websitetemplate.org - australiana
Wie ben ik ? > Reizen > Reisverslagen 2003 > Myanmar (april)
 
 

Myanmar (april)

Myanmar

REISSCHEMA

Dag 1
4 april 2003

 

Kortrijk-Lille-Parijs-Kuala Lumpur

 

Dag 2

5 april 2003Kuala Lumpur - Bangkok - Yangon

 

Dag 3

6 april 2003Yangon (stadsbezoek)

 

Dag 4

7 april 2003Yangon (stadsbezoek) - Mandalay (nachtbus)

 

Dag 5

8 april 2003Mandalay (stadsbezoek)
Dag 6
9 april 2003Mandalay (uitstap Mingun - namiddag U-Bein Bridge)
Dag 7
10 april 2003busreis: Mandalay - Bagan
Dag 8
11 april 2003Bagan (hele dag: bezoek tempelsite)
Dag 9
12 april 2003bus Bagan - Kalaw (nam: stadsbezoek)
Dag 10
13 april 2003Kalaw: dagtrekking
Dag 11
14 april 2003busreis: Kalaw - Inle Lake (nam: stadbezoek)
Dag 12
15 april 2003Inle Lake: boottrip
Dag 13
16 april 2003

busdag: Inle Lake - Kalaw -Bago

Dag 14
17 april 2003Bago (stadsbezoek)
Dag 15
18 april 2003Bago (stadsbezoek)
Dag 16
19 april 2003busreis: Bago - Yangon / vliegtuig Yangon - Bangkok
Dag 17
20 april 2003Vliegtuig Bangkok - Kuala Lumpur - Parijs
Dag 18
21 april 2003aankomst Parijs - trein naar Kortrijk

Vervoer

TrishawNaast je eigen voeten, het goedkoopste vervoermiddel in Myanmar. Je betaalt hoogstens 500 K voor een verplaatsing van de ene naar de andere kant van de stad. Leuk, ontspannend en je ziet veel. Als je het geluk hebt iemand te treffen die verstaanbaar Engels spreekt, leer je ook nog iets bij.
Blauwe MazdaDé auto in Mandalay. Je kan op het gemak achteraan zitten en je voor een hele dag laten rondrijden voor niet meer dan 6 à 7 $ (per auto natuurlijk). Zelfde opmerking als hierboven: zorg dat je iemand vindt die Engels spreekt.
HorsecartNiet echt goedkoop, eerder iets voor de rijkere toeristen (Amerikanen, Japanners...) maar voor één keer kon het wel.

Kostenplaatje (per persoon) - afgerond

visumvisum
40 €
vervoertrein Kortrijk-Lille en Lille-Paris
30€
vervoervlucht Paris - Bangkok (heen en terug)
595€
vervoervlucht Bangkok - Yangon (heen en terug)
183€
onkostenonkosten ter plaatse
320 €
vervoer
trein Paris-Lille en Lille-Kortrijk
30€
totaal
ongeveer 1200 €

Relatief dure reis, volgens mij. Vooral door de vaste onkosten. Het vervoer kostte dus drie maal zoveel als het verblijf ter plaatse. Voor 28 dagen ipv 14 zou dat dus, in verhouding, niet veel duurder zijn. Je doet ongeveer evenveel verplaatsingen en betaalt ongeveer evenveel entrees. De dagen dat je rustig in één stad of dorp kunt blijven zijn natuurlijk de goedkoopste.

Daarin zijn inbegrepen: telefoons (héél duur), hotels (goedkoop), eten (zeer goedkoop), vervoer (duur), toegangsprijzen (redelijk), uitstappen (duur) en souvenirs (goedkoop).

Zijn niet inbegrepen: fotomateriaal en medicatie (Katrien en ik namen Lariam maar ik stopte er mee)

Enkele interessante links:
Lonely Planet
de must
P.M.Geiser
zwitser die Azië-specialist mag genoemd worden
Hans en Greet
kortrijkse vrienden
die wel wat te vertellen hebben
Algemene site
algemeen maar met veel tips qua prijzen

Dag 1 : vrijdag 4 april 2003

Kwart na vijf op en een half uurtje later door Koen, schoonbroer van Katrien, naar het Kortrijkse station gebracht waar we om 12 na 6 op de trein stapten. Exact 25 minuten later stonden we in Lille Flandres en na een korte ochtendlijke wandeling arriveerden we in Lille Europe waar de Thalys klaar stond om ons in een goed uurtje naar Paris Charles de Gaulle te brengen. We moesten wat zoeken naar de juiste plaats (CDG is verschrikkelijk groot en ingewikkeld) maar om 12 uur stipt vertrokken we voor de lange vlucht naar Kuala Lumpur. We kregen lunch (Katrien verlangde daar al wéken naar), een paar uur later een sandwich en arriveerden om 10 na 6 's morgens in de Maleisische hoofdstad.

Dag 2 : zaterdag 5 april 2003

Tussen kwart na negen en 11 uur was het wachten op de vlucht naar Bangkok maar konden we gelukkig onze longen vullen met sigarettenrook. Op de volgende (korte) vlucht konden we kiezen tussen een omelette ofwel chicken noodles als ontbijt (yuk) en vonden, na een hazenslaapje, in Thailand vlug onze bagage.

Onze tickets Bangkok-Yangon hadden we via Internet in België besteld en betaald met een International Money Transfer (goedkoopst bij de NMBS !!!). Het was dus maar de vraag of Manida Travel (www.manidatravel.com) het geld in hun zakken had gestoken of dat ze van hun woord zouden zijn... Twee Thai stonden in Bangkok International Airport ons op te wachten met mijn naam op een bordje. Ben ik een BV of niet, laat maar.... Ik was te moe om er echt van te genieten.
We hadden geen zin om vier à vijf uur in de luchthaven van Bangkok onze tijd te verliezen en besloten naar 't stad te gaan. We namen bus 2A naar de Downtown Area (100 Baht = € 2.50) waar we rond 13 uur arriveerden in het onvermijdelijke en weerzinwekkende Khao San Road.
Mango Hotel waar ik in november nog overnacht had was met de grond gelijkgemaakt en we boekten eerst en vooral een airportshuttle in Green Hotel (60 baht) en waren blij daar onze bagage te mogen achterlaten.
In Peachy Guest House (een beetje verder nog) checkten we onze mails en stuurden een high urgency mail naar al onze kennissen omdat ik, stom varken, onze reisvoorbereiding vergeten was. Daarvoor zit je avonden aan een stuk reisverslagen te lezen op het net, van Wegwijzer en anderen, notities te nemen over goede taxidrivers, goede hotelletjes, interessante busmaatschappijen...

We wandelden tot aan Wat Pho waar in tegenstelling tot verleden jaar (dacht ik) het stuk van het Royal Palace nu wel te betalen was. What Pho is natuurlijk ook te betalen (200 baht = € 5,00) en sparen we voor augustus wanneer we terugkomen met de kinderen.
We gingen, ook al in functie van augustus, de mogelijkheden bekijken voor een rondvaart op de Klongs.
Terug in KSR kochten we water en ananas en gingen nogmaals onze mails checken. Nada. Noppes. Toch een paar leuke uurtjes gehad weg van de luchthaven.

 

 

In Green Hotel stapten we op de al een paar uur geboekte shuttle naar de airport (drie kwartier tot een uur ver) en geraakten na de bagagecontrole makkelijk aan Myanmar International Airlines. Sorry, politiek correcte vrienden, maar bij het boeken van die vlucht uit België had ik niet beseft dat MIA een staatsmaatschappij was en dat het geld dus naar die corrupte mensen ging...
Tussen kwart na zeven en kwart na acht vlogen we tussen Thailand en Myanmar en kregen we een behoorlijke snack. In de luchthaven van Yangon (klein spel hoor) werden we eerst naar een loketje geloodst waar we onze dollars moesten wisselen in FEC's (Foreign Exchange Currency). Een van de drie meisjes vroeg me hoeveel ik wilde wisselen. Ik probeerde met 100 US $ maar dat lachtte ze weg. Tweehonderd zou wel kunnen...
200 US $ werden 200 FEC's maar die gunst moest gecompenseerd worden door steekpenningen (10 $).


Mijn rugzak belandde heel vlug waar hij moest zijn, op mijn rug dus, de security control was minimaal en buiten konden we beginnen onderhandelen over een taxi. We betaalden 2x2 $ om naar het centrum gevoerd te worden wat natuurlijk de helft teveel is maar na anderhalve dag vliegen had ik niet veel zin meer om nog een half uur te verliezen met onderhandelen en discussiëren. Ook een vermoeiende bezigheid.
De taxidriver wilde ons natuurlijk niets aansmeren maar ons gewoon informeren. Hij vertelde ons dat er de volgende week geen bussen meer zouden zijn vanwege het Water Festival en het Birmaanse Nieuwjaar (17 april). Hij kon ons wel voor 450 US $ doorheen heel Myanmar voeren, de beste oplossing voor het busprobleem...
Op mijn vraag hoeveel Kyatts ik zou krijgen voor één $ antwoordde hij niet maar vroeg hij wat ik hoopte te krijgen. Ik had recente reisverhalen gelezen en forums bezocht en dacht iets van een 1000 K voor een dollar te krijgen. Misschien zelfs meer, zei hij. Ik geloofde hem bijna
De realiteit gaf hem later ook op dit punt ongelijk.
Hij zette ons af aan het door iedereen aanbevolen

Hotel Beautyland II (33rd Steet, op 5 min van Bogyoke Market en op 5 min van Sule Paya)
Kamers van 16, 14 en 15 US $. Onderhandeld tot we de kamer op de 5° verdieping kregen voor 10. Geen kamernummer wel een prachtige naam: Diamond.
Gemeenschappelijke douche, ruim terras, grote kamer, fan, handdoeken.
Room servicetelefoon buiten: "One more Mandalay bottle, please". Het was te lastig en te hoog om zelf al die trappen op en af te lopen en het is geen profiteren want ze hebben het zelf voorgesteld: "If you need anything, call us."

Na een deugddoende opfrisbeurt gingen we rond negen uur ergens op straat eten. Het was onze eerste kennismaking met dit land en we riskeerden ons niet al te ver. We bestelden aan een

Foodstall een mix van samosa's en nog dingen die we toen nog niet kenden. Toen besefte ik al dat Katrien niet vermagerd zou terugkeren van Myanmar. Het eten was spicy maar héél lekker en kostte slechts 200 K (= € 0.25). We hadden er 500 meegekregen van Filip en Carmen van Wegwijzer, waarvoor nog altijd onze dank, en hadden nog meer dan de helft over. En toch geen honger meer. Misschien te moe om veel te eten.

Om kwart voor tien strompelden we naar de vijfde verdieping waar we nog een Myanmar Beer (1200 K = € 1,50) en een thee (300 K= € 0,40) nuttigden.
We verbroederden nog een pint lang met een Oostenrijker die al wat ervaring had opgedaan in Myanmar en leerden heel wat bij. Na nog een room servicetelefoontje voor nog 2 biertjes vonden we het welletjes en gingen de jetlag wegslapen.

vermoeid aan de reis beginnen!!!

Dag 3 : zondag 6 april 2003

Kwart voor acht op. Hé, we zitten eindelijk in het Myanmar waar we zolang van gedroomd hebben. Door de vluchten hadden we het nog eigenlijk niet tenvolle beseft. In Yangon is het nu . Ontbijt op het terras. We hadden geen zin in toeristen en ik ging helemaal naar beneden (vijf verdiepingen) om ons ontbijt te halen. Het werd schuiven en proberen, nogmaals proberen en schuiven om alle bordjes op één grote plateau te krijgen maar het lukte mij net. Er waren werken aan de gang op de trappen en het slalommen met de volgeladen plateau tussen de ladders was niet eenvoudig maar het lukte me toch heelhuids (en ook buiten adem) boven te geraken waar een mij niet vreemd uitziend mevrouwtje met een grote smile mij zat op te wachten. We lieten het ons smaken.


Te voet gingen we eerst naar het busstation aan Aung Street om te reserveren. We wilden immers morgen al naar Bagan, weg van deze hoofdstad die niet zo heel te bieden zou hebben.
Om 9 uur stonden we waar we moesten zijn. Er waren bussen, jawel maar er waren niet veel bussen. De taxidriver van gisteravond had niet volledig ongelijk met zijn busstop en ik had niet volledig ongelijk hem niet te geloven. De meeste bussen zaten al vol. Bagan kon niet meer, de gekende Leo Express en de andere gekende en degelijke maatschappijen zaten al vol maar we konden nog mee met TNE naar Mandalay. Morgen om 17 uur (10.000 K per persoon = € 12) om 10 uur 's morgens. Katrien wilde haar mondvoorraad indoen en kocht de overal ter wereld verkrijgbare Mariakoekjes (300 K voor een pak = € 0,40) en sigaretten (120 K = € 0.10). Tabak had ik genoeg mee maar een afwisseling kan nooit kwaad.

We wandelden de weg terug die we gekomen waren en arriveerden in Bogyoke market waar we geen probleem hadden om geld te wisselen. We vroegen het aan een paar mensen en de koers stond blijkbaar een stuk lager dan de vorige weken (1 US $ = 840 K). Ik wisselde voorlopig 200 US $.
Het werd verschrikkelijk heet en we gingen om 11 uur in een local teahouse thee drinken aan 170 K (duurder dan sigaretten). Véél te duur betaald natuurlijk. We moesten nog wat bijleren.
Dan stapten we naar de

Sule Paya

waar we een pompeuze boeddhistische tempel aantroffen die ons de spreuk ontlokte "Schoon van verre maar verre van schoon". Die spreuk zou ons bijna de hele Myanmarreis bijblijven. Hun paya's (pagoda's) bouwen ze zo groot mogelijk om op te vallen, met zoveel mogelijk goud. Als je wat dichter gaat staan mis je de fijne afwerking die je bvb. in de meeste tempels in India wel hebt. Sule Paya is wel authentiek omdat het midden een volkswijk ligt en er een leuke, alledaagse druke heerst. En met minder toeristen dan elders.
We wandelden naar een zijtempeltje waar de plaatselijke mensen een buddhabeeld met sjalen bedekten, hun god fruit aanboden en gebeden afkochten. Raar zicht maar toch indrukwekkend.

Om kwart voor twaalf gingen we binnen in de MTT waar ze alleen nog maar gratis kaarten hadden van Yangon en anders niet veel wisten te vertellen. We zaten dan heel dicht bij

Mahanbandoola Park Park
waar we 100 K entree voor 2 personen betaalden en ons aan het standbeeld van ??? nestelden om een paar mooie beelden te filmen van de statige (ex-koloniale) gebouwen die het park omringen. Recht voor het standbeeld staat de City Hall en rechts is het Justitiepaleis (met een Engels aandoende Clocktower)

We wandelden op het gemak naar ons hotel en onderweg dronken we op lage straatstoeltjes elk een pot Chinese Tea. Tot onze verbazing mochten we niet betalen. Voor de eerste keer merkten we dat OVERAL de thermossen thee die op tafel staan (hotels, restaurants, teahouses...) gratis zijn.
Ja, we waren al een beetje uitgekeken op de niet al te interessante stad Yangon en wandelden naar ons hotel waar we een douche namen, ik me scheerde, Katrien onze T-shirts uitwaste en we een uurtje in de zon wilden zitten om een bruin kleurtje te krijgen.
Het was helaas véél te warm en we zochten de schaduw op. Een tijdje later gingen we op weg naar

The Strand
Tijd voor één van de hoogtepunten van Katriens reis. Afternoon tea leidt bij haar altijd tot een ongekende nirvanastemming (zie o.a. Rajasthan) en de Lonely Planet prees het statige Strand Hotel (Strand Road 92) aan als the place to be.
Het hotel is niet moeilijk te vinden langs het water en na een kwartiertje (om half vier) zaten we aan een chique tafel waar een chique hostess onze al even chique bestelling kwam opnemen. Wij waren de minste chique mensen in het hotel maar dat zijn we gewoon. Katrien glunderde toen ze de '
full afternoon tea' bestelde en ik hield het wijselijk, budgetsgewijs, bij een kort 'No, nothing, thank you'.
De grote pot ijskoud water was voor mij meer dan genoeg. Katrien kreeg zilveren bestek, 3 sandwiches (kip, tomaat en zalm), een bavarois, chocoladetaart, citroentaart, twee scones met een potje clotted cream en een potje marmelade. Ze glunderde van oor tot oor terwijl ik de properste toiletten van Myanmar met een bezoekje vereerde.
Een van de serveuzekes kwam ondertussen vragen of Katrien nog ice cream wilde. Zij was eigenlijk voldaan, weigerde maar besefte niet dat het dessert inbegrepen was in de prijs (10 $ of FEC's). Jammer want dat laatste lust ik wel heel graag...

Tegen 17 uur vertrokken we langs de Shwedagon Road voor een lange, een uur durende en vervelende wandeling naar de mooiste paya van Yangon én van Myanmar. Er valt te betalen tot 22 uur zodat we niet binnen geraakten en ons tevreden stelden met enkele foto's van de buitenkant en de ondergaande zon.
We consumeerden een paar flessen water, twijfelden of we een trishaw zouden aanhouden om de nietszeggende lange baan te vermijden maar beslisten toch te voet te gaan omdat we halverwege de heenweg een Indisch restaurant hadden gezien dat er wel degelijk uitzag.
Kwart voor zeven stopten we in een teahouse voor een plasstop en maakten we van de gelegenheid gebruik om een Mandalay Blue te bestellen. Katriens tea was brak, zwart en niet drinkbaar. Mijn vocht smaakte wel.

Een kwartiertje later zaten we bij de Indiër die we bedoeld hadden en bestelden een Byriami (Katrien, 650 K = € 0,80) en een Chicken with rice (Chris, 700 K= € 0,70)

We zaten daar pas toen een hele bende Indiërs op hun paasbest binnenviel, het eten in een sneltreintempo verorberde, begon te filmen en foto's te nemen. De eigenaar wist ons te vertellen dat het een 'marriage feast' was maar we konden niet echt uitmaken wie de bruid en bruidegom waren. We werden ook gefilmd en ik kon het niet nalaten te zeggen "I want to kiss the bride". Gelukkig begrepen ze me niet (zei Katrien).

Om kwart voor negen telefoneerden we op straat (niet ver van Bogyoke) en hoorden dat het 4000 K per minuut was. De afspraken waren niet heel duidelijk want de tijd begon te lopen bij het eerste belsignaal en ik legde de hoorn neer na 1 minuut en 9 seconden. Ik had zeker nog geen halve minuut gesproken met het thuisfront en moest twee minuten betalen. Katrien kreeg geen verbinding met haar moeder en haakte na 20 seconden weer in maar moest toch de volle minuut betalen. Shit.

Op ons terras dronken we nog een slaapmutsje en vielen doodmoe in slaap.

eerste ontbijt op het vijfde
monniken in Sule Paya
aangeklede monnik, ook daarstralende dame, leuklaat je dienen, met de glimlach

Dag 4 : maandag 7 april 2003

Toch weeral om acht uur op en nu gingen we ons ontbijt zoeken in één van de vele teahouses die Yangon rijk is. Katrien bestelde sandwiches en een soort cake met geconfijt fruit waarvoor we 420 K (= € 0.50) betaalden.
Daarna was het tijd om onze terugvluchten te herbevestigen - ik neem me altijd voor dit te doen onmiddellijk bij aankomst in de luchthaven maar vergeet het altijd. Malaysia Airlines (langs de grote straat bij Bogyoke Market) en Myanmar Air International (Traders hotel) liggen niet ver van elkaar en de service was vlot en snel. Thee zochten en vonden we gewoon op straat. Dorstig weer daar.

Omdat het nog relatief vroeg was beslisten we naar Shwedagon te wandelen. Het lijkt niet zo ver op de kaart maar het is meer dan een uur stappen langs een grote weg die slechts in het begin wat interessante gebouwen en huizen te bieden heeft. Saaie en vervelende wandeling dus.
We arriveerden om 11u45, kochten twee flessen water en goten ze in één teug leeg.

Shwedagon
Entree 5 FEC per persoon en nog 1 extra voor een redelijke mooie kleurenfolder. Ze probeerden wel er ons twee aan te smeren...
Zoals overal in Myanmar moesten we onze schoenen uitdoen en zelfs kousen zijn verboden in de tempels. Eén raad: ga nooit in het heetste van de zomer en op het heetste moment van de dag naar Shwedagon. De marmeren vloeren zijn kokend heet. Het is spurten van het ene strookje schaduw naar het andere strookje schaduw. Bijkomend probleem was dat iedereen dat dus deed, lokalen ook, en dat de schaduwplaatsen goed volzet waren.
Daardoor konden we niet echt 100 % genieten van de omvangrijke site waarop de hoofdtempel staat. Tientallen bijkomende paya's staan her en der en in alle stijlen (Indisch, Chinees...) verspreid. Leuk zijn de acht dieren met bijbehorend buddhabeeldjes die de zeven dagen van de week verbeelden. Geen telfout: Buddha is geboren op een woensdagmorgen en daardoor telt ook de woensdagnamiddag als een afzonderlijke dag.

Onze indruk van Shwedagon was net dezelfde als bij Sule Paya. Schoon van verre maar verre van schoon. Geen details, geen afwerking, bandwerk, geen kunstenaars maar ambachtslui aan het werk.

We hadden geen zin om nogmaals dezelfde lange weg af te stappen, ons dood te zweten en deden dan maar een taxi stoppen die ons, na een vinnige onderhandelingsronde, voor 1000 K (= € 1,25) naar Bogyoke wilde voeren.

Het was al half twee, rijkelijk laat, toen we ons middageten op straat vonden (om de hoek van Bogyoke en Shwedagon Road zijn er veel stalletjes). Ik beperkte me tot één grote gevulde pannenkoek maar bij Katrien smaakte de eerste natuurlijk naar méér.

We slenterden wat rond in de schaduw van de overdekte markt, gingen thee drinken en schuimden de winkels af om iets te kopen waar Katrien zot van was. Birmezen roken niet zoveel als wij en zijn arm zodat je in alle café's, teahouses en restaurants blikken doosjes ziet waarin een vijftal sigaretten kunnen. Die worden per stuk verkocht. Katrien verzamelt blikken dozen en ik rol altijd een paar sigaretten als ik moet werken en zij vrij heeft. Die liggen altijd wel ergens in de weg en zouden moeten kunnen opgeborgen worden. Ideaal cadeau voor ons dus. Niet gevonden, zelfs niet in een soort supermarkt.
Ik trok mijn stoute schoenen aan en ging aan het kraampje waar we zopas thee hadden gedronken vragen of ik zo'n oud, verroest exemplaar mocht kopen. De vriendelijke man knikte hevig, gaf het me en zei "For our friendship". Ik mocht zelfs niks geven. Chapeau.

Ik bezocht enkele boekhandels maar vond geen Burmese vertalingen van mijn lievelingsauteur Raymond Chandler. Op het einde van onze straat (richting Sule Paya) dronken we nogmaals thee en aten enkele loempia's die ons 100 K per stuk (= € 0.12) kostten.

We hadden ondertussen al heel wat gezweet en veel kilometers afgelegd zodat de douche in ons hotel wel deugd deed. We lieten ons drogen in de zon maar moesten vaststellen dat het veel te heet was.

Met een door het hotel opgebelde taxi reden we naar het busstation. Gisteren hadden ze ons verteld dat het ons 3000 K zou kosten, vandaag slechts 1000???. Het misverstand kwam dadelijk aan het licht toen ik zag dat we naar het Aung Stadium reden, de plaats waar we onze bus gaan boeken waren. Op ons ticket stond nochtans in het Birmees waar we naartoe moesten (het Highway Bus Station) maar onze taxichauffeur kon misschien niet lezen...
Iedereen probeerde hem met handen en voeten uit te leggen waar we naartoe wilden en uiteindelijk snapte de brave man het. Voor 4000 K nu. Veel te veel maar we raakten in tijdsnood en wilden onze bus niet missen door nog een kwartier af te pingelen of een andere taxi te moeten zoeken.

Om 16u30 moesten we al inchecken. Gisteren wisten we niet waarom dat een half uur op voorhand moest maar nu zagen we het wel. Eenmaal iedereen op zijn plaats zat werden over de hele lengte van de bus plastieken kinderzeteltjes geplaatst. Extra-mensen vanwege het waterfestival.
Om vijf uur waren we weg, richting Mandalay.


Onze eerste stop kwam er pas rond 20 uur toen we allemaal aan tafel mochten schuiven. Een Indiër waartegen we zaten te praten vertelde ons, tot mijn verbazing, dat het eten moest betaald worden. Ik dacht gehoord te hebben dat alles inbegrepen was in de busprijs, wachtte tot op het laatste moment om recht te staan van tafel en schoot vlug de bus in. De Indiër dacht dat ik misschien wel gelijk had omdat hij slechts 7.000 K en wij 10.000 betaald hadden.
Lange, lastige rit vanwege mijn voor-, achter- en zijburen die om ter luidst fluimden, rochelden, boerden, pindanootjes aten, gameboyspelletjes speelden of naar de luidruchtige actiefilm keken.

Om 2 uur was er een plas- en rookstop. Deden alletwee deugd. Nog een beetje proberen te slapen.

Arno in Myanmar
oude en jonge monnik
genietende dame op lage stoeltjes

Dag 5 : dinsdag 8 april 2003

De aankomst in Mandalay was voorzien rond 6 uur maar in plaats daarvan kwam er een ontbijtstop. Een uur later weer een stop: plasstop. Volgende uur: plasstop. Het begon ons duidelijk te worden dat de stops te vlug na elkaar kwamen, vooral omdat we niet zo ver meer van onze bestemmming zouden zijn.
We gingen thee drinken, kochten water en hoorden dan dat de bus te lijden had van olieverlies en dat de airco niet meer werkte
Niemand kwam ons inlichten over de aard van de panne of over hoe lang het oponthoud nog zou duren.
Samen met de Indiër en een Nederlands koppel sprongen we op een pickup, betaalden 500 K (€ 0,60) voor een uur on the road.
Eindelijk, om kwart na tien, arriveerden we in
Mandalay busstation waar we een trishaw aanspraken om ons naar het hotel van onze keuze te brengen.

Royal Guesthouse (25th Street)
Een beetje afdingen om van 10 naar 9 dollar te geraken. Propere, ruime en rustige kamer op het eerste verdiep met badkamer, handdoeken en airco. Klein eetzaaltje (voor het verzorgde ontbijt).
Absolute minpunt is dat ze blijkbaar regeringsgezind zijn (kennen de Moustache Brothers niet!!!) en dat ze hun beloftes (bus regelen) maar na lang aandringen invullen.

Om 11 uur namen we een zoals altijd deugddoende en ijskoude douche en moest Katrien haar benen een uurtje in de lucht leggen omdat ze last had van vochtophoping rond haar enkels door het te lange stilzitten in de bus. Ze zagen er niet uit, haar voeten en ze was behoorlijk ongerust. Veel pijn deed het niet zodat we een uurtje later weeral op stap waren. Eerst hadden we nog geïnformeerd naar de bussen naar Kalaw. Het meisje aan de receptie beloofde ons twee tickets te reserveren voor overmorgen, 9 am. Goed zo. Flinke meid.

Eerst gingen we op het einde van de 25st street eten aan een foodstalletje waar we niet zagen wat er in de potten achter glas zat. Aan een jongetje probeerden we met gebaren te vragen wat er te eten was. Knor knor was het niet, kukeleku wel en uiteindelijk verstond ik dat ik horse zou krijgen. Met rijst, een potje suikerbonen, soep, mais en spicy saus kwamen we aan 700 K (€ 0,85) voor de twee menu's samen. Lekker

We stapten te voet door tot aan het fort waarvan de muren langs elke zijde 2 kilometer lang zijn. In die hitte en met die flauwe pootjes van Katrien hielden we het maar één muur uit en lieten ons met een trishaw voeren naar

Kathodaw
Beter gekend als the Biggest Book.
In Mandalay betaal je nu niet meer voor de afzonderlijke entrees maar betaal je éénmaal 10 US $ of FEC's voor alles. Ik had geen zin in de rest en bleef zagen aan het ticketvrouwtje ("ik werk ook met boeken") tot we (in 't zwart) binnen geraakten voor 2000 K (€ 2,50). Indrukwekkend als concept. Er staan 729 marmeren 'huisjes' die elk een stuk van de Tripitka (de leer van Budhha) beschrijven. Er werd uitgerekend dat één man die acht uren per dag de teksten leest, 450 dagen zou nodig hebben om alles te lezen.

Met onze trishaw lieten we ons rijden naar Zeigyo Market. We hadden de bedoeling morgenochtend naar Mingun te varen en voor de namiddag vroegen we onze trishawdrivers Win Tin en Oose hun prijs voor Amarapura en U-Bein Bridge. We raakten het eens voor 6 $. Zij zouden ons komen ophalen aan de ferry in Mandalay rond 13 uur. OK.

De markt was een redelijke ontgoocheling. Er was niet veel te zien, alleen de groenten- en vismarkt was kleurrijk (en die laatste zoals altijd stinkend). We stapten te voet langs de clocktower terug naar het hotel om te douchen, pootjes in de lucht te leggen en wat te lezen.
Meisje van receptie had nog geen tickets kunnen krijgen ("Always busy"). Jaja, vergeten, zeker. Een beetje later kwam het toch in orde voor 3100 K elk

Tegen 17 uur zochten we een aperitiefje in onze straat maar raar maar waar, in Mandalay is er bijna geen Mandalay Beer te krijgen. Myanmar Beer genoeg. Te veel dorst om meer dan twee café's te doen en ons dus maar neergelegd bij het feit dat we het slechtere Myanmar Beer zouden moeten drinken.

Vijftig meter verder gingen we eten in de Chinees (straat van hotel) waar ons verzekerd werd dat we elk niet meer dan 360 K zouden betalen. Het smaakte behoorlijk maar op de rekening stond 2 x 600. Wat gebeurt hier? "Yes, six hundred" kwam een man de vrouw van het restaurant te hulp. En inderdaad, er was binnen een bord met prijzen. Had de vrouw ons bewust iets op de mouw gespeld, kon ze niet genoeg Engels of hadden wij haar misbegrepen? Ik was er in ieder geval niet gelukkig mee... maar wat kon je eraan doen? Ik betaalde met tegenzin en met de overtuiging geen Chinees meer te eten in Myanmar.

Van pure ontgoocheling dronken we nog een slaapmuts in de Nylon Ice Cream Bar onder het motto: met alle Chinezen maar niet met den dezen.

deeltje van het Mandalay Fort
Grootste boek ter wereld
Lekker!!!

Dag 6 : woensdag 9 april 2003

Om half zeven op voor het verzorgde, lekkere ontbijt dat opgediend werd in een claustrofobisch klein zaaltje. We lieten ons met een blauwe Mazda voeren tot aan de Jetty (de plaatselijke benaming van de local ferry). We waren nog drie kwartier te vroeg en bleven wat in de schaduw zitten terwijl we de drukke havenbedrijvigheid zaten te aanschouwen.
We betaalden 1000 K per persoon voor de ferry heen en terug. Vroeger kon je de ferry op zonder ingangsticket voor Mingun en kon je aan die toeristenbelasting soms ontsnappen maar nu moet je 3 US $ of FEC's per persoon betalen voor je de boot op mag.
Het uur dat we op de ferry zaten was ronduit ontgoochelend. Veel lawaai binnenin van de motor, we mochten niet boven gaan zitten, moesten binnen blijven en van enige randactiviteit langs de oevers was helemaal geen sprake. Ik was blij toen de boot aanlegde in

Mingun
We wandelden van de aanlegsteiger door het dorpje, kochten twee flessen water aan 100 K (€ 0,12) en waren onder de indruk van de

Mingun Paya
die ooit de grootste Paya van Myanmar had moeten worden (de basis van wat nog overschiet is slechts een derde van wat het had moeten zijn) heeft geleden onder diverse aardbevingen waarvan de scheuren nog altijd zichtbaar zijn. Je kunt naar boven klauteren waar je beloond wordt met een mooi overzicht op de streek en de rivier.

Mingun Bell
De grootste ongeschonden klok ter wereld (die in het Kremlin in Moskou is groter maar gebarsten, zie mijn verslag Transsib). Je kan er in kruipen en binnenin het geluid van de gong heel resonant meemaken.

We deden nog een paar minder mooie pagodes (onder andere een herinneringspaya aan de eerste monnik die ooit de volledige Tripitka (leer van Buddah) uit het hoofd geleerd heeft) aan toen ik plotseling heel erg dringend naar het toilet moest. We vleiden ons neer in een teahouse, vroegen een fles water en een beetje Chinese tea. Het toilet luchtte op, de thee smaakte en alles leek weer in orde tot ze met de rekening kwamen: 300 K!!! Een half uur daarvoor had ik 100 K betaald voor een fles (véél kouder) water en de thee is OVERAL gratis. Ik legde 200 K (nog te veel maar ik had geen 150 zitten) op tafel en ging weg...

We wilden de chingthe's (leeuwen die de toegang bewaakten) van beneden zien maar waren ontgoocheld. Langs de rivier staat een mooie maquette van hoe Mingun Paya er zou moeten hebben uitgezien.

Ik vulde mijn verzameling exotische maskers aan met een mooi exemplaar van een vrouw (5 $) waarna we weer naar de ferry stapten.
Tussen 13 uur en kwart voor twee sliepen we vanwege weer niets te zien.
Oose stond al klaar met de blauwe Mazda van zijn vriend en zou ons vergezellen.
We stoven met een behoorlijke vaart naar

Shwe Pin Paya
Dit is een meer dan 100 jaar oude Chinese paya in houtwerk in plaats van het
overal voorkomende bladgoud. De details waren hier wel fijn uitgewerkt zodat we genoten van de rust, het ontbreken van toeristen en de mooie tempel.

Op straat kocht ik fruit voor Katrien omdat ik zag dat ze stilaan aan het punt gekomen was waarop ze door gebrek aan eten misselijk zou worden. Het fruit dat leek op een mango hielp slechts een klein beetje.

Tegen onze zin bezochten we twee shops (woodcarving en embroidery) waar we zo kort mogelijk als de beleefdheid toeliet verbleven en arriveerden tegen 15 uur aan U-Bein Bridge. We lieten de wereldbekende brug letterlijk links liggen en zagen een restaurantje.

In Sunset bestelden we tweemaal fried curry en tweemaal water. Het eten was héél lekker maar Katrien kon er door haar maagproblemen slechts mondjesmaat van genieten. De mensen van het restaurant kwamen allemaal rond ons staan tot we het duimteken maakten dat het 'very good' was. Lachend lieten ze ons gerust. Brave mensen.
We betaalden elk 400 K (€ 0,50)

U-Bein Bridge
De langste teakhouten brug ter wereld. We stapten op het gemak twintig minuten heen tot aan het einde waar beneden langs het water een soort Club Med-achtig cafeetje ligt met strandparasols en moderne meubeltjes. We genoten van de wandeling tot enkele jonge gasten 4 de brug deden schommelen wat Katrien de uitspraak ontlokte 'Na ons zullen er niet veel meer over deze brug lopen'.
Op goed twintig minuten waren we weer terug en besloten eerst nog een stukje Amarapura te verkennen om dan terug te keren voor de overal aanbevolen en veelgeprezen zonsondergang. Eerst gingen we batterijen zoeken voor ons fototoestel want net nu wilde dat stom digitaal spel niet meer werken. We vonden, tot onze grote verbazing 4 batterijen voor slechts 400 K (€ 0,50).

Paya van Amarapura
De oude tempel is heel mooi, zeer kleurijk met veel verschillende stijlen, oud en nieuw door elkaar. We namen een foto of twee, drie en oeps, batterijen van het fototoestel weeral plat. Vlug nogmaals vier batterijen gaan kopen.

Om twintig na vijf terug aan de brug en ergens over halfweg een strategisch plaatsje gezocht onder de brug (slechts een klein deel overspant de smaller geworden rivier) om foto's te nemen. De zon stond nog hoog en ik zag aan de andere kant een foodstalletje. We wilden de al een paar keer geziene gefrituurde garnalen proeven. Bestellen en opeten duurde slechts enkele minuten maar tegen dan was de oranje bol wel nog niet onder de horizon verdwenen maar volledig in nevel gehuld. Shit, jammer. Maar we hadden toch maar weer batterij genoeg voor drie of vier foto's.

Van pure frustratie kochten we voor onze meisjes elk een armbandje van watermeloenpitten (kostten ons 300 K per stuk = € 0,35)
We lieten ons terugrijden tot aan ons hotel, namen een douche en informeerden naar de Moustache Brothers. "Don't know that, you better go to Puppet Theatre?". Flauw van Royal Guesthouse dat ze voluit de kaart van de regering trekken. We gingen eerst een aperitiefje drinken bij onze gekende Nylon Ice Cream Bar en gingen dan 100 meter verder in dezelfde straat aan de overkant eten.

Foodstall
Schitterend, vette chapathi's (zonder niet) met een potje kikkererwten (90 K per stuk = € 0,10)
Als hoofdgerecht zagen we (met de nodige show) dosa's met chicken klaarmaken. Groot, zéér lekker en voldoende voor slechts 350 K (€ 0,40). Een aanrader.

We lieten ons met een trishaw voeren naar het huis van de

Moustache Brothers
waar we (voorlopig) geen entree moesten betalen. We zaten met een twintigtal man in een klein kamertje, op twee meter van een houten rechthoekige vloer waar de OpperMoustache al een beetje aan het vertellen was. Tien minuten later zat het zaaltje vol en kon de show beginnen. De man verkocht wat flauwe grappen over het achterwerk van Jennifer Lopez en bekende zijn liefde voor Angelina Jolie. Hij moest fluisteren "because my wife is upstairs, ha ha". Als een acteur uit de stomme films van de jaren 30 stak hij altijd een bordje omhoog met het onderwerp waarover hij bezig was (Under surveillance...) vertelde flauwe dingen over de KGB "Watch out, they're there" en de Blacklist waarop ze ooit moeten gestaan hebben.
Zijn vrouw prijkte in 1957 op de cover van de Italiaanse versie van de Lonely Planet en daar stoefde hij terecht vijf minuten mee. Dan mocht de dame die dansschool gevolgd had, haar ding doen. En ze deed het goed. Een paar mensen uit het publiek (waaronder Katrien) mochten uit het handboek van de dansschool het volgende dansje uitkiezen.
De 3 Moustache Brothers hielden dan een wedstrijdje om ter vlugst een tulband te knopen. Flauwer dan flauw. Wel interessant was de demonstratie hoe je een longgyi moet knopen,afhankelijk van je sociale status. Dan volgde een dansje waarbij nachtelijke offergaven aan Buddha werden voorgesteld maar bij het volgende item hield ik het niet meer uit: de drie zusters dansten zo onbeholpen en het gefluit van de honderd jaar oude stereoinstallatie begon me meer en meer op de zenuwen te werken. Ik had een klein beetje moeite om Katrien te overtuigen maar toch verlieten we midden het optreden het zaaltje. Onder de verbaasde blikken van Moustache himself.
Sorry hoor, maar daar verdoe ik mijn tijd niet aan.
Bij het buitengaan betaalden we elk 1500 K (een kleine 2 euro) en zochten tevergeefs onze trishawdrivers. Die waren er ook niet op voorzien dat we zo vroeg buiten zouden staan en waren gaan lopen (eten?, drinken?, slapen?).
Ondertussen begon het te donderen en bliksemen, kwamen onze drivers terug met twee paraplu's en reden we tussen de regendruppels door naar het hotel. Raar zicht waarschijnlijk.
Nylon was aan het sluiten maar we kregen toch nog enkele pinten mee om op onze kamer de dag af te sluiten.
Mooie dag gehad.

havenactiviteit
zicht boven op de Mingun Paya
chinese paya
langste teakhouten brug ter wereldtegenvallende Snorremansen

Dag 7 : donderdag 10 april 2003

Verplaatsingsdag vandaag. We betaalden ons hotel in FEC's (2 x 9 per nacht), kregen ons ontbijt en weigerden het obligate ei.
Ik kreeg het briefje dat ik 2 bustickets gevraagd had (mét het geld dat ik gisteren betaald had) mee en kon vertrekken.
Voor 1000 K reden we met een Mazda naar het Highway Bus Station. Bussen naar Kalaw zijn ofwel minibussen (9 am, 14 pm) ofwel een Daewoo (21 pm). Een vriendelijke man hielp ons tot aan het juiste loket in het station. We kregen gelukkig een behoorlijk comfortabele plaats op de bus en hadden onze eerste stop (eetstop) om halftwaalf. Om 14 uur en 16 uur stopten we voor thee en om kwart na vijf stopte het busje in the middle of nowhere. "Foreigners, go out please".
Que pasa? Ik zag direkt dat we aan een loket gestopt waren. Daar moesten alle toeristen 10 $ (of FEC's) per persoon betalen om het archeologisch gebied van Bagan binnen te mogen.
Een kwartiertje later stonden we aan het Busstation van Bagan waar we ons met een trishaw lieten voeren tot aan

New Park Hotel (Thiripyitsaya block no 4)
10 $ vooraan, 8 achteraan ruime kamer, airco, 2 dubbele bedden, propere badkamer, handdoeken, toiletpapier
rustig gelegen maar ietsje afgelegen.
Ontbijten (inbegrepen) doe je op een gezellig terras, verzorgd en met extra toast voor de hongerigen.

We laadden ons gerief uit, pakten in de vlugte een douche mee maar wilden zo rap mogelijk weer op straat staan. We konden ons nog niet oriënteren maar ik had net voor we aan het hotel arriveerden, een aantal restaurants gezien. Net om de hoek rechts zat een triestig kijkend manneke die niet kon concurreren met de grote 'neonrestaurants'. We wilden hem iets 'jeunen' en dronken daar een aperitief. Een Mandalay Red (de goeie dus) voor 1000 K. Redelijk van prijs en goed koud.

Verder in dezelfde straat bekeken we verschillende menu's en besloten te eten in

Holiday (onze straat)
We bestelden mutton kebab (1000), pork spicy and hot (1000) en een Mandalay. Het duurde een tijdje voor het vor onze neus stond maar het was het wachten waard. We kregen heel veel en heel lekker eten.
Bij afrekening rekenden ze iets anders aan (chicken balls à 1200) en moesten we nog 2 x rice à 150 K per persoon betalen. Niet volgens de afspraak vonden wij maar we hadden geen zin om ruzie te maken.

Het was pas halfacht toen we de rekening betaald hadden en we langs ons hotel passeerden om nogmaals de al eerder gevraagde uitleg te vragen over hoe we aan het emailkantoortje moesten geraken. We stapten tot aan de grote baan, sloegen links af en volgden de lange weg tot we op het einde de drukke Market zagen liggen. Een beetje ervoor op de rechterkant zie je een uithangbord 'Email 8 am-8.30 pm'.
We waren héél blij een mailtje te kunnen sturen naar onze kinderen, hoopten ze dat ze hem zouden ontvangen en zo vlug mogelijk beantwoorden. Zo zou er toch nog wat wederzijds contact zijn....

Normaal kost een mail 1000 K (€ 1.20) maar we kregen 200 K korting, weten niet echt waarom maar denken dat het was omdat het een kort briefje was.

Opgelucht omdat we dat voor elkaar gekregen hadden, stapten we dezelfde weg terug langs de grote baan en stopten 50 meter na de bocht aan een café met groene en lichtblauwe stoeltjes voor een slaapmuts. We zaten daar héél gemakkelijk en rustig, riepen de plaats onmiddellijk uit als ons stamcafé en bestelden een Mandalay Red. Het kostte ons slechts 900 K en ondertussen bekeken we, zoals gewoonlijk 's avonds, onze vandaag gemaakte digitale foto's en maakten geen ruzie over wat mocht blijven en wat weg moest. Om het met Voltaire te zeggen: Nous sommes dans le meilleur des mondes

Dag 8 : vrijdag 11 april 2003

Zoals gewoonlijk werden we wakker met ons wekkertje. Om half acht zaten we aan de ontbijttafel en aten we scrambled eggs en het smaakte. We gingen te voet tot aan het busstation en lieten ons dan voeren met een trishaw tot aan de Bagan Area (1000 K voor 1 trishaw met twee passagiers) en bekeken verwonderd de honderden paya's langs de weg. Belooft voor morgen en overmorgen. Nog veel te ontdekken buiten de vijftien à zestien belangrijke dingen die we vandaag willen en zullen zien.
Te voet deden we

Thatbyinnyu
Je mag er wel niet meer op maar toch blijft het een van de indrukwekkendste tempels van Bagan

Pahtothamya
niet speciaal van de buitenkant maar (mits een donatie aan de caretaker) met mooie fresco's binnen.

Mimalaung Kyaung
niet indrukwekkend maar speciaal omdat het de enige paya is met een bibliotheektje ervoor en een van de weinige waarvan de chinthe's (leeuwen) nog bewaard zijn. Twee jongentjes hielden ons bezig met uit te leggen waar alle tempels lagen - je oriënteren is daar niet zo makkelijk - en probeerden ons van alles aan te smeren.

Shwegugyi
Zeer elegante paya met mooie stucco versieringen en de verkoopster Lin Lin als (eventuele) goede gids.

Om 12 uur stonden we aan de Bapuya (flauwe tempel aan het water waar echt niets te zien is), kochten daar twee flessen water, dronken een thermoske thee en gingen op zoek naar eten. Ergens op een open plaats zagen we mensen die op een vuurtje eten aan het koken waren. Wij keken er belangstellend naar en de man deed teken 'Wil je iets eten?'. Ik knikte in de plaats van Katrien en we gingen zitten op kijkafstand van het gebeuren. We verwachtten binnen het kwartier 'chicken' want dat kon de man wel duidelijk maken. We wachtten een kwartier, een half uur, zagen mensen hun eten komen halen aan onze potten en zaten te verwateren. We amuseerden ons een beetje met de plaatselijke kinderen maar na een uur werd het duidelijk dat WIJ geen eten zouden krijgen. We gingen terug naar de grote baan, bezochten

Mahabodhi Paya en de zeer grote, indrukwekkende Gawdawpalin Pahto

en stapten af bij de twee mannekes die ons bij Mimalaung zo goed hadden bezig gehouden. Daar aten we enkele koude samoza's en een lang ding dat er niet smaleijk uitzag maar redelijk meeviel. Die mannekes (de een had een T-shirt aan van voetbalclub Sporting Lokeren) wezen ons de weg naar de mooiste paya van Bagan. Die hadden we voor het laatst gehouden.

Ananada Pahto
We slenterden daar een hele tijd rond, genoten van het oude gebouw en kochten uiteindelijk enkele geluksbrengertjes: lelijke vergulde uiltjes.

We vonden dat we al genoeg kilometers afgestapt hadden en wilden gebruik maken van het enige vervoersmiddel waarvan we in Myanmar nog geen gebruik hadden gemaakt: een horsecart.

Om 16 uur lieten we iemand ons aanspreken om ons terug te brengen. Voor 1300 K waren we het eens. De ideale manier om tijdens het rijden enkele honderden tempeltjes te filmen.
Achter het busstation gingen we op zoek naar

Shwezigon Paya
Die is gratis te bezichtigen. We kregen daar van twee verkoopsterkes elk een vlinderke omdat we dan naar hun shop zouden teruggaan. Na het flauwe afkooksel van Shwedagon bezocht te hebben gingen we inderdaad naar hun shop en kochten, tot onze eigen verwondering, een tattooboekje (mét pen) voor mij en een mini-gong voor Pieter-Jan

In het busstation begon de Nieuwjaarsmiserie. Vanwege het Waterfestival en Nieuwjaar (17 april) vertrok morgen de laatste bus uit Bagan naar Kalaw. We konden dus niet anders dan ons programma in Bagan met twee dagen in te korten. Het was zéér tegen onze zin want we wilden nog veel doen (o.a. fietsen) en zien (o.a. nog enkele afgelegen tempels en vooral de zonsondergangen). Er ontstond in het busstation een spraakverwarring over 'low chair' en 'high chair' waarbij ik dacht dat ik een laag stoeltje moest nemen om neer te zitten. Nee, we werden een high chair beloofd (hoge plastieken stoel in de middengang). Soit, dan wordt het sukkelen, zweten en vloeken maar als het niet anders kan... We betaalden 7000 K voor 2 personen.

In ons hotel betaalden we alvast onze rekening (2 x 8 FEC's) en constateerden jammer genoeg dat onze mail naar de kinderen van gisteren niet beantwoord werd. Pech. We gingen telefoneren, betaalden 5 $ per minuutn. Omdat het donker was konden we toch niets meer uitrichten: aperitieftijd dus. Op dezelfde plastieken stoeltjes van gisteren.
Dan gaan kijken in het emailkantoor: zij hadden ook geen antwoord gekregen.
Eettijd dus.

Aung Resto (straat van Market naar het zuiden, naar de grote baan toe)
We spoelden onze pork ball curry (700 goed) en chicken ball curyy (700 goed) door met een Myanmar Beer en kregen bananen en suiker als welgekomen extra. Een aanrader.

Onze plastieken stoeltjes waren nog vrij en dienden voor een slaapmutsje. Vroeg gaan slapen vanavond want morgen is het weer vroeg dag.

indrukwekkende paya
Langs daar is het, kieken
Mooi zicht, nietwaar
Begrafenis langs de baan
Roll another one

Dag 9 : zaterdag 12 april 2003

Om half vier waren wij al op maar het ons gisteravond beloofde ontbijtpakket was nergens te zien. Ik maakte dan maar iemand wakker en die brave man ging 4 toasts en vier bananen halen. Hadden we dan toch iets om te knabbelen op de bus.

Om half vijf kwam de bus ons ophalen en kregen we tot onze grote verbazing toch een gewone zitplaats en een goede zelfs. We konden dus slapen tot de ontbijtstop om halfzeven.
Onze chauffeur was een kort zotje en rond acht uur hield hij te weinig afstand en botste hij met zijn spiegel tegen die van een tegenligger. De resten van zijn spiegel kwamen zelfs tot op mijn schoot terecht, zo hard was de klap.
Om elf uur stopten we al om te eten. De bandieten vroegen 600 K voor soep of gekookte rijst zonder niet.

Een uurtje later werden we tegengehouden op de weg maar wisten niet waarom. Enkele hevige explosies maakten ons duidelijk dat ze stukken van de bergen aan het opblazen waren. Iedereen stapte uit de bus, sommigen om de weg vrij te maken, anderen om foto's te nemen, anderen om er vlug eentje te roken...

Om 14 uur stonden we in Kalaw en gingen we mee met Bobby (een tout) naar Good Night maar het hotel beviel me niet. De kamer was in spaanderplaten opgetrokken en de badkamer bevond zich twee verdiepingen lager op de koer. Ze vroegen wel niet veel (3000K per nacht) maar ik vond het de moeite niet waard.

Op de hoek van de markt aten we enkele samoza's en een soort ronde bonenhapjes. Het kostte ons slechts 210 K (€ 0,25). Ik liet Katrien daar achter en ging op het gemak het stadje verkennen, op zoek naar een betere hotelkamer. Na een halfuurtje en enkele (te dure) hotels bezocht te hebben, belandden wij uiteindelijk om 15 uur in

Pine Land Inn (langs grote baan)
Na de donkere inkomhal kom je via een mooie houten trap terecht in een proper halletje met enkele kamers. Onze kamer was proper, ruim en met een douche. We betaalden 6 $ per nacht.

Na de verplichte douche gingen we water aanschaffen en shopten we op de markt. We kochten drie draagzakken (iedereen loopt daar met zo'n zak rond, zelfs de monniken) voor de kinderen (800 K per stuk= € 1,00), slippers voor Katrien (800 K = € 1,00) en een Giordanoriem voor mij (zelfde prijs). Armani of Versace kostten slechts 100 K meer maar waren te opzichtig.
Voor Ilse vonden we een mooi boekje met de boeddhistische leer en voor Pieter-Jan een dubbel mes. Katriens voorraad Mariakoekjes was weeral op zodat we een nieuwe pak moesten zien te vinden.

Onze aankopen waren stilaan te omvangrijk om mee te zeulen dus gingen we die eerst op onze kamer deponeren. Tijd om info te gaan ophalen over de trekkings. Bij Joseph Andrews (aan de markt) en Sam (overkant grote baan) kregen we exact dezelfde info.
Trekkings van één dag doen twee tribes aan en bestaan uit een wandeling van zes uur waarbij je ongeveer 15 kilometer aflegt. Trekkings van 2 dagen bezoeken slechts één bergstam meer. De prijs was bij allebei 5 $ per persoon voor de ééndaagse trekking.
We hadden zonder veel aanwijsbare redenen meer vertrouwen in de rustige bescheidenheid en het beter verstaanbare Engels van Joseph zodat we bij hem boekten. We kregen er nog een korting bovenop: 9 dollar voor ons twee. Later vertelde hij dat wij zijn eerste klanten waren die maand, laag seizoen hé. Ik kreeg bijna medelijden met de brave man..

Op ons gemak gingen we een aperitiefje drinken in Green Leaf langs de grote baan (Mandalay Blue 1300) en gingen weeral op straat eten.

Op de hoek van de markt was een vrouw een soort minipoffertjes met beans aan het bakken. Zéér lekker: we aten er samen vijftien en betaalden slechts 300 K (€ 0,35). Vijftig meter verder (recht tegenover de cinema) is een Indiër (Tet Nyi Win of zoiets) waar we een smakelijke vierkante pannenkoek met mutton binnenspeelden. Voor slechts 350 K (€ 0,45)

Ons dagelijkse slaapmutsje dronken we langs de grote baan in een restaurantje dat buiten reclame maakt voor zijn "many side dishes". Rode Mandaly: lekker.

zonsondergang vanop een terras
Foodstall een uur later

Dag 10 : zondag 13 april 2003

We hadden afgesproken met Joseph om half negen, niet echt vroeg dus maar toch werden we om half zeven wakker. Tijd genoeg dus om een 'gewoon' ontbijt te verorberen in de niet echt smakelijke ruimte aan de ingang van het hotel.
We schaften ons op aanraden van onze gids snoep (200 K= € 0,25) voor de kinderen van de dorpen en vier flessen water aan. De brave man stond ons al op te wachten en was er klaar voor.

We begonnen onze wandeling, staken de straat over en gingen ferm bergop naar een eerste dorpje waar slechts een paar huizen stonden en waar een man bezig was met een scheermes het lange haar van zijn zoontje volledig af te scheren. Raar zicht. Maar mooie foto voor mijn 'kappers-van-de-hele-wereldverzameling'

We stapten nog een stuk door en belandden in een dorp met een klooster. De nonnekes vroegen ons binnen en serveerden ons lekkere thee. Joseph had onze luch mee: een achttal chapathi's met vegetarisch vulsel en thee of koffie. Heel lekker en ruimschoots voldoende. Joseph vertelde ons over het oude boek met het leven van Buddha en vroeg een jonge non eventjes wat voor te lezen. Het kwam over als een monotoon gezang maar was toch indrukwekkend. Dan kwam het dessert: een vijftal ronde pateetjes van palmsugar en rice powder. Nogal zoet maar zéér lekker volgens Katrien. Niet my cup of tea. Wij kochten daar geen longyi of souvenirs maar gaven een donatie (200 K = € 0,25) aan het klooster.
We bezochten een longhouse (letterlijk een lang huis waarin verschillende families wonen). Aan het aantal vuurhaarden die je ziet, merk je hoeveel gezinnen er in dat longhouse wonen.
Een vrouw was aan het weven en Katrien moest zich laten omtoveren in een plaatselijke opgeklede vrouw. Het hoedje en de kleren stonden haar beeldig. Ze wilden mij ook een hoedje opzetten maar dat apprecieerde ik niet echt. We deelden snoepjes uit, ik werd het aapjes kijken beu en ging een sigaretje roken.

Het was nog maar pas 13 uur maar de trip was al bijna voorbij.

Conclusie van de trip
Joseph kent de plaatselijke bevolking heel goed, vertaalt niet alleen maar betrekt je in de gesprekken. Hij is beleefd en vriendelijk, spreekt bijna perfect Engels en is rustig en bescheiden. Hij dringt zich niet op en geeft alleen info als het nodig is (weet alles over bloemen, bomen en hun medicinale werking). Bij hem is de klant koning: hij past zijn tempo aan, laat je rusten wanneer je dat wil.
Perfecte gids dus.

Om half vier waren we terug in Kalaw centrum. We zagen een winkeltje met drank, hadden al druiven gegeten en vroegen ons af of Myanmar geen wijn produceerde. Yes, zei Joseph, verschillende soorten. We hadden de keuze tussen een grote fles (800 K = € 1,00) of een kleine (de helft) en ze hadden wijn met... ananassmaak, aardbeiensmaak, druivensmaak of damsons. We kochten een klein heupflesje met ananas en konden morgen eventueel nog altijd terugkeren voor een grote. One for the road.

Voor zijn goede diensten wilde ik Joseph een koffie aanbieden. Ik liet hem de keuze (hij woont er en weet natuurlijk beter dan ons waar ze de beste kwaliteit hebben) en we gingen naar de Indiër waar we gisteravond nog gegeten hadden. Hij dronk lassi, Katrien koffie en ik thee. We konden het natuurlijk niet laten enkele samoza's binnen te spelen. Moet maar zo lekker niet zijn.

Na een douche in het hotel wilden we nog proberen aan het Kalaw Hotel en de Catholic Church te geraken. Was het plannetje niet duidelijk of liep ik verkeerd, ik weet het niet (zal wel het tweede zijn) maar het duurde in ieder geval enorm lang voor we aan het Kalaw Hotel arriveerden. We hadden er veel van verwacht maar het viel zowel binnen als buiten enorm tegen. Tegen zes uur zagen we het, vanwege de stilaan invallende duisternis, niet meer zitten om de Kerk te zoeken. De onverlichte straatjes nodigen niet uit tot een veiligheidsgevoel hoewel we in heel Myanmar erg op ons gemak liepen.

In het centrum was de Melody Band aan het spelen ter gelegenheid van het Waterfestival en liep ik, als een volleerde buitenlandse sterjournalist, met de videocamera tot aan het podium, filmde alle muzikanten afzonderlijk en ging dan ook nog het publiek filmen. Iedereen was in de wolken.

Naar de wolken stapten wij, de grote baan over, maar we arriveerden in de Thein Taung Paya die hoog boven de stad uittorent. Mooi panorama met monniken op de voorgrond en de lichtjes van de stad op de achtergrond.

Om 19 uur werd het tijd om het thuisfront weer eens te horen (14u30 in België) maar hier was de prijs 6$ per minuut. Hun chronometer werkte niet zodat wij maar volgden op onze polshorloges.

Ye Baw Gyi (langs grote straat)
We aperitiefden bij de oude man van gisteren en aten daar ook. De Mutton Curry en de Beef Curry smaakten heerlijk net als de vele beloofde sidedishes (veggies, tomatoes, bamboo sprouts, ocra soup, green beans, spices). De stinkende saus moesten we wel op een andere tafel zetten om ons eten niet te verpesten. We betaalden elk slechts 600 K (€ 0,75) voor ons eten. Héél lekker en héél erg aan te raden.

Katrien wilde na onze avondwandeling persé dat ik mijn slaapmuts ging drinken in Green Leaf omdat ze daar zo'n goede thee hebben. We probeerden hen duidelijk te maken dat we zo'n suikertjes wilden als op de tafel naast ons. Er zijn namelijk twee soorten palmsuiker; donkere, ongepolijste en een lichtere meer bewerkte soort. Die laatste zijn moeilijker te vinden maar zijn wel een stuk lekkerder (volgens ons zoetebekske Katrien). Van onze buren schooide ik er ééntje mee om aan de serveuze te vragen waar ik die kon kopen. "On the market, tomorrow". Ik kreeg dat ééntje natuurlijk gratis mee. Zo, weeral iets geregeld.

Non leest de ... Kamasutra
Typische hilltribevrouw
Typische Westerlinge in out of place outfit
Monniken boven op de berg
Uitgebreid eten voorminder dan 1 euro

Dag 11 : maandag 14 april 2003

Zes uur en direkt gaan eten. Om zeven uur stonden we al aan Parami Motel waar we direkt een ticketje konden kopen maar een half uurtje moesten wachten op de bus. We betaalden 1000 K (€ 1,25) per persoon.
Om kwart voor tien arriveerden we aan de 'junction': dat is de naam van de afslag naar Nyaungshwe, het dorpje op 3,5 km van het eigenlijke Inle Lake. 

Op dit kruispunt probeerde een slimmerik ons wijs te maken dat er geen pickuptrucks waren naar Inle terwijl we er langs onze oren zagen voorbijvliegen. Hij bood aan ons voor 500 K per persoon naar Inle te brengen met een taxi. Hadden we maar geluisterd. Waren we maar niet zo eigenwijs geweest.
We moesten een half uur wachten op een pickup en betaalden slechts 350 K maar daarmee is ons enige voordeel al verteld.

Tussen kwart na tien en kwart voor elf beleefden we de waterhel. Niet meer of niet minder.
Picture this: een pickup truck. Voor de niet ingewijden; je zit met z'n zessen op een houten bankje van anderhalve meter lang. Op vijftig centimeter van je knieën begint het bankje van de overkant waar evenveel mensen zitten. Tot daar nog aan toe, denk je. Vergeet niet dat tussen de twee banken nog evenveel mensen moeten 'binnen' geraken. Soit, we zaten gedrongen, geduwd en gespannen maar het is slechts voor 11 kilometer. Zullen het wel overleven. Denk je. Hebben het nog gedaan en we zijn er nog.
De lange rechte weg van Nyaungshwe naar Inle loopt tussen twee grote beken recht naar het meer, vermoed je. Geen probleem voor de chauffeur en nog minder voor ons.
Na amper 100 meter staat het eerste welkomstcomité je op te wachten. Gewapend met emmers, flessen, glazen en alles wat maar kan dienen om water in te doen. Gezamenlijk zetten ze de aanval in en gooien, als op commando, hun hele watervoorraad naar je pickup.
Whoeps, tientallen liter water over ons.
Gevolg: goed nat. Maar ja, hun nieuwjaarstradities kunnen wij toch niet negeren. We kijken naar elkaar, schudden ongelovig het (natte) hoofd. We kijken naar de lachende Birmezen en lachen mee.
Honderd meter verder: hetzelfde scenario.
Gevolg: nog natter maar nog altijd met de glimlach.
De pickup die bij alle watergooiers moet vertragen, wil zijn achterstand inhalen en rijdt als een gek waardoor het, ondanks een buitentemperatuur van zowat 40 graden, fris wordt.
Het einde is nog niet in zicht. We vertragen nog een twintigtal keren en worden nog met honderden liters vuil, stinkend slootwater overgoten. Het water loopt door het plafond, we staan met onze sandalen in vijf centimeter water en onze rugzakken moeten we op de schoot nemen om niet alles te laten beschimmelen.
Het begint bij ons verschrikkelijk te stinken en het we krijgen het heel koud.
De Birmezen blijven maar gelaten alles over hen heen krijgen en kunnen er nog mee lachen.
Door en door nat maar vooral koud worden we aan de markt van Nyaungshwe gedropt.

Onmiddellijk komen drie of vier mannekes ons lastigvallen om hun hotel aan te prijzen. We waren op dat moment onderhevig aan een behoorlijke shock en vroegen hen een kwartiertje later terug te keren. 'Ok, Ok', zeiden ze maar ze bleven staan.
Ik trok mijn T-shirt en sandalen uit, legde mijn LP te drogen en gaf Katrien mijn Arno T-shirt dat ze met veel gemanoeuvreer (en onder de starende blikken van de drivers) in plaats van haar doorweekte T-shirt aantrok. Ik was na een kwartier droog maar Katrien bleef rillen.
We lieten ons met een trishaw naar Gypsy Inn voeren (8 $ voor een kleine kamer) en reden door naar het volgende hotel

Mingala
Ik zageen kamer op het gelijkvloers die heel ruim was, met een badkamer en een fan. Handdoeken ook. 6$ voor kamer 208.
De eigenaar waarschuwde ons wel voor mogelijk lawaai 's morgens vroeg omdat, natuurlijk vanwege het Waterfestival, de monniken héél vroeg aan hun dag begonnen. De kamer was goed, de rest zal ook wel meevallen zeker. We waren te blij onze natte kleren te kunnen uittrekken en de schade in de rugzakken te bekijken (alles stonk een beetje, rook vermuft en mijn sigarettenblaadjes waren nat) om nog verder en elders te gaan zoeken.

We spoelden alle vuile kleren uit en legden ze buiten te drogen. Het was zeker meer dan 50° in de zon maar Katrien had meer dan een uur nodig (mét een polar boven een droge T-shirt) om warm te krijgen.

Het was twaalf uur toen we weer op stap gingen. We wandelden tot aan het kanaal om ten eerste nog wat guesthouses te bekijken (ons wapenend tegen het eventueel komende en ergerlijke ochtendlijke lawaai) en om ondertussen het stadje beter te leren kennen. We zagen een mooi, klein pagodeke aan de brug van Big Drum, draaiden naar rechts en vonden een stalletje met snacks. Katrien glunderde voor het eerst vandaag, we zagen het weer zitten en zochten onze eerste bestemming.

Shan Palace
Gesloten op maandag en feestdagen. Het was het vandaag allebei: toe dus. Langs de zijkant stond een grote poort open zodat we maar eens binnen gingen kijken. Doelbewust en zelfvezekerd passeerden we een bewoond huis (van de conciërge misschien), zwaaiden naar die mensen en konden tot aan het Paleis. We konden er helemaal rondlopen, kregen er een goed idee van en zagen zelfs door de vuile vensters wat tronen en slaapkamers staan. Veel stelde het waarschijnlijk niet voor maar we zagen toch wat de moeite was. Betalen (2 $) zou ik er niet voor doen.

Helemaal aan de andere kant van de stad gingen we op zoek naar de ruïnes van een oude paya, kochten we water en vonden we de vervallen tempeltjes, overwoekerd door bomen en struikgewas. De stucco's en reliëftekeningen waren van de mooiste die we tot nu toe in Myanmar gezien hadden. Er moeten er nog wel veel mooiere geweest zijn maar die zijn ofwel gestolen ofwel vernietigd door de diverse aardbevingen die het land geteisterd hebben.

Wandelend nam ik een foto van een elegante oppernon mét paraplu die ons wenkte mee te komen. Natuurlijk konden we die opportuniteit niet missen en volgden haar het klooster binnen. We waren getuige van een ceremonie van alllemaal vrouwelijke nonnetjes, konden de betekenis van het gebeuren niet uitmaken maar bleven toch geamuseerd en ingetogen toekijken naar de tientallen kaalgeschoren kopkes en de roze gewaden.

Als laatste bezienswaardigheid van de dag hadden we de grote Paya overgehouden, die achter ons hotel dus. Niet echt de moeite waard want weeral teveel van hetzelfde.

Om 18 uur stonden we weer aan de markt en begonnen aan onze eerste poging een bus naar Yangon te boeken. We vingen overal bot. "Er zijn geen bussen meer tot Nieuwjaar (vrijdag 17 april) en zaterdag 18 april is al helemaal volgeboekt". Shit, wij moeten zaterdagnamiddag in Yangon onze terugvlucht hebben! We bespraken alle eventuele mogelijkheden, wisten dat we er met een opeenvolging van pickuptrucks wel zouden geraken maar dat diende zich als enorm lastig, nat en tijdrovend aan. Zijn er geen alternatieven?
Misschien kunnen we doen zoals ik ooit eens in Syrië gedaan heb. Ik raakte in een bepaald stadje niet meer weg en stapte dan maar op een luxebus af met de vraag of wij meemochten. Het antwoord was positief en we werden als (vuile) koningen ontvangen door de medereizigers, kregen applaus, eten en drinken aangeboden.
Wie weet lukt dit ons nu ook weer?

De eerste bus die we zagen stoppen in de hoofdstraat ging niet naar Yangon. Een tweede exemplaar zagen we traagjes passeren en achtervolgden we door de kleine straatjes tot we hem kwijt waren. Hij was een stukske rapper. Ja, wat wil je na zo'n zware dag. Ondertussen had ik nog een beter idee. Weeral. Waarom niet eens gaan vragen in Hotel Hu Pin (het luxehotel van Nyaungshwe) of daar geen groepen logeerden of zouden logeren die een van de volgende dagen naar Yangon terug moesten... Ik wachtte geduldig aan de ingang tot er een groep buitenkwam en stapte resoluut op de man af van wie ik vermoedde dat hij ofwel reisbegeleider ofwel gids was. Ofwel beide, kon me niet schelen. Franco begreep ons serieus probleem maar kon ons niet helpen omdat zijn groep naar Mandalay zou rijden. Hij haalde er de lokale Vincenzo bij en samen kwamen ze tot een oplossing waaraan wij nog niet gedacht hadden. Neem een pickuptruck tot in Thazi en neem daar de trein naar Yangon.
Schitterend idee, de trein: ontspannend, droog en traag maar zeker. Franco en Vincenzo zouden morgen informeren naar vertrektijden, prijzen enz... en we spraken af om de volgende avond om half acht de info te komen ophalen aan Hu Pin.
Mille Grazie.

Het belangrijkste item op onze doe-lijst voor vanavond was toch nog het zoeken naar een regenjasje. Tijdens onze wandeling deze namiddag was het nog relatief meegevallen met het waterfestival. Slechts hier en daar stonden kinderen en tieners om ons nat te gieten. Omdat ik creatief omsprong met het gevaar, soms in de tegenaanval ging, mijn pet en rugzak als afweerschild gebruikte en Katrien afschermde van de 'gieters' was het meer een verfrissing dan een pest geworden. Maar we zagen het niet zitten om een of twee dagen lang kletsnat op pickups te zitten, een longontsteking op te doen en hoestend de SARS-luchthavens te moeten aandoen. We bezochten verschillende winkels voor we onze bedoeling duidelijk konden maken. Uiteindelijk kregen we eerst een compleet motorpak gepresenteerd (in Myanmar notabene) en dan een echte fietscape. Een behoorlijk groot ding, met een gat voor je hoofd en een kap maar zonder mouwen. Ideaal dus om ook onze dagrugzak tegen het water te beschermen. Een koopje voor slechts 1500 K (bijna € 2,00) per stuk. Twee stuks verwisselden van eigenaar.

Oef, opgelucht: we zouden de volgende dagen relatief droog kunnen blijven - om het even waar we zitten. Tijd om de doorstane emoties door te spoelen dus. Waar we toegekomen waren had mijn spiedend oog een café opgemerkt. Een echt café, niet een restaurant of een teahouse maar een plaats waar ik me onder gelijkgestemden bevond. Jammer, geen Mandalay Red, alleen Blue. Soit, het smaakte en we waren enerzijds opgelucht dat we waarschijnlijk de oplossing gevonden hadden (de trein vanuit Thazi) maar anderzijds was de Spoorweg een Staatsonderneming (wilden we niet echt steunen) die ons relatief veel geld zou kosten, iets van 27 à 30 US $.
Maar, we moesten op de een of andere manier in Yangon geraken, hoe dan ook.
Het was ondertussen al half negen en waarschijnlijk zouden de meeste 'gewone' restaurants al toe zijn. We vertrouwden er op dat we nog eten zouden krijgen in

Shan Land ( langs kanaal)
We mochten boven gaan zitten en hadden een prachtig uitzicht over de lichtjes van de stad. De heel vriendelijke serveuses brachten ons een uitgebreid menu en we wilden ons eens laten 'gaan' omdat we vreesden de volgende dagen op water, brood, rijst en koekjes te moeten overleven. Ik bestelde het immens dure steamed hot fish (1500 K = bijna € 2,00) en Katrien hot & sour bamboo chicken (700 K = minder dan een euro). We moesten nog elk 150 K bijleggen voor de rijst maar dat deden we met veel plezier omdat de maaltijd schitterend was geweest.
Het beste eten van de hele reis.

Daarna passeerden we aan de markt, wisten we dat ons hotel niet ver meer was maar hadden alletwee een verschillende mening over de richting die we uit moesten. Tot mijn grote vernedering moesten we de weg vragen. Slecht geslapen.

Op bedeltocht
Verzopen kat?
Zelfs zij werken...
Nonnenceremonie
Sunset in Inle

Dag 12 : dinsdag 15 april 2003

Het was pas 4 uur in de morgen toen de ceremonie begon. Ik was wakker geworden maar had nog geen zin om op te staan. Katrien sliep door tot de volgende opflakkering van de geluiden. We waren samen wakker om vijf uur, keken naar elkaar met lodderoogjes en hadden hetzelfde idee (da's liefde, nietwaar). Laten we maar opstaan en monnikjes gaan kijken.
Vijf minuten later stonden we ongewassen in het klooster, halfwakker, terwijl duizenden mensen (echt waar, bijna de hele stad), stonden aan te schuiven om eten te mogen presenteren aan de tientallen buddha's die op een lange rij stonden. Ik filmde en fotografeerde terwijl Katrien stond te genieten (en te geeuwen).
Indrukwekkende gebeurtenis.

We mochten het ontbijt niet vergeten. Om 6 uur zaten we aan tafel en lieten het ons smaken. Om 7 uur vertrokken we samen met 2 Zweden naar het Kanaal waar we, na veel te kort onderhandelen volgens mijn gedacht, afspraken om voor 8000 K (2000 per persoon) een bootje te huren voor de hele dag. De Zweden waren nogal impulsief en met alles direkt akkoord maar ik had liever wat meer afspraken gemaakt op voorhand. We moesten ook aan de MMT of MTT elk 3 FEC's betalen en dat had ik waarschijnlijk kunnen vermijden door een bootje te huren van een particulier, niet van die officiële vereniging. Ietske verder dan de Big Drum, na de bocht, liggen nog verschillende boten die passagiers zoeken. Daar waren we gisteren gevraagd om mee te gaan.

Om kwart na zeven kregen we uitleg over het programma dat we zouden doen en vertrokken we. Het werd de eerste uren een aaneenschakeling van 'commerciële' stops (aan een weverij, bij een smid, bij vrouwen die cheerots (sigaren) aan het maken waren - het enige dat mij interesseerde -, bij makers van parasollekes en bij een zilversmid. Boring allemaal.

Om elf uur hielden we halt in een dorp waar we vriendelijk in een restaurant gedeponeerd werden. Uit ervaring weten we dat in zo'n 'baanrestaurant' het eten gewoonlijk aan de lopende band opgediend wordt en dat het gewoonlijk een stuk duurder is dan elders. We spraken dus af met de Zweden en de chauffeur van de boot dat we een uur later terug zouden zijn.
We staken de brug over, genoten van op afstand van het waterfestival (nu dus letterlijk op het water!) waarbij concurrerende bendes jongeren vanuit hun boten mekaar natgoten. Leuk om naar te kijken maar toch blij dat we er ver genoeg vanaf stonden. Er waren enorm veel souvenirwinkeltjes (keken we niet naar) maar we vonden wat we zochten: een heel charmant, gezellig plaatselijk restaurantje waar we op de grond moesten zitten. Er lagen lekkere dingen in de borden van de andere mensen, we hoorden dat het 'fish' was en bestelden elk zo'n bord. We kregen een soort visomelet met een hele hoop tofu's en lieten het ons smaken. 900 K voor samen (= iets meer dan € 1,00) kostte deze lekkernij ons.
We vonden een toilet achter de grote paya (raar: er waren propere toiletten waar je verondersteld werd een donatie te geven en gewone toiletten die gratis waren).

Om 12 uur stapten we terug op boot en vaarden naar de

Jumping Cat Monastery
Het gebouw ziet er meer als een schuur of een loods uit maar is binnen zéér mooi, van het mooiste dat we tot nu toe gezien hebben in Myanmar. Er staan heel veel mooie buddha's, elk in een eigen nis of een mooi afgewerkt kastje. De springende kat is een circusnummertje dat niet echt nodig was voor ons maar dat toch veel volk aantrok.

Het was nog maar kwart na één toen we terug aan wal stonden. Ietwat ontgoocheld.
Er waren drie redenen voor onze ontgoocheling. Aan de eerste konden we niets doen: alle floating markets waren gesloten vanwege het waterfestival. De tweede was ook ons schuld niet: er waren bijna geen (en dat is dan nog een understatement) beenroeiers aan het werk. Ten derde en daar pleit ik wel schuldig, waren we 's morgens door de deal met de Zweden rapper weg dan normaal. Wij lieten ons doen, gingen akkoord met het voorgestelde programma maar hadden beter zelf onze prioriteiten vastgelegd. Minder commerciële stops en meer paya's.

Op het meer kregen we nu en dan nog wel eens een emmertje water over ons hoofd maar al bij al viel het nog mee.

Terug in het stadje gingen we over de brug bij Big Drum en sloegen we zomaar rechts de velden in. In de hoop een beetje rust en stilte te vinden, ver van alle gewoel. Heel toevallig belandden we aan een kerkhof dat half overwoekerd was door bomen en struiken en waar beenderen en schedels zomaar op de grafzerken lagen. Luguber.

We konden niet ver meer lopen en zijn langs de kanalen teruggewandeld tot aan de markt waar we een kokosnoot kochten maar dat stuk fruit niet open kregen met mijn zakmes. Laten openhakken dus. Twee waaiertjes voor onze meisjes veranderden ook van eigenaar. Er was al veel gesloten op de markt zodat we maar naar ons hotel wandelden, douchten en wat gingen lezen - in de schaduw.

Om half vijf, toen de grootste hitte weg was, zijn we weer gaan wandelen, voor de verandering. Gisteren hadden we een interessante souvenirshop gezien in de straat van het poppentheater. Met wat onderhandelen (maar niet teveel) schaften we ons een houten flesopener (500 K), een lacquerwareschaaltje (1500 K), en twee paar zilveren oorringen met voetballetjes (4000 K per paar) aan.

Voor het aperitief konden we geen mooiere en rustiger plek uitkiezen dan het Shan Land Restaurant. Ze maakten er geen probleem van dat we alleen iets wilden drinken zonder te blijven eten.

Morgen wordt het waarschijnlijk een hele lange reisdag zodat we nu al een zak broodjes kochten.

Foodstall
Naast de markt aten we aan een foodstalletje met veel keuze. We bestelden uitgebreid: een mix van tofu, vegetables, beans en spicy sticky rice. Voor 600 K (€ 0,75) hadden we allebei veel en lekker gegeten.

Op onze vertrouwde hoek aan de markt namen we een slaapmuts tot ons. Gelukkig was het frisser zitten dan gisteren

's Morgens in de vroegte
Visser, mag ik overvaren?
Concurrenten van Fidel
Lekker eten op de grondZalige lekkernijen

Dag 13 : woensdag 16 april 2003

Om op alles voorzien te zijn, vroeg genoeg op deze morgen. Om half zes lieten we onze wekker afgaan en stonden een half uurtje later beneden voor het ontbijt. Katrien stelde vast dat haar dagrugzak (dus ook de broodjes en de overschot van de kokos) vol zat met kleine beestjes. Weg dus met onze mondvoorraad. We gingen ongeveer staan waar we twee dagen daarvoor afgezet waren en wisselden wat reisbelevenissen uit met een koppel van Bissegem dat mij aansprak omdat ik mijn Arno T-shirt aanhad. Herkenbaarheid troef.
Een vriendelijke man nam ons te voet mee tot aan Hotel Hu Pin waar de pickups aan de andere kant van het water stonden te wachten. We betaalden 300 K per persoon, hadden veel bekijks in de pickup met onze regencape maar bleven droog in tegenstelling tot alle andere medepassagiers.

Aan de junction werden we 'geholpen' door een agressief mannetje dat ons eerst een taxi van 30 $ wilde aansmeren maar dan voor ons een plaats op een bus vond voor 'only 1500 K'. Veel te veel natuurlijk maar ondertussen zaten we binnen, redelijk goed en redelijk droog. Een uur later stonden we al op 7 kilometer van Kalaw en legden we aan enkele mensen uit dat we naar Thazi wilden. Een op het eerste gezicht vriendelijke oude man met een grijs hemdje zei ons dat het een tijdje kon duren en dat we gerust nog iets konden gaan eten of drinken aan de overkant. Dat moest hij ons geen twee keer zeggen. We aten wat en dronken chinese tea tot hij ons riep. Het grijs hemdje bleek uiteindelijk ook weer een ambetant menske te zijn die ons aan de lijn hield (om er zelf iets aan over te houden?). We konden na lange tijd binnen in een pickup zitten (droog) voor 500 K per persoon.

Om elf uur stonden we dus al in Kalaw. Het gaat behoorlijk goed tot nu toe. Onze vrees dat we misschien wel twee of drie dagen zouden doen over de verplaatsing was ongegrond omdat de eerste grote bus aan wie ik ging vragen of hij naar Thasi moest, antwoordde "No, Yangon". Wauw!!! Zou het lukken? Hebben we Murphy eindelijk verslagen? De chauffeur had hij nog net twee plaatsen en vroeg maar 10.000 K (€ 12). De trein kost waarschijnlijk 30 $ of meer en is van Vadertje Staat.

Baanrestaurant
Eetstop om half twaalf: Katrien vroeg rijst en kreeg 3 stukken slechte kip waarvan ze er slechts één opat. Ze vroegen 1100 K (€ 1,25), de bandieten
Baanrestaurant
19u weeral eten: voor de verandering rijst met kieken (3 mini stukjes) soep, kool, sauspotje met een Myanmar beer en koffie voor 2400 K (€ 3). We waren om half acht al klaar met eten en hoorden dat de bus pas om acht uur zou vertrekken.

We gingen terug de baan op en constateerden dat we met twee bevriende bussen op de baan waren. Twee bussen van dezelfde maatschappij. Dat is natuurlijk een voordeel als je zelf in panne valt maar een nadeel als de andere de hele tijd met problemen heeft af te rekenen. En natuurlijk was dat laatste het geval. Het eerste uur reden we door de bergen waar je vlugger vooruit komt met een taxi of zelfs een pickup truck maar een ellenlang gevaarte als het onze kan bijna zijn bochten niet nemen. De haarspeldbochten werden centimeter per centimeter genomen en we haalden geen gemiddelde van twintig kilometer, toch niet de eerste twee uur.
Daarna volgde ieder uur een stop (plasstop, theestop) tot het ons begon duidelijk te worden dat de andere bus serieuze problemen had. Zijn dieseltank was gescheurd en hij had nog een hoop andere technische mankementen. We zaten daar langs de weg, in the middle of nowhere, maar maakten ons niet druk. Wat zin heeft het ook?
We vertrokken op den duur toch weer, kregen om 8 uur (direkt na het avondeten) een film voorgeschoteld en ondervonden dat het Waterfestival nog niet afgelopen was.
's Avonds laat zijn de gemoederen nog meer verhit (onder invloed van alcohol) en staan er soms tientallen jongeren te dansen op straat. Bussen kunnen natuurlijk niet zomaar doorrijden (met de onvermijdelijke dodelijke slachtoffers als gevolg), vertragen en stoppen. Soms lukt het de chauffeur de woordvoerder af te kopen (letterlijk met drinkgeld), soms eisen ze gewoon dat de chauffeur enkele ramen openzet en gieten ze weer water binnen. Aangename verplaatsing dus.

We bleven rijden met ongewilde tussenpauzes en tussenstops maar hielden om half elf ergens halt en hadden vanaf dan geen last meer van watergooiers. Te dronken, vermoed ik. De mensen die wat Engels konden informeerden bij de buschauffeur en hoorden dat we waarschijnlijk binnen twee of drie uur zouden arriveren. Gelukkig hadden ze het mis.

Dag 14 : donderdag 17 april 2003

Gelukkig niet midden in de nacht maar pas om vijf uur arriveerden we in Bago waar we langs de grote baan afgezet werden aan een groot en chic hotel dat niet echt voor onze portemonnaie bestemd was. We stapten vijf minuten in de verkeerde richting maar werden beloond met een schitterend ontbijt: verse samosa, lange swissel en koffie voor slechts 180 K (€ 0.20)

We aten daar op ons gemak, dronken thee en wachtten tot het klaar werd. Om zes uur lieten we ons met een trishaw aan Hotel Silver Shadow afzetten. Het was volzet en we lieten ons voeren tot aan Myananda waar ik Katrien in een theehuisje achterliet om enkele hotels te gaan bekijken.

Myananda: 7$, airco, TV, handdoeken, frigo, badkamer in de kamer, vriendelijk aan de receptie
Emperor: 4$, kleine donkere kamer bedompt, franse wc
San Francisco: 6$ groot en goed, klein terrasje
Ik koos voor het eerste

Het was ondertussen weer al een tijdje geleden dat we eten hadden gezien en wat dacht je, Katrien wilde ontbijten. Naast Hotel Emperor stond een Indisch mevrouwtje pannenkoeken te bakken. Ze hadden een diameter van zeker 35 cm en werden geserveerd met suiker. Dit voor de uiterst belachelijke prijs van 50 K (€ 0,05) per stuk. Katrien lachtte al als ze eraan dacht dat ze daar morgen weer zou kunnen eten.

Om zeven uur checkten we eindelijk in en gingen een uurtje later welgezind weer op weg. Ondertussen wel aan de receptie een hele uitleg gekregen over hoe we aan de Golden Rock zouden kunnen geraken. Ik weet de details niet volledig meer maar het was een combinatie van taxi, pickuptruck, officiële bus en een paar kilometer wandelen. We hadden twee redenen om het niet te doen: het leek ons wat teveel geld en te commercieel en toeristisch opgezet en ten tweede mochten alleen de mannen over het laatste houten brugje om de rots aan te raken. Met die discriminatie konden we natuurlijk niet instemmen. We besloten om twee dagen te wandelen in en rond Bago.
De stad vraagt, net als in Bagan of Mandalay, een algemene toegangsprijs van 10 $ per persoon om alle bezienswaardigheden te bezoeken. Zo'n ticket namen wij dus niet.

We passeerden een mooi meertje waar ze op straat visjes verkochten. We hebben er geen idee van wat ze er dan mee deden. Na een half uurtje zagen we in de verte.

Shwemawdaw
Inbegrepen in de algemene toegangsprijs voor Bago (10 US $). We hadden geen zin de paya die de hoogste van Myanmar is (14 meter hoger dan Shwedagon) te bezoeken en hoorden ter plaatse dat het 's avonds na 17 uur gratis zou zijn. Voorlopig dus niet binnen om misschien vanavond terug te keren. We wandelden rond de paya en belandden aan de

Hintha Gon Paya
een toffe plaats met overal zwanen die op elkaar zitten (zie de legende in je reisgids voor meer uitleg). In een zaaltje was een soort religieuze liveshow aan de gang met twee danseressen (travesties?) en een bandje op traditionele instrumenten maar het geluid stond zo hard dat het niet om uit te houden was. Wij hadden het niet gezien maar de dames wel: we moesten betalen om te filmen en te fotograferen.
Dan was het nogal ver en nogal warm tot aan de

Snake Monastery
waar, in een grote kooi, een slang van 4.5 m lag te slapen. De slang bewoog zich niet zodat ik er niet zeker van was dat ze nog leefde.
Het was weer een heel eind stappen tussen de velden tot aan de

Sein Tha Lyaung
beter gekend als de Reclining Buddha, een liggend lelijk, geschilderd en bepleisterd beeld van misschien wel 30 meter. We kochten aan een kraampje twee flessen water en een zakje ons onbekend fruit. Komt uit een soort schelpen en ziet er wit, lichtjes doorzichtig uit. Mij smaakte het niet, lijkt teveel op oesters.

Het was ondertussen al 13 uur en veel te heet om nog te stappen. Het grote probleem was dat daar in die afgelegen plaatsen alleen trishaws of taxi's arriveerden die al mensen meehadden en dat er geen vervoer op overschot was. Nog erger (voor Katrien natuurlijk): er was daar helemaal niets om te eten

We konden niet anders dan stappen, zweten en puffen en genoten van ieder sprietje schaduw. Onverwacht kwam de reddende engel er in de vorm van een pickuptruck met enkele vrouwen achterin. Die zagen dat we afzagen, hadden compassie en namen ons mee tot aan.... de Snake Paya. De meisjes begonnen te bidden en opeens draaide de slang haar hoofd recht naar het meisje dat naast mij stond. Waarschijnlijk beschouwde die dit als een goddelijk teken want ze begon te wenen.

Daarna brachtten ze ons tot aan de Hintha Gon Paya waar we aan een foodstalletje bananasnacks, komkommersnacks en appelsnacks binnenmuffelden. Ons geduld was beloond.

Langs het meer gingen we terug en stootten op een (natuurlijk, wat dacht je) luidruchtige stoet, een soort carnavalsoptocht waarbij weeral travestieten de hoofrol speelden. Dansen, zingen en springen was wat ze deden. Een kleurrijk spektakel. Ondertussen lieten alle meisjes hun waterkruikjes in het meer door giechelende jongens vullen. Waarom weten we weeral niet, van de plaatselijke nieuwjaarsfolklore konden we helemaal niets maken.

Om kwart na drie stonden we aan de Clocktower waar we konden telefoneren. Alles lukte tenzij het betalen. Mijn voorraad FEC's was nog groter dan ik dacht nodig te hebben en ik wilde met dat buiten Myanmar waardeloos geld betalen. Mocht niet. Ik had alleen een briefje van 20 US $ bij me maar dat wilden ze ook niet aanvaarden, ze hadden geen 'change'. Ik mocht wel in Kyatt betalen maar ze rekenden een koers van 1300 K voor één dollar. Hallo zeg! We verzeilden in een patsituatie. Eigenlijk moest ik voet bij stuk gehouden hebben want ZIJ moeten pasgeld kunnen teruggeven of er ergens gaan wisselen, niet het omgekeerde. Het was te warm om veel te discussieren en ik stapte dan maar tot aan het hotel om mijn dollars te wisselen.
Toen ik terug was en betaald had, stelde ik voor mijn laatste 10 dollar te wisselen voor 13.000 K (hun idee van de wisselkoers) maar dat lukte natuurlijk niet.

Ik stapte voor de zoveelste keer dezelfde weg naar het hotel en vond een drankmagazijn waar ze 2-literflessen Big Boss water verkopen voor slechts 100 K. Eén exemplaar direkt uitgedronken en een extra fles voor in onze frigo - als die zou werken. We gingen douchen, bezochten enkele restaurants en besloten te gaan eten in Aung (zelfde kant van ons hotel) omdat het eten in de potten er lekker uitzag. Eerst dronken we een aperitiefje in Three Five (aan de overzijde van ons hotel) waar je voor 250 K (€ 0.30) een pint van het vat kunt krijgen. Eentje was niet genoeg, weet ik me te herinneren.

We lieten ons voeren tot aan

Shwemawdaw
waar we inderdaad gratis binnen konden. Er liep heel veel volk, er was sfeer en het was meer de moeite waard dan deze voormiddag. Rare taferelen wel. Er liepen tientallen groepjes van zo'n 5 à 10 personen rond en die groepjes onderscheidden zich van de andere doordat ze identieke kleren aanhadden. Tien dezelfde tenuetjes, dan een ebetje verder nog tien enz... Leuk en mooi.

Omdat er maar één weg terug is, wilde Katrien het wel riskeren om in het donker terug te stappen. We vonden gemakkelijk onze weg maar moesten vaststellen dat de potten bij Aung leeg waren. Dan maar naar de overkant

Triple Diamond (naast Three Five langs de grote baan)
Zeer uitgebreid menu maar om het even wat we vroegen: het kon niet.
Na lang zoeken, proberen en vragen kreeg Katrien een bord héél lekkere Siamsoep (400 K = € 0,50) en vroeg ik Pork Balls maar kreeg ik een soort vlees dat er als krokante chips uitzag. Het was helemaal niet wat ik er van verwacht had maar het smaakte, dankzij de extra saus, toch niet slecht. Met rijst kostte het 800 K (€ 1,00)
Niet echt een aanrader dus.

Het naderde 9 uur toen we in onze stamcafé nog een Mandalay en een potje chinese tea binnenspeelden

Een beetje rijst, aub
travesties aan de dans
Budhha is moe

Dag 15 : vrijdag 18 april 2003

Katrien kon niet rap genoeg aan de overkant zijn om Indische pannenkoeken te eten. Ik stelde me tevreden met een thermos Chinese tea. We zouden vandaag onze dag op het gemak beginnen met de in de Lonely Planet aangekondigde en in het hotel bevestigde maaltijdceremonie (begint om 10 uur 30) in

Het klooster waarvan ik de naam niet meer weet
Om tien uur waren we er al. Nog véél te vroeg natuurlijk maar we verwachtten stilaan monniken met hun gebedelde eten te zien binnendruppelen maar bleven ontgoocheld afwachten. Niemand kwam en er was niets te zien, niets te beleven. We bleven er tot eventjes na halfelf en dropen ontgoocheld af.

We keerden op onze schreden terug, richting hotel, kochten nog een fles Big Boss water en begonnen aan de anderhalve kilometer langs de grote baan naar de Chinese Monastery. Langs de weg aten we in een foodstall waar we de samosa's, rijstcake's en pudding doorspoelden met thee. Om kwart voor één belandden we in een Japanese Temple waar een jonge monnik ons wat (interessante) uitleg kon geven. Een kwartiertje later stonden we aan de eerste bezienswaardigheid van de dag

Kyeik Pun Pagoda
Entree te betalen (inbegrepen in het algemene toegangsticket van 10 $). Wij betaalden niet maar konden op het gemak langs de vier zijden de vier boeddha's bewonderen.

Een kwartier later bereikten we eindelijk, na veel zweten, de

Chinese monastery
waar de Birmese pracht en praal vermengd is met de Chinese zin voor kleuren en kitsch. De afwerking was weer beneden alle peil en we waren daar dan ook nogal vlug weg.

We waren aan het verste punt van onze wandeling gekomen en hadden meer dan 2 uur gestapt onder een brandende zon en zagen het niet meer zitten om dat nog eens over te doen in omgekeerde richting. We zochten een trishaw en lieten ons rijden. Terwijl de oude man aan het puffen was, keek ik op mijn thermometertje dat ik eventjes in de zon hield. Op één minuut tijd steeg het kwik van 40° C in de schaduw naar 50°. Dat was het maximum dat mijn thermometerke aankon, dus moest ik het vlug in de schaduw stoppen.
Na een kwartier rijden arriveerden we aan de

Shwethalyaung
De Reclining Buddha is nog een heel stuk langer (groter dus) dan het exemplaar dat we gisternamiddag bezocht hebben. Er viel te betalen maar ik betaalde alleen 200 K om te mogen filmen. We hadden een redelijk zicht op de Buddha en zouden misschien na 16 uur terugkeren wanneer er, volgens een man daar ter plaatse, niet meer te betalen zou zijn.

Etenstijd: we vonden een schitterende stalletje met heel vriendelijke mensen en deden ons tegoed aan een hele hoop ronde vegetarische hapjes en enkele witte koolbeignets maar mochten niet betalen. Ik heb beloofd de foto die ik van hen genomen heb, zeker door te sturen

De Lonely Planet spreekt van een Japanese Cemetery maar we vonden het niet onmiddellijk. Een oude monnik aan wie we het vroegen, stuurde enkele kleine monnikjes met ons mee op pad om de weg te tonen. Het was een klein herdenkingsmonument en niet echt een kerkhof. De moeite niet waard dus.

We stapten door tot aan de

Mahazedi Stupa
waar we ons ticket moesten tonen (hadden we natuurlijk niet) maar we kwamen er van af met een donatie van 1000 K voor ons twee. Het is een heel hoge stupa en de mannen mogen tot heel boven klauteren op de verschrikkelijk steile trapjes. De vrouwen mogen voor de een of andere reden slechts aan het eerste level. Boe, zei Katrien.
Boven heb je een heel mooi zicht op de tientallen gouden torentjes die boven de bossen uitsteken.

Om kwart voor vijf stonden we aan de

Vier staande buddha's
waar we niemand zagen staan om geld te vragen. Niet zo heel speciaal.

We stapten door tot aan de

Hall of Ordination,
een soort erezaal die, volgens de uitleg die we ter plaatse kregen, veel kenmerken vertoonde van de architectuur uit Sri Lanka. Wij vonden het weeral niet echt de moeite. Verwende toeristen toch.

Een kwartiertje later stonden we aan Hotel Emperor waar we informatie gingen opvragen over vervoersmogelijkheden naar Yangon. De chef stuurde een van zijn hulpjes mee tot aan het busstation aan de Clocktower. Katrien ging ondertussen maar naar onze kamer. Het busstation was net toe en op de terugweg probeerde ik een bamboevoetbal te vinden voor Pieter-Jan en zo'n bowl als de monniken gebruiken om te bedelen. We hadden ergens zo'n winkeltje gezien maar wisten niet erg goed meer waar. Ik heb het dus ook niet gevonden.

Ondertussen zat Katrien op de kamer met kaarslicht. Romantisch avondje op komst? Nee, gewoon geen electriciteit.

In ons gewoon aperitiefkot (Three Five) was het vat leeg en gingen we voor de zoveelste maal richting Clocktower waar we al een paar keer een Mandalay Beer Station hadden gezien.
Daar hadden ze geen jars, grote kruiken maar was het bier van het vat een stuk beter dan wat ze in Three Five geven. En met 200 K ( € 0,25)voor een halve liter nog een stukje goedkoper.

Roast Duck?
We gingen om acht uur eten in een naamloos restaurantje maar het maakt aan de venster reclame voor
Roast Duck en ligt 2-3 huizen van Panda Restaurant.
We vroegen en kregen 2x noodles (vegetable & pork) à 600 K per man. Het waren grote porties, het restaurant was heel proper en we vinden het een aanrader.

In Three Five konden we wegens gesloten geen slaapmuts meer drinken maar kregen we toch 2 koude Mandalays mee voor op de kamer.

Wankel dametje op wankele brug
De maat slaan in een Chinese tempel
Schitterendste eten van de hele reis

Dag 15 : zaterdag 19 april 2003

Om half zeven stonden we op, nog altijd zonder electriciteit. Aan de overkant liet Katrien haar ontbijt natuurlijk weer smaken. Het was een andere mevrouw die haar bediende en 100 K ipv 50 vroeg. Te lekker om ruzie over te maken. We kochten broodjes in Teashop Hadaya voor onderweg. Om acht uur stonden we, zoals afgesproken voor Hotel Emperor waar Maung Yee ons al stond op te wachten.

Een heel speciale man: hij kent iedereen en iedereen kent hem. Hij regelt zijn deals op straat: als hij een taxi, een grote bus of een personenwagen ziet aankomen springt hij recht, fluit of klapt hij in zijn handen. De chauffeur stopt en Maung Yee gaat vragen of ze naar Yangon gaan en of ze plaats hebben. Hij had waarschijnlijk vroeger resultaat verwacht en we dachten hem zenuwachtiger zien worden.

Het was maar een gedacht en Katrien werd zenuwachtiger dan de twee mannen. Het was nog maar 9 uur, we moesten maar een uurtje ver en het inchecken in de luchthaven kon pas rond half drie. Dus, why worry?
Ik trakteerde hem en onszelf op een theetje en hij kwam enkele reisverslagen van Vlamingen brengen waarin hij vermeld stond. Fier als een gieter toonde hij ons o.a. een uitgeprint verslag uit de electronische database van Wegwijzer.

Maung en ik gingen shoppen, Katrien (met pijn in de rug) bleef wijselijk zitten. Maung speelde eerst rustig een gokspelletje waarbij hij won. Zijn dag kon niet meer stuk. Hij kocht met de winst een nieuw hemd (200 K= € 0,25), bloemen (For your wife?, vroeg ik. Hij barstte in lachen uit: No, for Buddha) en drie bamboe voetballen. Dat was één van de redenen waarom wij gaan shoppen waren. Ik wilde zo'n balletje voor Pieter-Jan als souvenir (200 K = € 0,25). We slenterden door de vele nauwe steegjes van de markt en belandden in een winkel van stoffen en kleren. De eigenaar toverde daar verschillende maten, soorten en kleuren aan monnikenbowls te voorschijn. Ik mocht kiezen. Ik koos het op één na grootste exemplaar (kom met deksel en macramé draagriem) en betaalde slechts 1250 K (€ 1,50) voor iets waarvan ik gevreesd had meer dan 10 $ te moeten betalen. Onvergetelijke souvenir maar ook een gebruiksvoorwerp eerste klasse. Als we in Kortrijk rijst eten, zal de bowl vanaf nu altijd op tafel komen. Anything else?, vroeg Maung die zich amuseerde. In Bagan hadden we door ons sterk en onverwacht ingekort programma niet meer de kans gehad een geglazuurd olifantje te kopen met tandenstokers in. We zochten nog vijf minuutjes maar vonden het niet.

Tegen 10 uur zwaaide ik al van ver met de bloemen naar Katrien die gelukzalig glimlachtte. "Not for you, my love, but for Buddha" moest ik van Maung zeggen. Ze kon er hartelijk om lachen. Ze was heel blij met de voetbal en de bowl maar hoopte toch we dat niet te lang meer hoefden te blijven zitten.
Om kwart na tien vond Maung een privé-Toyota die ons wilde meenemen tot aan de luchthaven voor 2000 K elk.

Om 11 uur 30 stonden we aan de luchthaven en hadden geen zin om daar nog drie uur te zitten 'poepgaaien'. Ik had niet gehoopt iets leuks te vinden maar ging toch eens de omgeving verkennen. Een zittend gat heb ik dus niet. Aan de overkant van de straat zag ik een opening in een grote platenmuur en zag onmiddellijk dat het dat was dat we zochten.

We konden daar in de schaduw zitten, ze hadden allerlei hapjes (loempia's, banana hapjes) maar ook lekkere noodles en zelfs de grote vaas (jar) bier die ik gisteren vruchteloos gezocht had. Het was nog vroeg maar Katrien overtuigde me er toch maar een te vragen. 1500 K voor een liter (volgens Katrien), anderhalve liter (volgens mij) was niet teveel geld. Het was wel Myanmar Beer (geen Mandalay) maar dat kon me op dat moment niet schelen.

Op tien meter van waar we zaten waren er nog een zestal kraampjes waar we elk om beurt onze laatste Kyats gingen opdoen. We kochten o.a. nog sigaretten (300 K), een grote draagzak (500 K), een zakje noodles voor thuis (100 K), drie kaartspelen (200 K per stuk), een pakje zonnebloempitten (200 K), een potje balsem (350 K) enz...

Lekkerste ontbijt ooit voor K
Ons hotel in Bago

Nog een laatste pint(je) en dan naar huis - let op de okselkijkende barman