iets zijn voor vanavond. Het was half drie (dus 9u30 in België): tijd om eens te bellen naar mijn zuster die nu al wel zal wakker zijn.

Om kwart voor vier betaalde ik mijn dollar entree voor het Museum van Battambang maar wachtte nog een kwartiertje tot de bus met Fransmans weg was. Niet erg spectaculair maar toch enkele heel mooie beelden vanuit de Pre-Angkor periode.

Ik kreeg stilaan honger en ging terug naar de overdekte markt maar had geen zin in weeral bananen, ananas of baguetten en liep maar rond zonder echt iets lekkers te vinden. Heel toevallig zag ik in een zijstraatje een oude man met een oud kraampje staan. Hij bakte een soort platte schijven (leken op hamburgers) op zijn houtkacheltje. Ik vroeg er drie en kreeg er veel saus bij. Heel spicy en heel lekker voor slechts 600 riel (€ 0,20). Het smaakte me zo goed dat ik er nog twee bijvroeg.

Op mijn kamer nam ik een douche en trok naar het terras om een aperitiefje te drinken en mijn dagboek bij te werken.

Tegen 19 uur ging ik te voet tot aan het einde van de promenade (twintig minuten stappen) waar ik deze namiddag heel wat eetstalletjes gezien had. Op de hoek is een heel groot restaurant waarvan de prijzen me net iets te duur waren. Ik hoorde muziek en ging toch maar eens kijken. Een plaatselijke band mét zangeres was aan het optreden voor een volstrekt leeg restaurant. Heel vreemd zicht....
In de kraampjes wees ik op een pot met vlees en een pot met vis en bestelde ik 'these two'. Tot mijn grote verbazing kreeg ik twee baguettes: één met vlees en één met vis (2500 riel = € 0,62). Ik had er niet op gelet maar ze hadden daar geen rijst. Jammer. Daarenboven was het zelfs niet heel lekker. Valt soms eens heel erg mee maar kan ook eens heel erg tegenvallen.

Gelukkig had ik mijn regenjasje mee want het begon te gieten zodat ik tussen de modderpoelen laveerde en met vuile voeten in mijn hotel aankwam. Eerst eens afspoelen en dan op blote voeten naar het dakterras voor een slaapmutsje.
Om half tien lag ik al te snurken.

Militaristische entreet van de PagodaOude kok aan het werkZicht op de rivierRood gemarineerd vlees met vliegen opIt's lonely at the top

Donderdag 21 november 2002

Een beetje langer geslapen dan gewoonlijk. Vandaag heb ik, net als de meeste dagen tot nu toe, niet zoveel plannen. Ik stond om half negen beneden met de bedoeling een motor te huren en de onmiddellijke omgeving te verkennen. De motorzou me vijf dollar kosten (met een chauffeur acht). De man van het hotel raadde me af zelf te rijden omdat het ten eerste te veel geregend had en de wegen veel te slecht zouden liggen. Ten tweede omdat de twee dingen die ik wilde gaan bezoeken veel te ver lagen en ik ongetwijfeld verloren zou rijden. Deze argumenten leken me redelijk en ik liet Sam toe me een uurtje (tussen 8u45 en 9u45) te hotsebotsen naar

Phnom Sampean
Het is een redelijk lange weg naar boven en eerst gingen we het uitzicht en een pagode bezoeken vooraleer we aan de grotten toekwamen. De Killing Fields worden ze genoemd omdat de Khmer Rouge daar op die berg tientallen mensen vermoordde en begroeven. In de grotten zie je de luchtgaten waardoor de slachtiffers naar beneden werden gegooid. De schedels worden bewaard in een kooi, achter slot omdat ze soms gestolen werden door familieleden.
Sam vertelde me daar dat hij, pas zes, door de Rode Khmer bijna verplicht was om zijn dorpsgenoten te verraden om eten te krijgen voor zijn familie. Vader was al dood en de kleine Sam moest als het ware voor het inkomen zorgen. 's Nachts gingen ze voedsel stelen op de akkers maar werden betrapt...


Het was middag toen we weer beneden waren en Sam lunchtte terwijl ik me tevreden stelde met een zestal banaantjes en een fles water.

We reden dan een half uurtje naar

Wat Banan
waar ik alleen naar boven moest op de heel slechte, steile weg. Deze tempel wordt de mini Angkor Wat genoemd omdat hij er een heel klein beetje op lijkt. Er is niet veel te zien of te beleven maar het geeft al een voorsmaakje.

Om kwart voor twee was ik beneden waar Sam me inviteerde om ook wat te rusten in een hangmat. Hij viel vlug in slaap terwijl ik wat las in mijn Lonely Planet. Na een half uurtje werd ik het beu maar hij werd nog niet wakker. Heel ondiscreet ben ik dan beginen hoesten en ander lawaai te maken tot hij wakker werd.

We reden op ons gemak door de dorpjes, op weg naar Battambang maar ik wilde niet stoppen aan de Funny Bamboo Train die autochtonen gemaakt hadden maar waarvoor je twee dollar moest betalen om er op te rijden. Geen kinderachtige kitsch aan mijn hoofd, graag.

In het hotel verfriste ik me wat en ging terug naar de markt waar ik bij hetzelfde oud peeke als gisteren weer enkele schijfjes eten kocht.
Ik had in de loop van de dag van twee Amerikanen die ik ontmoet had gehoord over de uiterst gezellige Riverside Balcony Bar en wilde die ook eens gaan zoeken. Het was wel een beetje te ver om te stappen en ik gaf het bijna op omdat ik het niet vond. Uiteindelijk geraakte ik er toch en ja, de twee Amerikanen zaten daar. Gezellige bar maar niet echt goedkoop met een prijs van 1 dollar per pint van 't vat. Een koppel oudere Australiërs was pas gearriveerd in Cambodja en kwam me een beetje uitleg vragen.

Ik wandelde terug langs de rivier tot aan het Internetcafé waar ik om 18 uur online mailde naar Katrien die tijdens haar middagpauze vlug onze computer thuis had aangestoken. Leuk. Ik stapte terug naar ons hotel waar ik nog een glas nuttigde en ging eten op de markt. Ik opende alle potten van het een of ander kraampje en besloot nogmaals vis te nemen. Een extra portie rijst kon er ook nog bij. Alles samen kwam het me op 2500 riel (€ 0,62).

Ik was om negen uur terug op de kamer en ging na een deugddoende douche slapen. Om elf uur was ik alweer wakker om te gaan plassen en zag op tv het boom-boomchannel. Ik hoef er geen tekeningetje bij te maken wat voor soort programma dat is. Het verveelde me na een kwartiertje en ik ging terug pitten.

Zicht op de berg van op de wegNogmaals een hoop schedelsMeisje dat voor geld stenen naar boven brengtWat Banan (mini Angkor Wat)Keuze te over voor het avondeten

Vrijdag 22 november 2002

Om kwart voor zes was ik terug in de wereld van de wakkere burgers en met een potje thee stond ik een half uurtje later beneden. Ik moest wachten op een wagen die mij en nog twee anderen naar de ferry zou brengen. De 15 $ voor de overtocht naar Siem Reap had ik gisteren in het hotel al betaald. We waren mooi op tijd maar vertrokken met een half uur vertraging omdat de tickets van twee Nederlanders blijkbaar niet in orde waren.
Ik installeerde me boven op het dek om wat frisse lucht te hebben en om meer te genieten van het spektakel. Het eerste deel van de tocht gaat over de rivier en in een echte sneltreinvaart worden de bochten genomen en moet je je goed vasthouden om niet overboord te gaan. Er wordt alleen maar vertraagd om andere boten in te halen. Na een half uurtje kwamen we op het Tonlé Sap Lake en werd de rit wat rustiger en minder draaierig. Nog een half uur later was er een stop aan een 'wegrestaurant' op het water waar ik vlug een sigaretje kon roken.

Om 10 uur stonden we al in Siem Reap waar Dara, een vriend van Sam, me stond op te wachten, bordje in de hand: Welcome, Mr Chris from Hotel Royal. Sam had gisteren beloofd zijn vriend te bellen en was zijn belofte nagekomen. Het is elf kilometer rijden naar de stad en de rit kreeg ik gratis omdat ik beloofd had naar het Happy Guesthouse te gaan.

Happy Guesthouse
Niet echt het beste guesthouse van mijn reis. Aan de overkant van de rivier, op 15 min stappen van het centrum.
Slechts 4 $ voor een kamer met fan, dubbel bed en gemeenschappelijke badkamer. Relatief duur restaurant en café.
Neem geen kamer beneden vanwege het lawaai van de kwebbelende drivers tot laat in de nacht.

Ik liet Dara me naar de Bank of Cambodja voeren en vroeg zelfs niet wat het kostte. Daar haalde ik 200 Amerikaanse dollars af met mijn VISA-kaart. Zo was ik al onmiddellijk aan de overkant van de rivier en kon ik me beginnen oriënteren.

Ik wandelde naar de Oude Markt, de Psar... , waar ik aangetrokken werd door de souvenierkraampjes. Ik keek en vergeleek de prijzen en vond wat ik zocht. Ik had echter mijn rugzak niet bij en had geen zin om enkele zakjes mee te sleuren. Ik schreef de nummers van de kraampjes op en beloofde terug te keren, vandaag nog of morgen.

Ik keerde op mijn schreden en wandelde tot aan de Wat en de Koninklijke Villa en bewonderde de twee prachtige tuinen. Ik liep nog een stukje verder over een bruggetje en belandde op een heel pittoresk weggetje waar het rustig wandelen was. Het gueshhouse vond ik zonder hulp: een hele prestatie voor mij.

Ik had al goed gezweet en het was pas kwart na een dus nam ik een heerlijk koude douche. Ik stapte terug de bruggen over, richting Bank van Cambodja omdat ik daar enkele internetcafés gezien had. Ik zocht het telefoonnummer van Gulf Air en probeerde te bellen. Eerst iemand aan de lijn die me een nieuw nummer gaf en daarna hele tijd een soort bezettoon. Ik probeer het later nog wel eens.

Ik ging terug naar de Oude Markt en kocht nu de souvenirs die ik enkele uren daarvoor had zien liggen. Het begon te onweren en stortregenen zodat ik een plastieken stoeltje zocht en daar twintig minuten bleef zitten, onder de zeilen die ook begonnen door te wegen van de regen. Het water gutste op sommige plekken de markt binnen. Twee straten verder vond ik twee schitterende boekhandels met tweedehandsboeken. De ene was Franstalig en had boven een gezellige ruimte waar je, zonder schoenen, rustig een beetje mocht lezen. De tweede koopt ook boeken op en is meer gespecialiseerd in detectives zodat ik morgen zeker terugkom met de twee pockets die uitgelezen zijn. Ik hoop dat hij ze koopt en met een beetje op te leggen heb ik weer nieuw leesvoer.

Ik kocht een lekkere baguette en verorberde die met enkele blokjes La Vache Qui Rit die ik al enkele dagen zitten had. Een klein jongtetje kwam een blokje bedelen en ik gaf, tegen mijn gewoonte, maar toe.

Ik aperitiefde in de Soup Dragon, een Chinees restaurant met heel gedienstige serveuzes, en kreeg zowaar zelfs peanuts bij mijn 1,5 $ kostende Angkor Beer bottle. Ik las wat in mijn boek, vulde mijn dagboek aan en luisterde naar mijn discman.
Een straat verder ging ik de Red Piano binnen, het café van de uitgeweken Bruggeling Geert. In dit hotel-restaurant heeft in november 2000 de hele crew (o.a. de rondborstige Angelina Jolie) van Tombraider gelogeerd. Geert was er niet en ik had geen zin om een uur te wachten tot hij misschien zou toekomen. Ik ben hier wel nog een paar dagen. Daarenboven was het Tigerbier van het vat me te kostelijk met 1$ voor een gewone pint (200 cl).

Ik stapte de hele weg terug tot aan het hotel en had daar in de loop van de dag voldoende foodstalls gezien. Rijst en vis voor 2500 riel. Lekker.
Een douche in het hotel en een slaapmuts bezegelden mijn avond en dag.

Onze ferryKippen die niet kunnen zwemmenWaterbeeldNog op het waterKapperssalon

 

Zaterdag 23 november 2002

Dara had andere verplichtingen die dag zodat ik met Arid naar Angkor Wat reed. Ik vertelde hem dat ik hij me 's avonds om zes uur mocht komen halen, dat ik wel mijn plan zou trekken. Ik zag hem raar kijken maar hij zei niets. Uren later zou ik wel weten waarom hij me zo eigenaardig bekeek.

Van kwart voor negen tot kwart voor twaalf genoot ik van

Angkor Wat

dat met recht en rede de parel van Zuid-Oost-Azië wordt genoemd. Van op de weg zie je alleen nog maar de 190 meter brede omringende wal maar eens op de brede toegangsweg kijk je gefascineerd naar de vijf torens die voor je opdoeken. De foto's die je er al overal van gezien hebt verbleken in het niets bij de echte aanblik.
Eerst heb ik het hele complex rondgewandeld langs de achthonderd meter lange muren vol met bas-reliëfs waarna ik eindelijk binnen stapte bij de Shiva met zeven armen. Na de binnenkoer beland je met enkele steile trapjes aan het tweede niveau en later aan het derde. Ik heb normaal geen last van hoogtevrees maar steile trappen schrikken me af zodat ik boven alleen maar kon denken hoe ik in godsnaam weer beneden zou geraken. Dus kon ik niet genieten van het waarschijnlijk prachtige uitzicht. De hoofdtoren op niveau drie is wel behoorlijk mooi versierd met uitgehouwde koppen. Ik genoot van Angkor Wat en haastte me helemaal niet.
Op het plannetje lijken al de verschillende tempels redelijk dicht bij elkaar te liggen maar in realiteit moet je toch tussen Angkor Wat en Ankor Thom op zo'n drie kilometer rekenen. En in zo'n hitte haal je de normale zes kilometer per uur niet bij het stappen. Ik stapte door een prachtige toegangspoort en belandde na nog eens 2 kilometer aan de

Bayon
die naast Angkor Wat aanspraak mag maken op de tweede indrukwekkendste tempel van het hele complex. Onvergetelijk zijn de 54 torens met de meer dan 200 gezichten die alle kanten van de wereld lijken te overschouwen. De 54 torens zouden de 54 provincies symboliseren die het land rijk was toen de temple gebouwd werd en de tweehonderd gezichten zouden kijken of alles overal goed was.
De raadselachtige glimlach van de reliefbeelden dragen bij tot de mysterieuze mythe. Na een uurtje stapte ik door naar de

Baphuan
die wegens restauratie toe was en waarvan ik dus niet veel weet te vertellen. Ik genoot nog van de

Terrassen
die van de Elephants en die van de Leper King die elk zo'n 400 vierkante meter groot zijn en waarschijnlijk dienden als schouwtoneel voor de koningen die de toegestroomde mensenmassa kwamen bekijken. Ook hier zijn de muren heel rijkelijk gedecoreerd. Tot aan de volgende tempel is het zeker weer meer dan een uur stappen maar gelukkig zijn de brede lanen (meer geschikt voor auto's dan voor voetgangers) rijkelijk omzoomd door tientallen meters hoge bomen zodat je op om het even welk moment van de dag toch wat schaduw hebt.

Preah Khan
doorgestapt naar

Ta Keo
en dan door naar het derde hoogtepunt van het Angkor Watcomplex

Ta Promh
de tempel die doelbewust niet of weinig werd gerestaureerd om aan te tonen hoe de Franse ontdekkers de tempels einde de jaren 1800 aangetroffen hebben en om anderzijds aan te tonen dat de natuur eigenlijk nog sterker en machtiger is dan wat mensenhanden gemaakt hebben. In deze tempel zie je scheef hangende rotsblokken, zie je enorme boomwortels die de toegangspoorten omknellen, zie je wortels die zich tientallen meter vastgehecht hebben op de versierde reliëfs. Een onvergetelijke ervaring.
Om naar Angkor Wat terug te gaan passeerde ik nog een mindere tempel (......) maar ook

Sras Sangh
een kunstmatig aangelegd meer met een mooi, met beesten afgezet terras waar nu eigenlijk niet veel meer te zien is maar waar het goed is om eventjes te verpozen. Op het kaartje leek het me nog zo'n vijf kilometer te zijn tot aan Angkor Wat zodat ik, mits wat doorstappen - voor zover dat nog ging na deze zware dag - nog net op tijd zijn voor de zonsondergang bij Angkor Wat. Toen ik na een half uur een bordje tegenkwam 'Angkor Wat 6,8 km' viel mijn frank dat me onmogelijk zou lukken er op tijd te geraken. Ik zocht heel voorzichtig, niet opvallend, naar een motodriver.
Aan een kraampje vroeg een meisje me of ik water wilde (no, thanks) of ik iets wilde eten (no, thanks) en of ik een motordriver wilde (yes, please). Ze schrok zelf van haar vraag en mijn positieve reactie maar we werden het al vlug eens over de prijs. Giechelend legde ze haar zus of vriendin uit wat ze ging doen en reed waarschijnlijk voor de eerste keer in haar leven met een toerist rond. Voor mij was het ook de eerste en enige keer dat ik een vrouwelijke driver had.

Om vijf uur zat ik al in Angkor Wat (aan het rechtse vijvertje !!!) te wachten op de zonsondergang die er een half uurtje later aankwam.Ik vroeg een meisje naast mij een foto van mij te nemen en vice versa en reed tegen kwart voor zes met Arid, die al stond te wachten, terug naar de markt van Siem Reap.

Om zes uur stond ik in de boekhandel waar ik voor mijn twee thrillers 3 dollar kreeg en slechts een halve dollar moest opleggen om een Faye Kellerman - een van de favoriete auteurs van Katrien - mee te krijgen. Twee minuten later zat ik er al in te lezen in de mij ondertussen bekende Soup Dragon waar ik het inwendige zweet doorspoelde en het verbruikte lichaamsvocht weer goedmaakte met twee Angkor Beer bottles.
Ik telefoneerde een uurtje later naar Katrien maar daar was niemand thuis. McDonald's, waarschijnlijk en stuurde dan maar een emailtje. Het was half acht toen ik voor de tweede maal in de Red Piano arriveerde en heel de levensgeschiedenis van Geert, de eigenaar, mocht aanhoren. Ik had beter geen Angkor besteld want de grote baas van Tiger Beer was daar toevallig en trakteerde Geert en zijn vrienden (ik dus maar ook een gast van Merelbeke) op enkele glazen.

Om half negen stapte ik recht en kordaat naar de eetstalletjes en verorberde mijn eten met veel smaak. Ik had overigens al heel wat energie verspeeld vandaag. Pas om 21 uur kon ik eindelijk een douche nemen. Ik bleef er langer onder staan dan gewoonlijk maar het deed o zo'n deugd...

Met een slaapmutsje pende ik mijn belevenissen van vandaag neer en ging ik met een gelukkig gevoel slapen. Wat een mooie dingen had ik niet gezien vandaag....

Prachtige ApsaraToegangspoort tot Angkor ThomDé BayonNatuur vs mensTa Prom; deel 2Verkoopstertje van lekker dinges

Zondag 24 november 2002

Op mijn dooie gemak dronk ik een potje thee en wachtte op Arid die me voor 14$ de hele dag zou rondvoeren. We reden drie kwartier over de 34 km om aan de verst afgelegen tempel van het Angkor Watcomplex te geraken

Banteay Srei
je hebt er, in tegenstelling tot een hoop tegenstrijdige berichten, wel een ticket voor nodig. Geen enorm grote tempel maar wel de mooiste reliëfs en friezen van al degene die ik tot nu toe gezien had.

Tussen 10 uur en half elf zat ik alweer achterop de moto om me naar te laten brengen naar

Bokal Spean (River of 1000 lingas)
Na 20 min klimmen geraakten we aan de niet spectaculaire waterval waar de plaatselijken zich - volledig gekleed natuurlijk - te goed lieten doen aan het verfrissende water. Ik zag het niet zitten om de rest van de dag met een kletsnatte onderbroek rond te lopen en beperkte me tot het afdoen van mijn topje en sandalen. Raar fenomeen: tientallen kleine vlindertjes fladderen daar rond en nestelen zich op de voorhoofden en armen van de mensen die daar van het water genieten. Arid legde zich op een rots en rustte terwijl ik een leuk gesprek had met een Nederlander (zestiger, ex-hippie) die uitgeweken was naar Australië. Geanimeerd gesprek over boeken, uitgeverijen enz...

De River van de Penissen is nog een klein beetje hoger. De eerste aanblik was ontgoochelend. Ik had iets wonderbaalijks verwacht - weet eigenlijk niet goed wat - maar zag alleen in de rivier enkele reliëfs en honderden door het water afgeschuurde ronde, platte dinges. Natuurlijk: door de watererosie en de kracht van het water zijn die lingas (staan symbool voor Shiva en de vruchtbaarheid- afgesleten tot op het bot. Ben ik blij dat ik niet onder de waterval ben gaan staan, wie weet krimpt hij ook...

Tgen de middag stonden Arid en ik terug beneden en maakte ik onmiddellijk twee flessen water soldaat.

Wreed gezweet vandaag. Tussen 12.30 en 13.45 zat ik, voor de verandering, nog eens op de moto en vroeg ik afgezet te worden aan de markt. De rest van de dag zou ik wel stappen. Ik wandelde vijf minuutjes tot aan de

Crocodile farm
waar ik twee dollar betaalde om drie kooien met slapende krokodillen te zien, gescheiden volgens leeftijd. Sommigen slapen in het water, anderen slapen gekronkeld op en onder elkaar op het droge. Ik ben er nog geen twee minuten binnen geweest. Jammer van mijn geld... Maar het is voor een goed doel, zeggen ze.

Op de markt kocht ik twee baguetten voor slechts 600 riel (€ 0,15) en verorberde ze heel smakelijk. Omdat het nog zo vroeg was zag ik het wel zitten om tot aan Angkor Wat (6 km) te stappen om te proberen de zonsondergang bij de Bayon (nog eens 3 km) mee te maken Na een half uur stappen stopte een toerist op een moto. Of ik een lift wilde? Ja, graag. Het was een Italiaan die pas gearriveerd was en wat raad kon gebruiken. Samen stopten we tegen tien voor vier aan het Ticket Booth waar we nog eventjes moesten wachten tot hij zijn ticket kon kopen. Terwijl hij stond aan te schuiven zag ik plotseling een briefje van 100 US$ op de grond liggen. Naïeve ziel en stommekloot die ik ben maar ik klopte op de schouder van de mens die er het dichtst bijstond en zei hem dat hij iets verloren was. Hij keek ernaar en stak het in zijn zakken. De vrouw van het hen begeleidende koppel zei nog "Nice guy" waarbij ik antwoordde "Mr Nice Guy" maar de vette Amerikaan achtte het zelfs de moeite niet waard om me te bedanken. Typisch.

Het was tien na vier toen we arriveerden aan Angkor Wat en ik vlug doorstapte naar de Bayon om nu daar eens de zonsondergang mee te maken. Het was nog geen 5 uur maar ik had de indruk dat ik net te laat was. Vloekend nam ik toch een fotootje en net toen ik me wilde omdraaien om terug te gaan, kwam de zon weer door de wolken priemen.

Het is meer dan 9 km terug maar ik hoopte op een onverwachte gebeurtenis. Ik zocht geen motodriver maar ging gretig in op het voorstel van een voorbijsnorrende Cambodjaanse medemens om me voor 1 dollar naar de markt te brengen. Om kwart voor zes stond ik voor de zoveelste maal aan de overdekte markt waar ik persé sandalen wilde vinden. Degene die aan mijn voeten hingen waren door en door versleten. De schoenenverkopers waren alles aan het inpakken. Morgen zal ik moeten vroeger komen...

Mijn dagelijkse stop in de Soup Dragon was een welkome verfrissing, naast de deur ging ik emailen en op weg naar huis at ik rijst met koude vleesbrochetten.Wat tegenvallend en waarschijnlijk niet echt hygiënisch maar ja.

In mijn guesthouse nam ik een douche en haalden ze speciaal voor mij twee Angkors en koelden ze de flessen in de diepvries. Ik kreeg er maar één, de andere hadden ze tijdens mijn douche al aan iemand anders verkocht... Shit.

monniken bespreken de bewerkte friezen De verborgen deuren, Khmer stijlkenmerk Verfrissend watervalletje Reliefs van linga's in het water Nee, ik kom er niet bij

Maandag 25 november 2002

Ik stond om 7 uur op en maakte me klaar om naar de stad te gaan om daar nog een poging te wagen om Gulf Air te bereiken om mijn terugvlucht te herbevestigen. Ze hadden ons bij het vertrek uitdrukkelijk gezegd dat indien we het niet deden, we waarschijnlijk geen plaats zouden hebben. Na twintig minuten proberen lukte het nog niet.
Ik had afgesproken met een driver om me te laten voeren naar de Roulosgroep maar zag plotseling een fiets te huur staan en meende dat dit een beter idee was. De driver zou 6$ kosten en de fiets maar twee. Maar wat belangrijker was voor mij was dat ik vrij zou zijn om te gaan en staan waar en wanneer ik wilde. Ik werd stilaan het rondrijden met een driver beu vooral omdat je overgeleverd bent aan hun voorkeuren en je zelf niet zo heel veel in de pap te brokken hebt. Ik kocht bij de mevrouw van de fiets ook nog mijn ticket voor Bangkok - met pijn in het hart. Er zou dan toch een einde komen aan deze leuke, rustige, ontspannen reis. Veertien dollar veranderden van zak.

De elementaire vereiste beleefdheid vereiste dat ik toch eerst langs het guesthouse reed om hen te verwittigen dat ik geen driver nodig had.

Om 8.45 startte ik op de main road. Vervelende, lange maar goede weg maar volgens de fietsmevrouw wel het gemakkelijkste om mijn bestemming te vinden. Op de terugweg zou ik dan door de dorpjes rijden en minder vlug mijn weg verliezen. Het was slechts 16 kilometer ver maar na een uur en drie kwartier begon ik het ergste te vrezen. Ik weet het, mijn tempo lag niet hoog vanwege de warmte en het genietend rondkijken links en rechts maar dat was toch te lang. Vooral omdat ik een half uur daarvoor een sigaretje had gerookt en een fles water gedronken had onder een boom waar een paar jonge gasten me verzekerd hadden dat ik 'very close' was. Ik keerde terug, vroeg honderd maal de weg maar niemand kon me helpen. Ik vreesde al dat ik terug in Siem Reap zou arriveren zonder iets gezien te hebben tot ik uiteindelijk toch een tempel zag.

Badong

De twee volgende tempels bekeek ik maar vluchtig van de buitenkant en ik dacht ongeveer een rechte lijn te kunnen volgen tot in Siem Reap. Dat was natuurlijk dom. Iedere keer dat ik op een T-kruispunt aankwam wilden de plaatselijken me naar de Main Road sturen (ik liep er twee maal in) maar juist dat wilde ik helemaal niet. Op de terugweg zag ik heerlijke banaantjes liggen en kreeg er wel vijftien (teveel om in één keer op te eten) voor 1000 riel (€ 0,25). Ze smaakten heel erg lekker met een fles water erbij maar ik kon jammer genoeg weer niet praten met die vriendelijk lachende mensen.

Om 15 uur was ik terug in Siem Reap waar ik er nu wel in slaagde om Gulf Air aan de (slechte) lijn te krijgen.

Ik vertrok onmiddellijk naar Angkor Wat waar ik nog eens een zonsondergang wilde zien. Een half uurtje later stond ik boven op

Phnom Bakkeng

Heel mooi zicht op de vijf torens van Angkor Wat die boven de jungle uitsteken. Ik zocht me een mooi plaatsje om te kunnen genieten van de zonsondergang maar werd hoe langer hoe meer verdrukt door busladingen Fransen en vooral Japanners die geen greintje beleefdheid hebben en zich overal door en voor wringen. Het gekwebbel en geruzie stak me zo de keel uit dat ik zelfs geen zin meer had om de volledige zonsondergang af te wachten. Ik ging een beetje vroeger naar beneden, de drukte kotsbeu. Waarschijnlijk heb ik daar wel iets gemist maar het kon me op dat moment echt niet schelen.

Ik at nog wat oliebollen bij mijn' vriendin' van gisteren en kocht een fles water bij haar moeder en fietste dan maar terug, net voor het drukke verkeer. Ik leverde mijn fiets in, kocht een pakje sigaretten voor mezelf en telefoneerde nog eens naar het thuisfront waar ik mijn schoonbroer aan de lijn had. Het gesprek was dus kort en bondig. Alles goed in Kuurne? Ja, met gij ook. Jaja, salut...

Ik keek nog eens naar mijn mails en nam mijn vaste plaats in bij de Chinese soepdraken. Een eerste poging om mijn 88-jarige moeder telefonisch te bereiken lukte maar werd na een half minuutje afgebroken. Ik had ze toch eens gehoord en zij mij.

Om half negen ging ik eten in de gewone kraampjes en stapte naar het hotel waar ik enorm veel deugd had van mijn douche.
De laatste twee Cambodjaanse pinten vonden vlug hun weg naar de onderste regionen. Snif, mijn laatste nacht hier....

.Laat je dienen in de Soup Dragon...Nogmaals een FoodstallBewonderaar langs de wegAvondzon op Angkor Wat

Dinsdag 26 november 2002

Vervelende dag in het vooruitzicht vandaag. Om half zes stond ik al op omdat ze me om 7 uur zouden komen ophalen aan het Guesthouse. Ik nam een douche, dronk wat thee (niet teveel vanwege het plassen onderweg) en wachtte. Ik wachtte tot kwart na zeven toen eindelijk een minibusje me kwam ophalen. We reden nog enkele hotels rond en pikten nog een paar toeristen op. Uiteindelijk arriveerden we om 8 uur in.... Siem Reap centrum, aan de Lotus.
Nog een kwartiertje later vertrokken we eindelijk.De bus zat verre van vol zodat ik een hele bank ter mijner beschikking had. Comfortabel en leuk om te slapen. Daarvan kwam wel niet veel in huis, daarvoor waren de wegen te slecht...

De eerste eetstop kwam er al om kwart na elf. Ik bleef gewoon een half uurtje zitten in het restaurant, had geen honger en geen geld om iets te consumeren.
De tweede eetstop kwam er kwart na één en ik had nog 6 briefjes van 100 riel over waarvan ik er vijf spendeerde aan een baguette die me heel goed smaakte.

Om 15 uur arriveerden we in Poipet waar we alle bagage mochten uitladen en een gids volgden tot aan de grenskantoren. Eerst een departurebriefje invullen aan de Cambodjaanse grens en dan een nieuw visum laten stempelen aan de Thailandse kant.

Om half vier stapten we allemaal in een minibusje met airco die ons een half uurtje later weeral afzette voor een eetstop. We kregen gratis water en een soort van wat ik noem, vliegtuigboterhammetjes (driehoekige, zeer zachte sneetjes met ham en kaas). Als dessert waren er een paar schijfjes ananas. Leuk en lekker.

Kwart na zes weer een eetstop (sorry, maar het relaas wordt eentonig) om tenslotte twee uur later in Bangkok te arriveren. We werden gedeponeerd ergens aan Khao San Road waar ik zwetend de zwoele avond binnenstapte. Ik ging een tweetal guesthouses binnen maar stelde vast dat alles volzet was. Heel toevallig liep ik dan weer de Limburgse Nele tegen het lijf die nog een tweetal uur over had voor ze naar de luchthaven moest. Mijn reddende engel leidde me door Khao San Road naar een achteraf straatje waar er heel wat meer guesthouses waren die betaalbaar waren en minder last zouden hebben van het 24/24 lawaai.

Mango Guesthouse
Als je Khao San Road volledig doorstapt, zie je aan de overkant van de straat (rechterkant) een pagoda. Daarlangs loopt een straat die op Mango uitkomt. Relatief rustige buurt.
Geen vriendelijke mensen maar relatief goedkoop (250 baht = € 6). Basic room met badkamer op de gang en fan in de kamer.
Zoals overal, ook hier mogelijkheid om visa te regelen voor Laos en Vietnam en bussen en uitstappen te boeken naar alle mogelijke bestemmingne in Thailand.

Ze toonde me waar ik het goedkoopst en snelst kon internetten en we gingen een glas drinken aan de overkant van Mango. Het was slechts 40 baht (€ 1,00) voor een grote fles bier maar die kon ik niet meer betalen als ik nog iets wilde eten vanavond. Nele trakteerde. Ik ging mee tot aan haar hotel (New Siam, 590 baht per nacht) omdat ze me haar plannetje van Bangkok wilde geven. Dat zou ik morgen nog kunnen gebruiken. Ze gaf me ook nog haar laatste 50 baht. Lief.

Nadat we afscheid genomen hadden met de belofte nog kontakt te houden, ging ik nog eens kort mailen, at ik Pad Thai (veggie 10 baht, met ei 15, met kip 20) en had nog juist 40 baht cvoor een....juist ja.

Om 23.00 viel ik voor de eerste keer in mijn leven in Bangkok in slaap.

Wankele bus op wankele brug

Woensdag 27 november 2002

Vroeg op omdat ik veel wilde zien en doen vandaag. Ik ging geld wisselen maar moest wachten tot half negen tot de eerste en mooiste bezienswaardighedi openging

Wat Kheo

Entree 200 baht. Bij tempels moet je normaal gezien behoorlijk gekleed zijn zodat ik mijn lange broek en mijn Arno T-shirt aan maar dat was eigenlijk niet nodig geweest. Net voor de ingang is er een Dressing Room waar je gratis fatsoenlijke kledij kan lenen. Nog nooit gezien...

Het Royal Palace is gratis maar de tempel is te betalen. Bij het kopen van je ticket krijg je een mooie, interessante brochure.

Wat Kheo is indrukwekkend: enorme pagoda's die in helemaal in goud afgewerkt zijn maar ook gebowuen die helemaal in mozaiëk zijn afgewerkt. Er staat ook en Mini Angkor Wat, leuk als je er net vandaan komt. >De details en versieringen van al de gebouwen zijn heel mooi uitgewerkt en bron voor blijvende verbazing. Ik nam wat teveel foto's zodat mijn geheugenchip vol geraakte. Ik zette me in de schaduw om - tot mijn grote spijt - enkele foto's te wissen omdat ik de rest van de dag waarschijnlijk ook het een en ander zou zien dat voor het nageslacht moest bewaard worden.

Om 10 uur 30 ging ik te voet Bangkok verkennen, met het plannetje van Nele in de hand. Een interessant plan omdat alle bezienswaardigheden mooi aangeduid zijn. Ik stapte langs de Giant Swing, passeerde de Wat Thephidaram en belandde aan mijn eerste doel: de amuletmarkt. Dit kleine marktje is een waar paradijs voor de souvenirjager omdat het niet toeristisch is en je er authentieke spullen kunt kopen voor geen of weinig geld. Ik kocht er armbandjes (met boeddha's in !), ringetjes, minibeeldjes van boeddistische goden, verschillende soorten geluksbrengende amuletten en nog van alles. Negentien souvenirs hield ik aan mijn bezoek over en het kostte me sslechts 265 baht (€ 6,40). Allemaal prutskes maar van een hoog niveau en leuk om te geven.

Ik stapte door langs het King Rama II standbeeld en beklom de honderden trappen van de Loha Prasat pagode van waarop ik een mooi uitzicht op de stad hoopte te hebben. Was wat tegenvallend. Ook het City Fortress is tientallen kleiner dan wat wij gewoon zijn in Europa.
Onderweg word je natuurlijk ook altijd lastig gevallen door tuktukdrivers die je heel vriendelijk komen voorstellen je te helpen om iets te vinden maar er eigenlijk alleen op uit zijn om je de hele dag op sleeptouw te nemen. Ze doen het voor slechts 20 baht: ze voeren je naar de verste bezienswaardigheden maar stoppen regelmatig voor een uitgebreide halte aan een souvenirwinkel van iemand die ze kennen. Heel goedkoop dus maar ik stapte liever...

Ik beklom in de brandende hitte de trappen van de Golden Mount waar ik ook alweer geen mooi uitzicht had op de stad en keerde terug terug om langs het Democracy Monument naar de Wat Indranihar te stappen. Het indrukwekkende boeddhabeeld is 32 meter hoog en is volledig met bladgoud belegd. Ik zocht en vond de Wat Sommanat waar er een zwarte boedhha zou te zien zijn. Was ik toch aan de verkeerde pagode of was hij gaan plassen maar ik zag hem niet.

Ik passeerde een McDonald's en stapte binnen om een onderleggertje mee te pikken voor de zus van Katrien.
Om drie uur hield ik Bangkok voor bezien en stapte naar mijn hotel waar de douche, zoals altijd, het zweet en stof van me afspoelde. Ik had toch al ettelijke kilometers afgelegd vandaag maar het was de moeite geweest. Onderweg had ik twee flessen water soldaat gemaakt en me een ananasje aangeschaft.
Met veel plezier trok ik weer mijn short aan, babbelde wat met de gast van Mortsel die ik gisteravond nog tegen het lijf gelopen was, reserveerde mijn busje naar de luchthaven voor morgen om 15 uur (60 baht = € 1,50) en ging ik internetten. Op Khao San Road kocht ik een ISIC-kaart (100 baht = € 2,50) voor iemand die me dat in België gevraagd had. Voor mezelf kocht ik een International Press Card (past beter bij mij, oude mens) en kocht ik een nieuw topje.
Ik snuisterde in de tientallen tweedehands boekhandels en vond er een mooi pocketje van Chandler (1° druk in die uitgave) voor slechts 60 baht en een Engelse vertaling van Limousine van Patrick Conrad voor 180 baht.

Ik stond in bewondering te kijken naar enkele heel mooie maskers maar wilde afwachten tot morgen om te zien of ik nog genoeg geld overhield. Ze waren immers niet al te goedkoop.

In het openluchtcafé recht over mijn hotel keek ik naar Real Madrid-AC Milaan op tv terwijl ik van een aperitiefje genoot. Ondertussen vulde ik mijn dagboek in.

Een uurtje later belde ik vanuit mijn internetcafé naar Ilse en wandelde daarna een beetje rond in de onvermijdelijke Khao San Road waar ik van een straatverkoper een hangmat kocht voor 60 baht (€ 1,50).
Na nog wat geinternet te hebben, dronk ik een slaapmutsje en ging vroeg pitten.

Al goud wat blinktMozaïekmantussen de vele tempels32 meter goudTe koop in Khao San Road

Donderdag 28 november 2002

Ik was om half zeven al op, veel te vroeg natuurlijk, maakte mijn bagage klaar en deponeerde ze in een lokaaltje in het guesthouse. Gisteren had ik toevallig op mijn plannetje gezien dat er nog een andere amuletmarkt was, niet ver van de rivier, en die wilde ik ook nog eens gaan bezoeken. Nog niet veel kraampjes waren open maar het zag er een stuk toeristischer uit (én duurder)dan die van gisteren. Niets gekocht dus.
Mijn darmen begonnen me parten te spelen en ik stapte door naar het Royal Palace waar ik wist dat de toiletten gratis waren en in het niet-betalende deel lagen. Brute pech was mijn deel toen ik in het hele domein niet binnen mocht in short. Shit, letterlijk en figuurlijk.

Vlug naar het guesthouse en daar mijn grote behoefte gedaan. Het was dan pas 9 uur en ik moest me nog bezig houden tot 15 uur. Iets gaan bezoeken of bezichtigen daar had ik, na gisteren, geen zin meer in en om nog uren alleen in Khao San Road te gaan verwateren naar van alles - mijn geld was bijna op - had ik nog minder zin.
Ik vleide me neer op mijn bed en sliep een uurtje. Het zou immers een lange nacht worden..

Ik telde mijn geld en geraakte aan 62 baht. Ik wilde nog eens mailen, kort dan, naar het thuisfront en dat kwam me op 4 baht. Heel kort dus.
Nog 58 baht. Gisteren had ik een heel mooi masker gezien voor mijn verzameling maar het kostte 350 baht. Nee, dus. De volgende keer misschien.

Een uurtje later een portie Pad Thai gekocht voor 10 baht en een fles water voor 5. Nog 43 over.

Ik verveelde me steendood en zat al van één uur te wachten op het busje. De gast van Mortsel kwam nog afscheid nemen en ik wachtte tot kwart na twee om mijn laatste geld op te doen: een Singha van 40 baht. De rest, al de rest is voor de kindjes thuis....

Het was een uurtje rijden naar de luchthaven in een busje met kwetterende meisjes en na het betalen van de Departure Tax (500 baht), checkte ik in en hield me bezig in de luchthaven.

De rest van de dag was vliegen, vliegen en nog eens vliegen.

Vrijdag 29 november 2002

Ik landde stipt om zeven uur in Parijs, Charles de Gaulle en belde eerst even naar huis (joepie hoorde ik daar overal) voor ik mijn bagage kreeg.
Het was dan nog een tijdje zoeken naar de juiste plaats waar ik een ticket voor de TGV naar Rijsel kon kopen. Aanschuiven ook.
Nog vijf minuten over om de trein te halen. Oef en dan nog een rokerscoupé ook. Lucky me!

In Rijsel had ik minder geluk en moest ik in mijn polar de bijtende koude (6° C) doorstaan en bijna een uur staan wachten.
Om twintig voor elf stond ik aan het Station in Kortrijk en wandelde ik naar Katrien...

1